Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 6de mei 1994 tot wijziging van het Bezoldigingsbesluit dienstplichtigen Nederlandse Antillen 1986 (P.B. 1987, no. 2)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 6de mei 1994 tot wijziging van het Bezoldigingsbesluit dienstplichtigen Nederlandse Antillen 1986 (P.B. 1987, no. 2)
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Onderdelen A, B, C, D, E, lid 3 onder 1 en 3, werken terug tot en met 1 december 1989, onderdeel E, lid 3 onder 2, werkt terug tot en met 1 januari 1987 en onderdelen F en G werken terug tot en met 1 juli 1987

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Dienstplichtverordening 1961, (P.B. 1961, no. 223), artikel 68, eerste lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 6de mei 1994 tot wijziging van het Bezoldigingsbesluit dienstplichtigen Nederlandse Antillen 1986 (P.B. 1987, no. 2)

Artikel I

Het Bezoldigingsbesluit dienstplichtigen Nederlandse Antillen 1986, (P.B. 1987, no. 2) wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 3 wordt een nieuw zesde lid toegevoegd, luidende:

6.De dienstplichtige ontvangt over de tijd, gedurende welke hij in strijd met zijn verplichtingen nalaat zijn dienst te verrichten, geen bezoldiging.

B

  • 1.

    Voor de tekst van artikel 16 wordt het cijfer 1 geplaatst.

  • 2.

    Aan het artikel wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2.

    Deze toelage kan door de Minister worden verhoogd, voor zover bijzondere omstandigheden daartoe naar zijn oordeel aanleiding geven.

C

Na artikel 18 wordt ingevoegd een nieuw hoofdstuk 5a, luidende:

HOOFDSTUK 5A

Tegemoetkoming in de kosten voor officieren, belast met bepaalde funkties.

Artikel 18a

  • 1.

    De officier die is belast met de functie van adjudant van de Gouverneur van Aruba, van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen of van de Commandant der zeemacht in het Caraïbisch gebied heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten die hij in verband met het uitoefenen van zijn functie noodzakelijk moet maken ter zake van:

    • a.

      aanschaf en onderhoud kleding;

    • b.

      gebruik van eigen middelen van vervoer;

    • c.

      overige noodzakelijk te maken kosten ten behoeve van representatieve doeleinden.

  • 2.

    Ter verkrijging van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, dient de officier een daartoe strekkend verzoek in bij de Minister.

D

Na artikel 19 wordt toegevoegd een nieuw hoofdstuk 6A, luidende:

HOOFDSTUK 6A

Gratificatie ter zake van een ambtsjubileum

Artikel 19a

  • 1.

    De vrijwillig nadienende dienstplichtige heeft aanspraak op een gratificatie ter zake van een ambtsjubileum, wanneer hij een, naar het oordeel van de Minister eerlijke en trouwe, werkelijke dienst heeft volbracht van:

    • a.

      voor een officier: vijfentwintig jaren, te rekenen vanaf de datum van eerste benoeming tot officier;

    • b.

      voor een onderofficier : vierentwintig jaren, te rekenen vanaf de datum, met ingang waarvan hem op grond van artikel 27, derde lid, van de Dienstplichtverordening 1961 werd vergund als vrijwillig nadienende dienstplichtige in werkelijke dienst te blijven.

  • 2.

    De gratificatie bestaat uit het bedrag van de voor hem geldende bezoldiging per maand, verhoogd met eventuele kindertoelage en kostwinnerstoelage, die de vrijwillig nadienende dienstplichtige genoot op de dag waarop hij de op het ambtsjubileum betrekking hebbende diensttijd heeft volbracht, afgerond naar boven tot een veelvoud van vijf gulden.

  • 3.

    De gratificatie wordt toegekend door de Minister.

E

Artikel 20, derde lid, wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    In de aanhef wordt de zinsnede "alsmede de toelagen als bedoeld in de Hoofdstukken 4 en 5" vervangen door de zinsnede: alsmede de toelage, bedoeld in Hoofdstuk 4;

  • 2.

    Onder wijziging van de letteraanduiding van onderdeel b in c, wordt ingevoegd een nieuw onderdeel b, luidende:

    • b.

      aan het loon verbonden verplichte premie ziektekosten;

  • 3.

    Onderdeel c komt te luiden:

    • c.

      loonbelasting, berekend over de bezoldiging en eventuele toelagen als vorenbedoeld en over de vakantie-uitkering, met dien verstande dat bij de bepaling van het zuiver voljaarsloon, waarvan de verschuldigde loonbelasting wordt afgeleid, uitsluitend rekening wordt gehouden met:

  • 1.

    de bijdrage van de werknemer in de verschuldigde premies ingevolge de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering en de Landsverordening Algemene Weduwen- en Wezenverzekering;

  • 2.

    de aan het loon verbonden verplichte bijdrage van de werknemer voor pensioen en pensioenfonds;

  • 3.

    de aftrek wegens verwervingskosten;

  • 4.

    de kinderaftrek, bedoeld in artikel 23A, eerste lid, onderdeel a, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943.

F

Artikel 23 komt te luiden:

Artikel 23

  • 1.

    De vrijwillig nadienende dienstplichtige die op 1 december 1986 als zodanig in werkelijke dienst is, heeft gedurende de tijd, waarin hij onafgebroken werkelijke dienst verricht, aanspraak op een vergoeding voor extra beslaglegging overeenkomstig de regeling voor vergoeding voor extra beslaglegging zoals die geldt of zal gelden voor dienstplichtigen der zeemacht, die op grond van de Dienstplichtwet in werkelijke dienst zijn.

  • 2.

    Voor het verrichten van een etmaal (wacht)dienst als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling werk- en rusttijden militairen zeemacht wordt bovendien een toelage toegekend . 65,-- in Nederlands courant, indien die (wacht)dienst wordt verricht op een zondag of een dag als bedoeld in artikel 24, tweede en derde lid, van het Reglement rechtstoestand dienstplichtigen (Stb. 1982, no. 280) of een dag als bedoeld in artikel 66 van de Dienstplichtverordening 1961.

  • 3.

    Voor de berekening van de toelage voor een gedeelte van een etmaal wordt een (wacht)dienst van ten minste vijftien achtereenvolgende uren aangemerkt als (wacht)dienst gedurende een geheel etmaal. Voor een (wacht)dienst van minder dan vijftien achtereenvolgende uren wordt de toelage, bedoeld in het tweede lid, gehalveerd.

G

In artikel 24 wordt de zinsnede "de vergoeding voor extra beslaglegging als bedoeld in artikel 23" vervangen door de zinsnede "de vergoeding en de toelage, bedoeld in artikel 23".

Artikel II

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Publicatieblad waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat van Artikel I de onderdelen A, B, C, D en E, onder ten 1 en 3 terugwerken tot en met 1 december 1986, onderdeel E, onder ten 2 tot en met 1 januari 1987 en de onderdelen F en G tot en met 1 juli 1987.