Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

VERORDENING tot vereenvoudiging, ten aanzien van kleine woningen en van gronden, waarop kleine woningen zijn of zullen worden gebouwd, van processueele voorschriften, bij vorderingen gegrond op wettelijke voorschriften, omtrent huur en verhuur

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingVERORDENING tot vereenvoudiging, ten aanzien van kleine woningen en van gronden, waarop kleine woningen zijn of zullen worden gebouwd, van processueele voorschriften, bij vorderingen gegrond op wettelijke voorschriften, omtrent huur en verhuur
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bij P.B. 1917, no. 19. is de inwerkingtreding voor de eilanden St. Maarten, Saba en St Eustatius 15 november 1917.

Noot red: Conform P.B. 1958, no. 138 dient Curaçaosch Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vervangen te worden door Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering van de Nederlandse Antillen. Idem geldt voor “Kantonrechter”welke vervangen dient te worden door “rechter”, behorende bij art. 6 en art. 8

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING tot vereenvoudiging, ten aanzien van kleine woningen en van gronden, waarop kleine woningen zijn of zullen worden gebouwd, van processueele voorschriften, bij vorderingen gegrond op wettelijke voorschriften, omtrent huur en verhuur

Artikel 1

Indien het bedrag der verschenen huurpenningen voor kleine woningen niet meer bedraagt dan vijf en zeventig gulden (f. 75.-) vertegenwoordigende een huurschuld over ten hoogste zes maanden tegen een huurprijs van niet meer dan twaalf gulden vijftig cent (f 12.50) per maand, kan de verhuurder daarvoor pandbeslag doen leggen zonder voorafgaand bevel of verlof als bedoeld in artikel 626 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de Nederlandse Antillen.

  • 1.

    het beslag kan worden gedaan zonder voorafgaande bevel of verlof als bedoeld in art. 626 van genoemd Wetboek;

  • 2.

    het beslag wordt gedaan door een deurwaarder, bijgestaan door een beambte van politie, daartoe op Curaçao in het stadsdistrict door den Commissaris of den Inspecteur van politie of, in de buitendistricten door den Districtmeester kosteloos aangewezen. Op de overige eilanden wordt die beambte door het plaatselijk hoofd van politie kosteloos aangewezen.

Artikel 2

Het geding tot invordering van verschenen huurpenningen voor kleine woningen als bedoeld in het vorig artikel, tot van waardeverklaring van het in het vorig artikel bedoeld beslag, alsmede eene vordering tot ontbinding van een huurovereenkomst en tot het al of niet op grond daarvan ontruimen van huizen waarvan de huurprijs, berekend over zes maanden, het bedrag van vijf en zeventig gulden (f 75.-) niet te boven gaat, wordt aanhangig gemaakt door het indienen van een verzoekschrift op ongezegeld papier, volgens door den Gouverneur vast te stellen niet bindend model, bevattende eene opgave van den naam, de voornamen en de woonplaats der verzoekers, van den naam en de woonplaats der wederpartij, zoomede eene mededeeling van de vordering en van de gronden waarop zij steunt, bij welk verzoekschrift den kantonrechter wordt verzocht een dag te bepalen, waarop de zaak ter terechtzitting zal worden behandeld.

Artikel 3

De Kantonrechter bepaalt, indien hem blijkt, dat het verzoekschrift betrekking heeft op eene vordering als in het vorig artikel bedoeld en het overigens aan de aldaar gestelde eischen voldoet, den dag en het uur, waarop de zaak ter terechtzitting zal dienen, waarvan de griffier zoo spoedig mogelijk aan beide partijen, onder bijvoeging voor de wederpartij van een afschrift van het verzoekschrift, bij te adviseeren dienstbrief kennis geeft, welke kennisgeving ten opzichte van partijen de kracht zal hebben van eene dagvaarding.

De dag der terechtzitting zal niet later mogen worden gesteld dan 4 dagen na de ontvangst van het verzoekschrift ter griffie.

Artikel 4

Indien de Kantonrechter het verzoek afwijst op grond dat het geen betrekking heeft op een vordering als in art. 2 bedoeld, of dat het verzoekschrift niet voldoet aan de in dat artikel gestelde eischen, doet hij dit bij eene gemotiveerde beslissing, waarvan de griffier bij te adviseeren dienstbrief mededeeling doet aan den verzoeker.

Artikel 5

Tegen de beslissing van den Kantonrechter in de artikelen 3 en 4 bedoeld is geen hooger beroep toegelaten.

Artikel 6

Met afwijking van art. 108 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de Nederlandse Antillen geschiedt een op grond van art. 2 door de rechter bevolen ontruiming door de deurwaarder op de minuut van het vonnis, zonder verdere aanmaning of andere formaliteiten dan de vertooning dier minuut ter woonplaats van de veroordeelde partij. De ontruiming wordt ten uitvoer gelegd op Curaçao in het stadsdistrict door den Commissaris of den Inspecteur van politie, in een buitendistrict door den districtmeester of door een door dezen daartoe schriftelijk aan te wijzen beambte van politie, die tevens belast is met de vertooning der minuut.

De voormelde verrichtingen geschieden op de overige eilanden door het plaatselijk hoofd der politie of door een door hem daartoe schriftelijk aan te wijzen beambte van politie.

Alle voormelde verrichtingen geschieden kosteloos.

Artikel 7

Wanneer eenige rechterlijke beslissing wordt verzocht betrekkelijk tot eene vordering in de artikelen 1 en 2 bedoeld, kan het daartoe strekkende request op ongezegeld papier ingediend worden, en zal de beschikking vrij zijn van zegel en wijders vrij van alle kosten worden uitgereikt.

Artikel 8

Hij, die in rechten optreedt in een geding als in deze verordening bedoeld, wordt, indien hij een bewijs van onvermogen overlegt, bij artikel 738, tweede lid van het Curaçaosch Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vermeld, geacht van den rechter vergunning te hebben verkregen om kosteloos te procedeeren.

Deze bepaling geldt niet ten aanzien van dengene, die zijne reeds vroeger afgewezen vordering andermaal aanhangig maakt.

Artikel 9

De bepalingen der vorige artikelen zijn ook toepasselijk op huur van kleine gronden, waarop kleine woningen zijn of zullen worden gebouwd, wanneer de verschenen huurpenningen niet meer bedragen dan vijf en zeventig gulden (f 75.--) vertegenwoordigende eene huurschuld over ten hoogste zes maanden tegen een huurprijs van niet meer dan twaalf gulden vijftig cent (f 12.50) per maand.

Een op grond van dit artikel door den kantonrechter bevolen ontruiming geschiedt niet dan 2 dagen na de vertooning van de minuut van het daarop betrekkelijk vonnis.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op een door den Gouverneur te bepalen tijdstip.