Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSVERORDENING van de 11de juli 1996 houdende regels inzake de bevriezing van de indexering van de bezoldiging of het loon van overheidsdienaren en het pensioen of de uitkering bij wijze van pensioen van gewezen overheidsdienaren (Landsverordening bevriezing indexering)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 11de juli 1996 houdende regels inzake de bevriezing van de indexering van de bezoldiging of het loon van overheidsdienaren en het pensioen of de uitkering bij wijze van pensioen van gewezen overheidsdienaren (Landsverordening bevriezing indexering)
CiteertitelLandsverordening bevriezing indexering
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 11de juli 1996 houdende regels inzake de bevriezing van de indexering van de bezoldiging of het loon van overheidsdienaren en het pensioen of de uitkering bij wijze van pensioen van gewezen overheidsdienaren (Landsverordening bevriezing indexering)

Artikel 1

In deze landsverordening wordt verstaan onder overheidsdienaren:

  • a.

    de ambtenaren in de zin van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (P.B. 1964, 159) in dienst van de Nederlandse Antillen, alsmede de in artikel 2, eerste lid, onderdelen b tot en met g, van die landsverordening bedoelde personen;

  • b.

    de ambtenaren in de zin van de Landsverordening van de 29ste augustus 1978 houdende regelen betreffende de rechtstoestand van de landsdienaren, werkzaam bij het Bureau Buitenlandse Betrekkingen van de Nederlandse Antillen (P.B. 1978, 261);

  • c.

    de ambtenaren in de zin van de Landsverordening van de 8ste december 1964 houdende regelen betreffende de rechtstoestand van de landsdienaren ten kabinette van de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen in Nederland (P.B. 1964, 160);

  • d.

    de werklieden in de zin van de Werkliedenverordening 1944 (P.B. 1978, no. 376) in dienst van de Nederlandse Antillen;

  • e.

    de werknemers in dienst van de Nederlandse Antillen of enig ander binnen de Nederlandse Antillen gevestigd openbaar lichaam van de Nederlandse Antillen op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht;

  • f.

    de leden van de Staten van de Nederlandse Antillen;

  • g.

    de leden van de eilandsraad van de eilandgebieden Bonaire, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten;

  • h.

    de gedeputeerden van de eilandgebieden Bonaire, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten;

  • i.

    de Gevolmachtigde Minister;

  • j.

    de wetenschappelijke staf, de secretaris en het overige personeel van de Universiteit van de Nederlandse Antillen;

  • k.

    de secretaris en het personeel van de Algemene Rekenkamer;

  • l.

    de directeur en het overige personeel van de Landsloterij;

  • m.

    het personeel van de Sociale Verzekeringsbank;

  • n.

    de directeur en het overige personeel van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen.

Artikel 2

Er vindt geen algemene aanpassing plaats in verband met de ontwikkeling van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie van:

  • a.

    de bezoldiging van overheidsdienaren;

  • b.

    het loon van overheidsdienaren;

  • c.

    het pensioen van gewezen overheidsdienaren; en

  • d.

    de uitkering, alsmede de onderstand bij wijze van pensioen van gewezen overheidsdienaren.

Artikel 3

  • 1. In afwijking van artikel 2 wordt over de periode 1 januari 1993 tot en met 31 december 1996 aan de overheidsdienaren en de gewezen overheidsdienaren ter compensatie van de gestegen kosten van levensonderhoud een vergoeding toegekend in de vorm van een verhandelbare obligatie.

  • 2. De vergoeding wordt berekend overeenkomstig de in de bij deze landsverordening behorende bijlage aangegeven methodiek, rekening houdende met de prijsontwikkeling gedurende de periode 1 januari 1992 tot en met 31 december 1995.

Artikel 4

Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan het bestuurscollege van een eilandgebied bepalen dat de artikelen 1, 2 en 3 van deze landsverordening van overeenkomstige toepassing zijn ten aanzien van de werklieden en ambtenaren in dienst van dat eilandgebied, ten aanzien van personen met wie door het eilandgebied een overeenkomst naar burgerlijk recht gesloten is, en ten aanzien van personen in dienst van een met het eilandgebied nauw verbonden rechtspersoon of instelling of van het bestuur van een bijzondere school in de zin van de Landsverordening basisonderwijs (P.B. 1979, no. 28), de Landsverordening voortgezet onderwijs (P.B. 1979, no. 29) of de Onderwijsverordening 1935 (P.B. 1954, no. 43), voor zover het loon of de bezoldiging van deze personen in overeenstemming met een voor werknemers van het eilandgebied geldende regeling is vastgesteld.

Artikel 5

Het in artikel 4 bedoelde eilandsbesluit regelt de toepassing van de landsverordening zodanig, dat deze niet later dan 1 september 1996 aanvangt.

Artikel 6

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 1996 en vervalt met ingang van 31 december 1998.

Artikel 7

Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening bevriezing indexering.

BIJLAGE

behorende bij de Landsverordening van de 11de juli 1996 houdende regels inzake de bevriezing van de indexering van de bezoldiging of het loon van overheidsdienaren en het pensioen of de uitkering bij wijze van pensioen van gewezen overheidsdienaren (Landsverordening bevriezing indexering).

METHODIEK BEREKENING VERGOEDING 1993 - 1996

Afhankelijk van het stijgingspercentage van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie, dat door het Centraal Bureau voor de Statistiek is gepubliceerd, in de periode 1 januari tot en met 31 december van enig jaar gedurende de periode van 1 januari 1992 tot en met 31 december 1995 wordt in het daarop volgend jaar compensatie geboden.

Bij een stijging van:Vindt de volgende compensatie plaats:
minder dan 2%0%
2% of meer doch minder dan 4%60%
4% of meer40%

Met dien verstande dat de compensatie in een hogere trap nimmer minder mag bedragen dan de hoogste compensatie in de voorafgaande trap.