Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

Aanschrijving Standaardvoorwaarden voor geruisloze inbreng

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingAanschrijving Standaardvoorwaarden voor geruisloze inbreng
CiteertitelAanschrijving Standaardvoorwaarden voor geruisloze inbreng
Vastgesteld doorDirecteur der Belastingen
Onderwerp
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Niet alle gegevens over de ontstaansbron van de regeling zijn compleet.

Abusievelijk zijn er twee hoofdstukken met als titel "Algemene bepalingen"

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943, art. 8, onder f, 9A, tweede lid
  2. Landsverordening op de Winstbelasting 1940, art. 5A, eerste en tweede lidfinanciën en economie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanschrijving Standaardvoorwaarden voor geruisloze inbreng

Standaardvoorwaarden voor geruisloze inbreng

Hoofdstuk IAlgemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. In deze aanschrijving wordt verstaan onder:

    • a.

      eenmanszaak: een bedrijf waarop de Landsverordening inkomstenbelasting van toepassing is;

    • b.

      inbrenger: degene die zijn eenmanszaak in een nieuw opgerichte naamloze vennootschap inbrengt;

    • c.

      de inspecteur: de Inspecteur der Belastingen.

  • 2. Onder eenmanszaak wordt in deze aanschrijving mede verstaan het aandeel van een ondernemer in een maatschap, een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap.

Artikel 2

Ter zake van de inbreng van een eenmanszaak in een nieuw opgerichte naamloze vennootschap wordt de winst vastgesteld met inachtneming van de artikelen 8 en 9, mits die inbreng is geschied overeenkomstig de voorschriften in de artikelen 3 tot en met 7 van deze aanschrijving.

Hoofdstuk II Algemene bepalingen

Artikel 3

  • 1. De inbrenger en de naamloze vennootschap dienen door middel van een gezamenlijke verklaring binnen twee maanden na de oprichting van de naamloze vennootschap schriftelijk aan de Inspecteur te verklaren dat zij de voorschriften in de artikelen 4 tot en met 7 en 10, voorzover die hen aangaan, aanvaarden. De Inspecteur kan in bijzondere gevallen de termijn van twee maanden verlengen met een maand.

  • 2. De verklaring, bedoeld in het eerste lid, dient vergezeld te zijn van:

    • a.

      de geregistreerde voorovereenkomst van inbreng;

    • b.

      de jaarrekening (verlies- en winstrekening, alsmede begin- en eindbalans) over het aan de oprichting van de naamloze vennootschap voorafgaande boekjaar van de eenmanszaak;

    • c.

      een berekening van de goodwill;

    • d.

      een berekening van het te plaatsen aandelenkapitaal van de naamloze vennootschap, met toelichting;

    • e.

      de fiscale openingsbalans en de commerciële openingsbalans van de naamloze vennootschap;

    • f.

      de akte van oprichting van de nieuw opgerichte naamloze vennootschap.

Artikel 4

  • 1. Alle tot het vermogen van de eenmanszaak behorende activa en passiva dienen te worden ingebracht in de naamloze vennootschap, met dien verstande dat de Inspecteur een uitzondering kan maken voor activa en passiva die geen functie meer in de eenmanszaak vervullen.

  • 2. De naamloze vennootschap dient de overgenomen activa en passiva van de eenmanszaak in haar fiscale openingsbalans op te nemen tegen dezelfde boekwaarde waarvoor deze zijn opgenomen in de fiscale eindbalans van de eenmanszaak.

  • 3. De door de inbrenger gevormde fiscale reserve in de zin van artikel 10, vierde lid, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 dient door de naamloze vennootschap in haar fiscale openingsbalans opgevoerd te worden als een door haar gevormde fiscale reserve.

Artikel 5

De overeenkomst, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, dient te zijn geregistreerd bij de Inspecteur binnen zes maanden na het tijdstip waarop de onderneming voor rekening en risico van de naamloze vennootschap gaat lopen, waarbij het eerste boekjaar van de naamloze vennootschap aanvangt op het tijdstip van afsluiting van het laatste volledige boekjaar van de ingebrachte eenmanszaak.

