Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIELE BESCHIKKING van de 9de december 2004, ter verlening van mandaat en ondermandaat aan de Chefs de Poste van de Koninksrijksvertegenwoordigingen in het buitenland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIELE BESCHIKKING van de 9de december 2004, ter verlening van mandaat en ondermandaat aan de Chefs de Poste van de Koninksrijksvertegenwoordigingen in het buitenland
CiteertitelMandaatbeschikking visa
Vastgesteld doorMinister van Justitie
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening toelating en uitzetting, artikel 3, eerste lid, onderdeel 1°, onder b Toelatingsbesluit, artikel 7, eerste lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2005Nieuwe regeling

09-12-2004

P.B. 2004, no. 93

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING van de 9de december 2004, ter verlening van mandaat en ondermandaat aan de Chefs de Poste van de Koninksrijksvertegenwoordigingen in het buitenland

Artikel 1

  • 1. In deze beschikking wordt verstaan onder:

    • a.

      mandaat: de bevoegdheid om namens en onder verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie beschikkingen te nemen;

    • b.

      ondermandaat: de bevoegdheid van degene aan wie het mandaat verleend is om het mandaat, bedoeld onder a, door te verlenen.

  • 2. De Minister van Justitie en het Plaatselijk Hoofd van Politie blijven bevoegd om de in artikel gemandateerde bevoegdheden uit te oefenen, alsmede om per geval of in het algemeen instructies te geven terzake van de uitoefening van die bevoegdheden.

Artikel 2

  • 1. Aan de Chefs de Poste van de Koninkrijksvertegenwoordigingen in het buitenland wordt mandaat verleend om:

    • a.

      aanvragen tot het verlenen van een visum in behandeling te nemen,

    • b.

      aanvragen tot het verlenen van een visum in te willigen,

    • c.

      aanvragen tot het verlenen van een visum te weigeren, en

    • d.

      visa af te geven.

  • 2. De Chefs de Poste kunnen van het in het eerste lid bedoelde mandaat ondermandaat verlenen aan de aan hen ondergeschikte ambtenaren en onder aan hen ondergeschikt personeel.

Artikel 3

  • 1. In afwijking van artikel 2, eerste lid, onder b, wordt het voornemen tot het inwilligen van een visumaanvraag aan de bevoegde instantie voorgelegd indien:

    • a.

      de aanvrager voorkomt op een signaleringslijst;

    • b.

      het reisdocument van de aanvrager geen reisdocument als bedoeld in artikel 1 van de Toelatingsbeschikking is;

    • c.

      het een aanvraag betreft tot het verlenen van een visum voor zakelijke of staatsrechtelijke doeleinden (staatsbezoeken) met een geldigheidsduur van langer dan één jaar en niet op voorhand toestemming van de bevoegde instantie is ontvangen tot inwilliging van de aanvraag; of

    • d.

      dit op grond van een instructie van de Minister van Justitie is vereist.

  • 2. In afwijking van artikel 2, eerste lid, onder b, kan het voornemen tot het inwilligen van een visumaanvraag aan de bevoegde instantie worden voorgelegd indien:

    • a.

      er twijfel over de referent bestaat;

    • b.

      de geldigheidsduur van het reisdocument de geldigheidsduur van het aangevraagde visum niet dan wel met minder dan drie maanden overschrijdt en er dringende redenen van humanitaire aard of nationaal belang zijn om het visum toch af te geven;

    • c.

      er twijfel bestaat over de authenticiteit van het reisdocument en dit niet door de Koninkrijksvertegenwoordiging gecontroleerd kan worden; of

    • d.

      aan de aanvraag politiek-gevoelige aspecten dan wel aspecten van internationale betrekkingen of buitenlands beleid van de Nederlandse Antillen verbonden zijn.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 5

Deze beschikking wordt aangehaald als: Mandaatbeschikking visa.

Artikel 6

Deze beschikking wordt opgenomen in het Publicatieblad.