Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSVERORDENING van de 22ste oktober 1958 nopens de registratie van schutter- en dienstplichtigen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 22ste oktober 1958 nopens de registratie van schutter- en dienstplichtigen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 22ste oktober 1958 nopens de registratie van schutter- en dienstplichtigen

Artikel 1

In afwijking van het daaromtrent in de Schutterijlandsverordening 1940 (P.B. 1940, no. 81) en het Schutterijbesluit 1940 (P.B. 1940, no. 129) bepaalde, vindt de verzameling en verstrekking van gegevens nopens de inschrijving en registratie van schutterplichtigen en van tot de Nederlandse krijgsmacht behorende dienst- en reserveplichtigen plaats overeenkomstig het in het hiernavolgende artikel bepaalde.

Artikel 2

  • 1. De bestuurscolleges der onderscheiden eilandgebieden zijn verplicht er zorg voor te dragen dat in hun eilandgebied, op door hen te bepalen wijze, wordt bijgehouden:

    • a.

      een register van schutterplichtigen behorende tot de jaarklassen welke reeds opgeroepen zijn geweest;

    • b.

      een register van schutterplichtigen welke ingevolge artikel 2 van de Schutterijlandsverordening 1940 (P.B. 1940, no. 81) zullen kunnen worden opgeroepen;

    • c.

      een register van het reservepersoneel en de gewone dienstplichtigen van de Koninklijke Marine, de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht en van de personen die van zulke dienstplicht zijn uitgesloten of vrijgesteld.

  • 2. Door of vanwege de bestuurscolleges wordt jaarlijks in de maand januari bij de Minister van Algemene Zaken ingediend een opgave, bevattende de namen, geboortedatum, geboorteplaats en beroep of ambtelijke functie van de personen die ingevolge artikel 2 van de Schutterijlandsverordening 1940 (P.B. 1940, no. 81) in het afgelopen jaar schutterplichtig zijn geworden.

  • 3. Door of vanwege de bestuurscolleges wordt maandelijks bij de Minister van Algemene Zaken ingediend een opgave, bevattende de in het vorige lid bedoelde gegevens zomede het adres, de datum van aankomst en eventueel van vertrek of overlijden van alle mannelijke Nederlanders van de leeftijd van 18 tot 45 jaar, die:

    • a.

      in het bevolkingsregister worden ingeschreven;

    • b.

      van het bevolkingsregister worden afgevoerd;

    • c.

      blijkens gegevens van het bevolkingsregister verhuizen of van adres veranderen.

  • 4. De opgave van adresveranderingen als bedoeld onder c van het vorige lid geschiedt uitsluitend ten aanzien van de schutterplichtigen behorende tot de jaarklassen welke reeds zijn of zullen worden opgeroepen en het reserve- en dienstplichtig personeel opgenomen in het register genoemd in artikel 2, eerste lid.

  • 5. De bestuurscolleges zijn verplicht de Minister van Algemene Zaken op diens verzoek alle door deze verlangde inlichtingen te verstrekken over de naleving der bepalingen van deze landsverordening en van de daarop berustende voorschriften, waarvan de uitvoering aan organen en diensten van de eilandgebieden is opgedragen.

  • 6. Indien de Minister van Algemene Zaken bevindt, dat de uitvoering als bedoeld in het vorige lid onvoldoende is, geeft hij daarvan kennis aan het bestuurscollege, onder vermelding van de maatregelen welke getroffen dienen te worden.

  • 7. Worden de aangegeven maatregelen niet getroffen, dan wordt de uitvoering der regeling geacht in de zin van het tweede lid van artikel 68 der Eilandenregeling Nederlandse Antillen niet te hebben plaatsgevonden.

Artikel 3

Iedere mannelijke Nederlander, die behoort tot het reservepersoneel en de gewone dienstplichtigen der Koninklijke Marine, de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht of die van de dienstplicht is uitgesloten of vrijgesteld en die aankomt en werkelijke woonplaats verkrijgt in een der onderscheiden eilandgebieden, is verplicht zich binnen twee weken na aankomst te melden ten burele van het bevolkingsregister voor registratie van zijn militaire gegevens door invulling van een vanwege de Militaire Commandant hiervoor beschikbaar te stellen formulier. De ingevulde formulieren worden maandelijks door of vanwege de bestuurscolleges ingediend bij de Minister van Algemene Zaken.

Artikel 4

  • 1. Het niet voldoen aan de in artikel 3 bedoelde meldingsplicht alsmede het door schutterplichtigen en dienstplichtigen verstrekken van onjuiste gegevens of het achterhouden van gegevens wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste ƒ 150,—.

  • 2. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste ƒ 600,— wordt, voor zover het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen er niet in voorziet, gestraft hij, die opzettelijk een der in het eerste lid bedoelde feiten pleegt.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde strafbare feiten worden beschouwd als overtredingen; de in het tweede lid bedoelde worden beschouwd als misdrijven.

Artikel 5

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging.