Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT van de 11de maart 1976, no. 29, houdende verlening van toestemming aan het eilandgebied Curaçao tot instelling van een vrije zone.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT van de 11de maart 1976, no. 29, houdende verlening van toestemming aan het eilandgebied Curaçao tot instelling van een vrije zone.
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Veronderstelde datum inwerkingtreding

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening Vrije Zones 1975 (P.B. 1975, no. 211), artikel 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT van de 11de maart 1976, no. 29, houdende verlening van toestemming aan het eilandgebied Curaçao tot instelling van een vrije zone.

Artikel I

Aan het eilandgebied Curaçao toestemming te verlenen een vrije zone in te stellen, zulks onder de bepalingen van de Landsverordening Vrije Zones 1975 (P.B. 1975, no. 211) en van derzelver uitvoeringsbesluiten, en voorts onder de navolgende voorwaarden en bepalingen:

  • 1.

    het terrein in het Tweede District van Curaçao ter grootte van ongeveer 78120 m2 (acht en zeventig duizend een honderd twintig vierkante meter), waar de vrije zone wordt ingesteld, is omschreven in de meetbrief van de 6de december 1956, no. 214; voormeld terrein omvat niet het perceel grond ter grootte van 8370 m2 (achtduizend driehonderd en zeventig vierkante meter), zoals omschreven in de meetbrief no. 145 van 1968 (P.B. 1968, no. 154);

het in de voorgaande alinea aangegeven terrein, waarop de Vrije Zone is ingesteld, wordt uitgebreid met het perceel kadastraal bekend als kadastrale afdeling 5, sectie 6L, no. 84, groot 39.056 m2 (negen en dertig duizend zes en vijftig vierkante meter) en het perceel kadastraal bekend als kadastrale afdeling 5, sectie 5M, no. 109, groot 44.524 m2 (vier en veertig duizend vijfhonderd vier en twintig vierkante meter)

  • 2.

    ten behoeve van de bewakingsambtenaren zullen door of vanwege en op kosten van het eilandgebied Curaçao ten hoogste vier wachthuisjes worden gebouwd, waarvan de constructie en ligging van te voren door de Directeur der Belastingen, of degene die namens hem optreedt, moet zijn goedgekeurd;

  • 3.

    de poorten in de omheining van de vrije zone zullen zodanig gesloten zijn, dat zij slechts met medewerking van de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen kunnen worden geopend;

  • 4.

    opslag in de vrije zone mag niet plaats vinden binnen een afstand van acht meter van de omheining gemeten;

  • 5.

    elke dienstverlening door de douane, betrekking hebbende op de in- en uitslag van goederen, buiten de gewone uren vermeld in artikel 2 van het Besluit van de 3de december 1908 (P.B. 1945, no. 143) tot uitvoering van de Algemene Verordening LU. en D. 1908, dient te worden vergoed op de voet van het tarief opgenomen in voormeld Besluit van de 3de december 1908, zoals dit Besluit is of zal worden gewijzigd;

  • 6.

    door het eilandgebied Curaçao zullen maandelijks aan het Land worden vergoed de kosten van bewaking van de grenzen der vrije zone door de ambtenaren der invoerrechten en accijnzen, berekend naar reden van het tarief genoemd in artikel 3 van het onder punt 5 vermelde besluit;

  • 7.

    de voorwaarden, waaraan de vrije zone moet voldoen, zijn de volgende:

    • a.

      Voor de omheining gelden de navolgende voorschriften:

1°. Het betreffende terrein moet afgezonderd zijn van het omliggende terrein door een omheining van gevlochten netwerk van gegalvaniseerd ijzerdraad van ten minste no. 6 dikte draad, met geen grotere mazen dan vijf centimeter, en hebbende een hoogte over de gehele lengte van ten minste drie meter boven de betonnen fundatiemuren waarin zijn aangebracht de palen, waaraan de omheining wordt bevestigd.

2°. Het netwerk dient stevig te zijn bevestigd aan de binnenkant van de palen en moet tevens zo laag zijn aangebracht dat het de grond raakt.

3°. Boven het netwerk moeten zijn aangebracht ten minste drie strengen gegalvaniseerd prikkeldraad van het vierpunten type, elke streng bestaande uit twee draden no. 12½ dikte draad. Deze drie strengen moeten gehecht zijn aan metalen armen, die, onder een hoek van ongeveer 45° naar binnen gebogen en naar boven gericht, aan de bovenkant van elke paal bevestigd moeten zijn. Deze strengen moeten parallel lopen met een tussenruimte van zeven en een half à tien centimeter.

4°. De palen dienen van degelijk beton of staal te zijn vervaardigd en in betonnen fundaties te zijn aangebracht van niet minder dan een meter diepte en vijf en twintig centimeter dikte. Zij mogen niet verder dan drie meter van elkaar verwijderd zijn. In de hoeken en aan de poorten dienen degelijk verankerde stutten de palen te ondersteunen.

5°. De hekken in de poorten moeten zijn vervaardigd van hetzelfde materiaal en zullen dezelfde hoogte hebben als de omheining en aan de bovenkant dezelfde constructie hebben als onder 3°. omschreven.

6°. Het hang- en sluitwerk dient van degelijke kwaliteit te zijn en in overeenstemming met het materiaal en de sterkte die voor dergelijk hekwerk vereist zijn.

  • b.

    Indien gevels van gebouwen staan in of buiten de vrije zone of op of langs de grens van de vrije zone, zal, in afwijking van de onder a gegeven regelen, de afsluiting van het terrein ter plaatse op een door de Directeur der Belastingen of degene, die namens hem optreedt, te bepalen wijze moeten worden aangebracht.

  • c.

    Indien door de exploitant verzocht, kan de Directeur der Belastingen of degene, die namens hem optreedt, toestemmen dat van de onder a gegeven regelen wordt afgeweken, met dien verstande dat de dan op te trekken omheining minstens gelijke waarborgen van kwaliteit en veiligheid biedt, een en ander ter beoordeling van voornoemde Directeur of degene, die namens hem optreedt.

  • d.

    Waar de grens van de vrije zone langs publieke wateren loopt dient tussen dat water en de omheining als bovenomschreven een ruimte te worden opengelaten van ten minste zes meter breedte, welke dienen moet voor de patrouillering door de ambtenaar der Belastingen.

  • e.

    Tenzij hiertoe de toestemming van de Directeur der Belastingen of degene, die namens hem optreedt, is verkregen, mogen de vrije zones niet grenzen aan particuliere gronden.

  • f.

    De omheining moet, ten genoegen van de Directeur der Belastingen of degene, die namens hem optreedt, voorzien zijn van doel matige electrische verlichtingsinstallaties. De verlichting moet gedurende de tijd, door de Directeur der Belastingen of degene, die namens hem optreedt, nodig geoordeeld, worden ingeschakeld.

Artikel II

Te bepalen dat dit landsbesluit in het Publicatieblad zal worden opgenomen.