Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

BESCHIKKING van den 15den September 1939 no. 3569, tot vaststelling van een Instructie voor de Schoolartsen, bedoeld in artikel 5 van het Schoolartsenbesluit 1939 (P.B. 1939, no. 99)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingBESCHIKKING van den 15den September 1939 no. 3569, tot vaststelling van een Instructie voor de Schoolartsen, bedoeld in artikel 5 van het Schoolartsenbesluit 1939 (P.B. 1939, no. 99)
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Schoolartsenbesluit 1939” (P.B. 1939 no. 99), artikel 5
  2. Onderwijsverordening 1935” (P.B. 1935 no. 43) artikel 8, 9 en 153
  3. Onderwijsbesluit 1935” (P.B. 1935, no. 49), Afd. I en artikelen 95, 96 en 97
  4. Koepokinentingverordening” (P.B. 1916, no. 87)
  5. Besluit Schoolvoeding 1938” (P.B. 1938, no. 16), artikelen 6, 7, 8 en 11

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

BESCHIKKING van den 15den September 1939 no. 3569, tot vaststelling van een Instructie voor de Schoolartsen, bedoeld in artikel 5 van het Schoolartsenbesluit 1939 (P.B. 1939, no. 99)

Artikel 1

den Directeur van den Openbaren Gezondheidsdienst, hierna te noemen „Directeur”. Hij houdt het toezicht, bedoeld in artikel 1 van het „Schoolartsen besluit 1939” en is daarvoor verantwoordelijk aan den Directeur.

Artikel 2

De schoolarts is belast met:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan den Directeur, ten aanzich van de toepassing van de artikelen 8 en 9 van de „Onderwijsverordening 1935” (P.B. 1935, no. 43);

  • b.

    het uitbrengen van advies aan den Directeur omtrent onderwerpen waarover dezen of den schoolarts door den Inspecteur van het Onderwijs advies is gevraagd;

  • c.

    de werkzaamheden van de Gouvernements-geneeskundige, bedoeld in de artikelen 6, 7, 8 en 11 van het „Besluit Schoolvoeding 1938”, (P.B. 1938, no. 16) wat betreft de eilanden Curaçao en Aruba;

  • d.

    het uitoefenen van voortdurende controle op de uitvoering der voorschriften betreffende de koepokinenting, voorzover de onderwijsinrichtingen daarbij betrokken zijn, speciaal van de artikelen 95, 96 en 97 van het Onderwijsbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 49);

  • e.

    het onderzoek naar de geestelijke en lichamelijke gesteldheid, den toestand der zintuigen en organen, en de houding van alle leerlingen toegelaten tot het onderwijs, van welke aard ook, en met het uitbrengen van advies hierover aan de ouders en de huisartsen der leerlingen en de hoofden der inrichtingen, met inachtneming van het ambtsgeheim;

  • f.

    het opsporen van achterlijke en andere voor het gewone klassikale onderwijs ongeschikte leerlingen op aanwijzing der betrokken leerkrachten;

  • g.

    het geven van voorlichting aan de leerkrachten inzake hygiëne en voedingsleer.

De Directeur kan verder aan den schoolarts bijzondere opdrachten geven, in het bijzonder gedurende schoolvacanties, doch alleen voorzoover de schooldienst zulks toelaat.

Artikel 3

De schoolarts is verplicht aanteekening te houden van zijn bevindingen omtrent schoolgebouwen, leerlingen en leerkrachten, en na afloop van elke maand, doch voor den 10den der maand, een beknopt overzicht in tweevoud van zijn werkzaamheden over de maand waarop het overzicht betrekking heeft in te dienen aan den Directeur. Een der exemplaren zendt de Directeur, voorzien van zijn aanteekeningen aan den Inspecteur van het Onderwijs. De wijze van aanteekenen wordt door den Directeur, gehoord den schoolarts, vastgesteld, de vorm van het beknopt overzicht door den Directeur, den Inspecteur van het Onderwijs en den Schoolarts. Voorzoover de schoolarts het noodig acht van zijn bevinding eerder kennis te geven aan den Directeur zal hij zulks doen. De Directeur zal naar bevind van zaken den Inspecteur van het Onderwijs inlichten.

