Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 5de juli 1999, houdende verlening van mandaat aan de Directeur Bureau Telecommunicatie en Post ter uitvoering van de bevoegdheden in de artikelen 2, derde lid, 15, eerste lid, 16, derde lid, 18, eerste lid, 18b, eerste lid, en 18c, eerste lid, 19, tweede lid, van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (P.B. 1995, no. 196), de artikelen 6, eerste lid, 8, derde lid, 9, tweede lid, van het Landsbesluit randapparatuur (P.B. 1995, no. 224), 17, 21, eerste lid, en 54, eerste lid, 23, eerste lid, en 56, eerste lid, 38, eerste lid, 69, eerste lid, en 40 van het Landsbesluit radioelektrische inrichtingen (P.B. 1998, no. 18) en de artikelen 16, eerste lid, en 21, eerste lid, van het Landsbesluit draadomroep en kabelinrichtingen (P.B. 1998, no. 20) (Mandaatregeling telecommunicatie)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING van de 5de juli 1999, houdende verlening van mandaat aan de Directeur Bureau Telecommunicatie en Post ter uitvoering van de bevoegdheden in de artikelen 2, derde lid, 15, eerste lid, 16, derde lid, 18, eerste lid, 18b, eerste lid, en 18c, eerste lid, 19, tweede lid, van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (P.B. 1995, no. 196), de artikelen 6, eerste lid, 8, derde lid, 9, tweede lid, van het Landsbesluit randapparatuur (P.B. 1995, no. 224), 17, 21, eerste lid, en 54, eerste lid, 23, eerste lid, en 56, eerste lid, 38, eerste lid, 69, eerste lid, en 40 van het Landsbesluit radioelektrische inrichtingen (P.B. 1998, no. 18) en de artikelen 16, eerste lid, en 21, eerste lid, van het Landsbesluit draadomroep en kabelinrichtingen (P.B. 1998, no. 20) (Mandaatregeling telecommunicatie)
CiteertitelMandaatregeling telecommunicatie
Vastgesteld doorMinister van Verkeer en Vervoer
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpfinanciën en economie; telecommunicatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen, art. 2, derde lid, 15, eerste lid, 16, derde lid, 18, eerste lid, 18b, eerste lid, 18c, eerste lid, 19, tweede lid
  2. Landsbesluit randapparatuur, art. 6, eerste lid, 8, derde lid, 9, tweede lid
  3. Landsbesluit radioelektrische inrichtingen, art. 17, 21, eerste lid, 54, eerste lid, 23, eerste lid, 56, eerste lid, 38, eerste lid, 69, eerste lid, 40
  4. Landsbesluit draadomroep en kabelinrichtingen, art. 16, eerste lid, 21, eerste lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 5de juli 1999, houdende verlening van mandaat aan de Directeur Bureau Telecommunicatie en Post ter uitvoering van de bevoegdheden in de artikelen 2, derde lid, 15, eerste lid, 16, derde lid, 18, eerste lid, 18b, eerste lid, en 18c, eerste lid, 19, tweede lid, van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (P.B. 1995, no. 196), de artikelen 6, eerste lid, 8, derde lid, 9, tweede lid, van het Landsbesluit randapparatuur (P.B. 1995, no. 224), 17, 21, eerste lid, en 54, eerste lid, 23, eerste lid, en 56, eerste lid, 38, eerste lid, 69, eerste lid, en 40 van het Landsbesluit radioelektrische inrichtingen (P.B. 1998, no. 18) en de artikelen 16, eerste lid, en 21, eerste lid, van het Landsbesluit draadomroep en kabelinrichtingen (P.B. 1998, no. 20) (Mandaatregeling telecommunicatie)

Artikel 1

  • 1. De bevoegdheid tot het beheren en toekennen van radiofrequenties als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (P.B. 1995, no. 196), de bevoegdheid tot afgifte van machtigingen voor radio-elektrische zend- en ontvanginrichtingen als bedoeld in de artikelen 15, eerste lid, 16, derde lid, 18, eerste lid, 18b, eerste lid, en 18c, eerste lid, van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (P.B. 1995, no. 196), de bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (P.B. 1995, no. 196), de afgifte van een verklaring van conformiteit als bedoeld in artikel 6, eerste lid, de afgifte van een verklaring van toelating als bedoeld in artikel 8, derde lid, de afgifte van een bewijs van goedkeuring als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van het Landsbesluit randapparatuur (P.B. 1995, no. 224), de registratie van verleende machtigingen en de afgifte van het bewijs van registratie als bedoeld in artikel 17, de afgifte van de verklaring van conformiteit als bedoeld in de artikelen 21, eerste lid, en 54, eerste lid, de afgifte van de verklaring van toelating als bedoeld in de artikelen 23, eerste lid, en 56, eerste lid, de afgifte van het bewijs van goedkeuring als bedoeld in de artikelen 38, eerste lid, en artikel 69, eerste lid, en de afgifte van roepletters als bedoeld in artikel 40 van het Landsbesluit radioelektrische inrichtingen (P.B. 1998, no. 18), de registratie van verleende machtigingen en de afgifte van het bewijs van registratie als bedoeld in artikel 16, en de afgifte van het bewijs van goedkeuring als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van het landsbesluit draadomroep en kabelinrichtingen (P.B. 1998, no. 20) worden gemandateerd aan de Directeur van het Bureau Telecommunicatie en Post.

  • 2. Bij de ondertekening van op grond van de in het eerste lid bedoelde bepalingen opgemaakte stukken wordt expliciet tot uitdrukking gebracht dat de Directeur van het Bureau Telecommunicatie en Post namens de Minister van Verkeer en Vervoer handelt.

Artikel 2

Deze beschikking wordt in het Publicatieblad geplaatst.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die der afgifte van het Publicatieblad waarin het geplaatst is.

Artikel 4

Deze beschikking kan worden aangehaald als: Mandaatregeling telecommunicatie.