Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSVERORDENING van de 25ste Juni 1953 tot vaststelling van aanvullende bepalingen voor de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie, werkzaam in het district de Nederlandse Antillen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 25ste Juni 1953 tot vaststelling van aanvullende bepalingen voor de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie, werkzaam in het district de Nederlandse Antillen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 25ste Juni 1953 tot vaststelling van aanvullende bepalingen voor de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie, werkzaam in het district de Nederlandse Antillen

Artikel 1

In het district de Nederlandse Antillen van de Scheepvaartinspectie is werkzaam een inspecteur voor de scheepvaart, die als hoofd van het district, tevens hoofd van dienst, optreedt, met standplaats het eiland Curaçao. De Gouverneur kan, zo nodig, een of meer experts bij de Scheepvaartinspectie benoemen.

Artikel 2

Alvorens hun betrekking te aanvaarden leggen de in artikel 1 bedoelde ambtenaren in handen van het lid van de Regeringsraad, dat belast is met de zaken, verkeer en vervoer betreffende, de navolgende eed of belofte af:

„Ik zweer (beloof) trouw aan de Koningin; dat ik de mij als ambtenaar opgedragen taak met nauwgezetheid en getrouwheid zal ten uitvoer brengen;

dat ik de bevelen van allen, die boven mij gesteld zijn, stipt en met alle ijver zal opvolgen, aan niemand behalve mijn superieuren of bij een onderzoek zal openbaren de zaken of handelingen van mijn ambt, die geheim behoren te worden gehouden en in het algemeen alles zal doen wat een goed ambtenaar betaamt.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.

(Dat beloof ik)".

Artikel 3

Het hoofd van de Scheepvaartinspectie in de Nederlandse Antillen is gemachtigd in zijn ambtsgebied reizen te maken, welke voor een goede uitoefening van de dienst van de Scheepvaartinspectie noodzakelijk zijn en kan de onder hem werkzame ambtenaren van de Scheepvaartinspectie machtigen tot een gelijk doel.

Artikel 4

Bij de uitoefening van hun ambt zijn de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie steeds voorzien van een hen door het in artikel 2 bedoelde lid van de Regeringsraad af te geven legitimatiekaart.

Artikel 5

  • 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, doen een afschrift van de door hen opgemaakte processen-verbaal toekomen aan het hoofd van de Scheepvaartinspectie in de Nederlandse Antillen.

  • 2. Op gelijke wijze wordt zo mogelijk het gevolg, dat een proces-verbaal heeft gehad, ter kennis van het hoofd van de scheepvaartinspectie in de Nederlandse Antillen gebracht.

Artikel 6

Deze landsverordening treedt in werking tegelijk met de Wet van 19 Juli 1950 (Stbl. K 300; P.B. 1950, no. 127) houdende nadere wijziging van de Schepenwet.