Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 22 september 1994 ter uitvoering van artikel 20 van het Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96) en van de Ministeriële Beschikking van de 16de januari 1976 ter uitvoering van de artikelen 10 en 20 van het Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING van de 22 september 1994 ter uitvoering van artikel 20 van het Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96) en van de Ministeriële Beschikking van de 16de januari 1976 ter uitvoering van de artikelen 10 en 20 van het Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96)
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorMinister van Verkeer en Vervoer
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96), artikel 20

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 22 september 1994 ter uitvoering van artikel 20 van het Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96) en van de Ministeriële Beschikking van de 16de januari 1976 ter uitvoering van de artikelen 10 en 20 van het Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96)

VFR-nachtvluchten

Artikel 1

Aan gezagvoerders van militaire luchtvaartuigen wordt vrijstelling verleend van het verbod tot het uitvoeren van VRF vluchten in de periode tussen zonsondergang en zonsopkomst, mits zulks geschiedt onder nakoming van het gestelde in de artikelen 2 tot en met 4.

Minimum vlieghoogte

Artikel 2

Tenzij noodzakelijk om op te stijgen of te landen is het verboden een in artikel 1 van dit besluit

bedoelde vlucht uit te voeren beneden de volgende vlieghoogte:

  • a.

    boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden, uitgezonderd gebieden met petrochemische industrie, dan wel boven mensenverzamelingen: voor vastvleugelige vliegtuigen ten minste 300 meter, voor hefschroefvliegtuigen ten minste 200

meter boven de hoogste hindernis binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig;

  • b.

    boven gebieden met petrochemische industrie: ten minste 750 meter boven grond of water;

  • c.

    elders dan onder a en b aangegeven:

    • 1.

      voor vastvleugelige vliegtuigen:

  • a.

    boven land, de zeestrook van 1852 meter (1NM) vanaf de kust inbegrepen, ten minste 300 meter boven grond of water;

  • b.

    boven zee buiten 1852 meter (1NM) van de kust ten minste 100 meter boven water.

    • 2.

      voor hefschroefvliegtuigen:

  • a.

    boven land, de zeestrook van 1852 meter (1NM) vanaf de kust inbegrepen, ten minste 100 meter boven grond of water;

  • b.

    boven zee buiten 1852 meter (1NM) van de kust ten minste 50 meter boven water.

Zichtweersomstandigheden

Artikel 3

Aan gezagvoerders wordt de in artikel 1 bedoelde vrijstelling verleend indien de volgende zichtweersomstandigheden in acht worden genomen:

  • a.

    het vliegzicht is gelijk aan of groter dan 5 kilometer voor vastvleugelige vliegtuigen en 3 kilometer voor hefschroefvliegtuigen;

  • b.

    de horizontale afstand van het luchtvaartuig tot de wolken is gelijk aan of groter dan 600 meter;

  • c.

    de verticale afstand van het luchtvaartuig tot de wolken is gelijk aan of groter dan 150 meter.

Routes en gebieden

Artikel 4

De in artikel 1 bedoelde vluchten dienen te worden uitgevoerd langs tevoren met de luchtverkeersdienst overeengekomen routes op tevoren met deze dienst overeengekomen hoogtes danwel binnen tevoren met de luchtverkeersdienst overeengekomen gebieden.

Overige bepalingen

Artikel 5

Met gezagvoerders van militaire vliegtuigen kunnen met inachtneming van de bepalingen van het Toelatingsbesluit Vreemde Militaire Luchtvaartuigen (P.B. 1935, no. 76) worden gelijkgesteld gezagvoerders van vliegtuigen die door de aard van hun vluchtopdracht tussen zonsondergang en zonsopkomst vluchten dienen uit te voeren volgens VRF.