Artikel 6

Afgezien van creditering ter zake van de op het tijdstip van overgang van de heffing van inkomstenbelasting over de eenmanszaak naar de heffing van winstbelasting materieel verschuldigde belastingen en premies AOV/AWW/AVBZ mag de inbrenger boven de ter zake van het ingebrachte vermogen te ontvangen aandelen in de naamloze vennootschap worden gecrediteerd voor een bedrag van ten hoogste 5% van het nominaal geplaatste en gestorte aandelenkapitaal van de naamloze vennootschap.

Artikel 7

  • 1.

    De ter zake van het ingebrachte vermogen uit te geven aandelen in de naamloze vennootschap moeten, volgestort, a pari bij de inbrenger worden geplaatst.

  • 2.

    Het nominaal geplaatste aandelenkapitaal wordt bepaald aan de hand van de waarde in het economisch verkeer, die op het in artikel 6 bedoelde tijdstip aan het vermogen van de eenmanszaak moet worden toegekend, met dien verstande dat de druk van de winstbelasting op de stille reserves, de goodwill en de vervangingsreserve wordt gesteld op ten hoogste 25% (inclusief opcenten).

Hoofdstuk III De gevolgen van de inbreng

Artikel 8

  • 1. Voor de heffing van winstbelasting bij de naamloze vennootschap en inkomstenbelasting bij de inbrenger wordt de door de eenmanszaak gedreven onderneming beschouwd als rechtstreeks door de naamloze vennootschap te zijn gedreven vanaf het tijdstip van de aanvang van het eerste boekjaar van de naamloze vennootschap, mits de naamloze vennootschap binnen twaalf maanden na de aanvang van het boekjaar tot stand komt en de inbreng eveneens binnen die termijn plaats vindt.

  • 2. Winsten behaald tijdens de periode van terugwerkende kracht, bedoeld in artikel 5, worden toegerekend aan de naamloze vennootschap en worden samengevoegd met de winst van de naamloze vennootschap in haar eerste officiële boekjaar.

Artikel 9

  • 1.

    Voor de toepassing van artikel 5, vierde lid, van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 worden de in de naamloze vennootschap ingebrachte bedrijfsmiddelen van de eenmanszaak niet beschouwd als opnieuw door die vennootschap te zijn verworven.

  • 2.

    De bij de inbrenger bestaande aanspraken op vervroegde afschrijving van die bedrijfsmiddelen gaan over op de naamloze vennootschap.

  • 3.

    Voor de toepassing van artikel 9A, tweede lid, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 wordt de inbreng van bedrijfsmiddelen niet beschouwd als een vervreemding door de inbrenger. Voor de toepassing van artikel 5A, eerste lid, van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 wordt deze inbreng niet beschouwd als een verwerving van die bedrijfsmiddelen door de naamloze vennootschap.

  • 4.

    Voor de toepassing van artikel 5A, tweede lid, van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 wordt investeringsaftrek die bij de inbrenger terzake van ingebrachte bedrijfsmiddelen in aanmerking is genomen, geacht bij de naamloze vennootschap in aanmerking te zijn genomen en wordt de desbetreffende investering door de naamloze vennootschap geacht te hebben plaatsgevonden op het tijdstip dat de investering door de inbrenger heeft plaatsgevonden.

Hoofdstuk IV Vervreemdingsverbod

Artikel 10

  • 1.

    De inbrenger zal gedurende een periode van drie jaren na de datum van oprichting van de naamloze vennootschap het juridische of economische belang bij de daardoor verkregen aandelen slechts mogen vervreemden na voorafgaande toestemming van de Inspecteur.

  • 2.

    Met het vervreemden van aandelen, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval gelijkgesteld het verlenen van een koopoptie, het inkopen van eigen aandelen door de naamloze vennootschap en het gedeeltelijk terugbetalen van hetgeen op de aandelen is gestort, nadat de statuten dienovereenkomstig zijn gewijzigd.

Hoofdstuk V Slotbepaling

Artikel 11

Deze aanschrijving vindt toepassing met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000