Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 13de juli 2001 ter uitvoering van het bepaalde in artikel 38, eerste lid, tweede volzin, en artikel 38, derde lid, van de Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten (P.B. 1996, no. 211)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 13de juli 2001 ter uitvoering van het bepaalde in artikel 38, eerste lid, tweede volzin, en artikel 38, derde lid, van de Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten (P.B. 1996, no. 211)
CiteertitelLandsbesluit College van Beroep inzake Bijzondere Ziektekosten
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten (P.B. 1996, no. 211); artikel 38, eerste lid, tweede volzin, en artikel 38, derde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 13de juli 2001 ter uitvoering van het bepaalde in artikel 38, eerste lid, tweede volzin, en artikel 38, derde lid, van de Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten (P.B. 1996, no. 211)

Artikel 1

  • 1.

    Benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden van het College van Beroep inzake Bijzondere Ziektekosten geschiedt voor de tijd van zes jaren. De leden en plaatsvervangende leden zijn bij hun aftreden terstond herbenoembaar.

  • 2.

    Op hun verzoek wordt hen vóór het verstrijken van het in het vorig lid genoemd tijdvak door de tot benoeming bevoegde instantie ontslag verleend.

  • 3.

    Bij met redenen omkleed besluit van de tot benoeming bevoegde instantie kunnen zij voorts worden ontslagen:

    • a.

      wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf tot gevangenisstraf of hechtenis zijn veroordeeld;

    • b.

      wanneer zij in staat van faillissement zijn verklaard, surséance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld;

    • c.

      wegens wangedrag of onzedelijkheid of bij herhaaldelijk gebleken achteloosheid in de uitoefening hunner functie.

  • 4.

    In geval van tussentijds ontslag of overlijden van een lid of plaatsvervangend lid wordt een nieuw lid onderscheidenlijk plaatsvervangend lid benoemd voor het overblijvende deel der ambtsperiode.

Artikel 2

Alvorens hun ambt te aanvaarden leggen de leden en plaatsvervangende leden in handen van de Minister de eed of belofte af dat zij de verplichtingen, aan hun ambt verbonden, naar behoren en getrouw zullen vervullen.

Artikel 3

  • 1. Het is de leden en de plaatsvervangende leden vergund reis- en verblijfkosten te declareren wanneer werkzaamheden van het College op een ander eiland dan waarop zij woonachtig zijn dienen plaats te vinden, een en ander conform het bepaalde in de Beschikking van de 20ste juni 1933, no. 700, houdende vaststelling van een regeling der vergoeding voor reis- en teerkosten, gelijk mede voor verhuiskosten binnen de Nederlandse Antillen (P.B. 1958, no. 153).

  • 2. Het Landsbesluit Verzekering Vliegrisico's 1952 (P.B. 1952, no. 10) is op de leden en plaatsvervangende leden van het College van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4

  • 1. Aan de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het College wordt voor het bijwonen van de bijeenkomsten van het College als presentiegeld een vergoeding toegekend van NAF. 500,-- per maand.

  • 2. Aan de overige leden van het College en hun plaatsvervangers wordt voor het bijwonen van de bijeenkomsten van het College als presentiegeld een vergoeding toegekend van NAF. 250,-- per maand

  • 3. Dit presentiegeld wordt door een lid of een plaatsvervangend lid slechts genoten indien deze in de daarmee corresponderende maand tenminste één bijeenkomst van het College heeft bijgewoond.

Artikel 5

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin het geplaatst is.

Artikel 6

Dit landsbesluit kan worden aangehaald als: Landsbesluit College van Beroep inzake Bijzondere Ziektekosten.