| Overheidsorganisatie | Koninkrijksdeel Curaçao |
|---|---|
| Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 29ste december 1995 houdende regels ter uitvoering van de artikelen 3, derde lid, 13 en 14 van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (P.B. 1995, no. 211) (Landsbesluit uitvoeringsregels openbaarheid van bestuur). |
| Citeertitel | Landsbesluit uitvoeringsregels openbaarheid van bestuur |
| Vastgesteld door | Gouverneur van de Nederlandse Antillen |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Geen
Landsverordening openbaarheid van bestuur, artikel 3, derde lid, artikel13 en artikel14
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 10-10-2010 | bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao | 10-10-2010 A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87 | onbekend |
In dit landsbesluit wordt verstaan onder:
de gemachtigd ambtenaar: de ambtenaar die tot het beslissen over het verstrekken van informatie als bedoeld in de Landsverordening openbaarheid van bestuur is gemachtigd;
het informatiepunt: de plaats waar de verzoeken om informatie, gericht aan de minister die het rechtstreeks aangaat, worden ingediend;
de dienst: de Regeringsvoorlichtingsdienst.
1. Er is een register waarin worden opgenomen:
de onder verantwoordelijkheid van elke minister ressorterende departementen, afdelingen, bureaus en instellingen, zoals genoemd in het Landsbesluit van de 16de augustus 1990, no. 2, nopens de instelling van ministeries, het bepalen wie als hoofd van een ministerie belast is met de leiding ervan, en het aanwijzen van aangelegenheden welke behoren tot de zorg van ieder der ministeries (P.B. 1990, no. 62);
de niet-ambtelijke adviescommissies;
de namen en kantooradressen van de gemachtigd ambtenaren.
2. Het register ligt voor een ieder ter inzage bij de dienst.
3. Met het beheren van het register is belast een daartoe door het hoofd van de dienst aangewezen ambtenaar.
1. De dienst fungeert als informatiepunt.
2. De dienst geleidt elk ingediend verzoek om informatie ter beslissing door naar de gemachtigd ambtenaar van het departement, de afdeling, het bureau of de instelling die het rechtstreeks aangaat, tenzij de gemachtigd ambtenaar van de dienst zelf rechtstreeks de gevraagde informatie kan geven.
3. De gemachtigd ambtenaar geleidt, na afdoening, de beantwoording van het verzoek ter verzending door naar de dienst.
Elke minister wijst een of meer gemachtigd ambtenaren en hun plaatsvervangers aan om namens hem te beslissen over het verstrekken van informatie.
Het in artikel 4 gestelde doet geen afbreuk aan de uit de normale taakuitoefening voortvloeiende plicht van elke ambtenaar om aan particuliere personen en instanties met wie hij door zijn functie in contact komt informatie te verstrekken over de daarbij aan de orde zijnde aangelegenheden.
Indien inwilliging of weigering van een verzoek belangrijke maatschappelijke en politieke gevolgen kan hebben, legt de gemachtigd ambtenaar dat verzoek aan de betrokken minister voor.
1. Als het document waarin de gevraagde gegevens zijn neergelegd berust onder de minister tot wie de verzoeker zich heeft gewend, maar het betrokken document tot stand is gekomen onder eerste verantwoordelijkheid van een andere minister, wordt de beslissing op het verzoek niet genomen dan nadat met de andere minister is overlegd.
2. De gemachtigd ambtenaren zijn met het in het eerste lid gestelde belast.
Op openbaarmaking van adviezen van ambtelijke dan wel gemengd samengestelde adviescommissies, alsmede van adviezen van niet-ambtelijke adviescommissies is artikel 6 van overeenkomstige toepassing.
Adviezen, nota's en rapporten die, gezien hun omvang, daarvoor in aanmerking komen, worden voorzien van een voor openbaarmaking bestemde samenvatting.
Aan de persoon of instantie ingevolge wiens verzoek kopieën worden vervaardigd van documenten, uittreksels of samenvattingen van de inhoud daarvan, wordt een vergoeding in rekening gebracht.
De vergoeding bedraagt per
fotokopie NAF 0,25;
foto of dia NAF 5,--, exclusief kostprijs;
geluids- of beeldband NAF 10,--, exclusief kostprijs.
De vergoeding, eventueel met inbegrip van de kostprijs, wordt voldaan aan de dienst. Aan de verzoeker wordt een bewijs van betaling verstrekt.
De dienst beheert de ontvangen vergoedingen en draagt deze eenmaal per kwartaal af aan de Landsontvanger. De afgedragen vergoedingen worden ten gunste gebracht van het departement, de afdeling, het bureau of de instelling die het rechtstreeks aangaat of, in voorkomende gevallen, van de dienst zelf.
Aan een bestuursorgaan wordt, met uitzondering van de eventuele kostprijs, geen vergoeding in rekening gebracht.
Artikel 14, eerste lid, van het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 26ste november 1970, regelende de instelling van de Sociaal Economische Raad (P.B. 1970, no. 136) vervalt.
Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van 1 september 1996.
Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Landsbesluit uitvoeringsregels openbaarheid van bestuur.