Artikel 4

De ambtskringen en standplaatsen der schoolartsen worden vastgesteld door den Gouverneur.

Artikel 5

De schoolarts mag geen particuliere praktijk uitoefenen en geen ambten of bedieningen waarnemen, dan die, waarvoor hij toestemming of opdracht heeft verkregen van den Gouverneur.

Artikel 6

Het onderzoek der leerlingen geschiedt zooveel mogelijk afzonderlijk. Leidt een onderzoek den schoolarts tot de conclusie, dat geneeskundige behandeling van een leerling wenschelijk is, dan deelt hij dit onverwijld schriftelijk mede aan de ouders of verzorgers en aan den arts hunner keuze; hiertoe kan hij de tusschenkomst van het hoofd der school inroepen.

Artikel 7

De schoolarts treedt, behoudens in gevallen waarin hij overeenkomstig artikel 5 toestemming of opdracht van den Gouverneur heeft, niet op als behandelend geneesheer. Hij kan echter in dringende gevallen bij zijn onderzoek op de school de maatregelen nemen, die hij noodig oordeelt.

Artikel 8

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2 sub c, d, e en f let de schoolarts bij zijn bezoek in de eerste plaats op nieuw ingeschreven leerlingen.

Artikel 9

De schoolarts brengt jaarlijks v??r den 1sten Februari aan den Directeur een beredeneerd schriftelijk verslag uit over zijn verrichtingen en bevindingen in het afgeloopen kalender jaar, in drievoud. De Directeur zendt een exemplaar daarvan voorzien van zijn aanteekeningen, v??r 1 Maart aan den Inspecteur van het Onderwijs, zoomede, voor wat Aruba betreft een exemplaar aan den Gezaghebber. De vorm waarin het verslag moet worden opgemaakt, wordt door den Directeur en voormelden Inspecteur, gehoor den schoolarts, vastgesteld.

Artikel 10

De schoolarts bezoekt alle inrichtingen, welke krachtens artikel 1 dezer instructie onder zijn toezicht vallen, ten minste eenmaal in elk kalenderjaar, die, waar schoolvoeding verstrekt wordt, ten minste tweemaal. Opdrachten tot het bezoeken der scholen buiten Curaçao en Aruba worden uitgevaardigd door den Directeur, welke te dezer zake in overeenstemming handelt met den Inspecteur van het Onderwijs, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 sub b van het Schoolartsenbesluit 43. Van een dergelijk bezoek wordt de Gezaghebber van het betrokken eiland vooraf in kennis gesteld door den Directeur of den schoolarts.

Artikel 11

In voorkomende spoedgevallen kunnen de hoofden van scholen onmiddellijk de hulp en voorlichting van den schoolarts inroepen. Schriftelijke adviezen kunnen alléén via den Directeur worden verkregen.

De schoolarts doet van in spoedgevallen gegeven hulp of voorlichting mededeeling in zijn verslag aan den Directeur.

Artikel 12

De schoolarts is verplicht, zooveel mogelijk – dit ter beoordeling van den Directeur in overleg met den Inspecteur van het Onderwijs – op alle werkdagen gedurende de schooltijden het onderzoek der leerlingen, bedoeld in artikel 2, sub c, d, e, en f dezer instructie, binnen de schooltijden te verrichten, de overige hem, opgedragen werkzaamheden betreffende den schoolartsendienst, buiten deze schooltijden.

Artikel 13

De jaarlijksche vrijstelling van dienst van den schoolarts wordt door den Directeur zoodanig geregeld, dat deze zooveel mogelijk onder de gebruikelijke vacantiën der onderwijsinrichtingen valt.

Artikel 14

De schoolarts houdt geregeld contact met de leerkrachten en in het bijzonder met den Inspecteur van het Onderwijs. Schriftelijke adviezen worden echter alleen aan den Directeur gegeven.

Artikel 15

Moeilijkheden voortvloeiende uit de toepassing dezer instructie, worden door den Gouverneur, gehoord de betrokkenen, beslist.

Artikel 16

Deze instructie wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van den 1sten September 1939.