Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

AANSCHRIJVING HEFFING VAN OMZETBELASTING BETREFFENDE GROTE TOERISTISCHE PROJECTEN

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingAANSCHRIJVING HEFFING VAN OMZETBELASTING BETREFFENDE GROTE TOERISTISCHE PROJECTEN
Citeertitel
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Landsverordening omzetbelasting 1999
  2. Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

AANSCHRIJVING HEFFING VAN OMZETBELASTING BETREFFENDE GROTE TOERISTISCHE PROJECTEN

§ 1. Algemeen

De toepassing van de wettelijke bepalingen ter zake van de heffing van omzetbelasting, bedoeld in de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no. 43) en de heffing van belasting op bedrijfsomzetten, bedoeld in de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997 (P.B. 1996, no. 210), met betrekking tot grote bouwprojecten in de toeristische sector die voor belastingfaciliteiten als bedoeld in de Landsverordening ter bevordering bedrijfsvestiging en hotelbouw (PB. 1953, no. 194) in aanmerking kunnen komen werkt belemmerend. Om ondernemers te stimuleren om in grote projecten te investeren en bovendien om voor lokale leveranciers een gelijke positie te bewerkstelligen als voor buitenlandse leveranciers is het gewenst om bij aanschrijving te regelen dat lokale leveringen en diensten in dit kader, niet belast worden met omzetbelasting.

Vooruitlopend op een wetswijziging van de Landsverordening ter bevordering bedrijfsvestiging en hotelbouw keur ik goed dat bij zeer grote toeristische projecten, een vrijstelling van omzetbelasting en belasting op bedrijfsomzetten van toepassing is.

Vrijgesteld is de omzetbelasting en belasting op bedrijfsomzetten op leveringen en diensten rechtstreeks ten behoeve van de bouw en eerste inrichting van bedrijfspanden bestemd voor de uitoefening van een bedrijf als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Landsverordening ter bevordering bedrijfsvestiging en hotelbouw met dien verstande dat de bouw en eerste inrichting een investering vergt van tenminste NAF. 50.000.000.-- (vijftig miljoen Nederlands-Antilliaanse guldens) in de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten dan wel ten minste NAF. 10.000.000,-- (tien miljoen Nederlands-Antilliaanse guldens) in een der overige eilandgebieden en in de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten aan tenminste vijfenzeventig dan wel in een der overige eilandgebieden aan ten minste vijftien in de Nederlandse Antillen geboren Nederlanders blijvend werk verschaft.

Doordat het bij dergelijke grote investeringen gebruikelijk is om deze te doen plaatsvinden in verschillende vennootschappen, keur ik tevens goed de vrijstelling toe te passen bij een onderneming, die een onlosmakelijk onderdeel vormt van het gehele toeristische project en een directe ondersteuning biedt aan de onderneming die aan de hierboven genoemde vereisten voldoet waarbij tevens deze onderneming zelf investeert in deze faciliteiten voor op de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten tenminste NAF. 25.000.000,- (vijfentwintig miljoen Nederlands-Antilliaanse guldens), en aan tenminste vijfentwintig in de Nederlandse Antillen geboren Nederlanders blijvend werk verschaft.

Voor de overige eilandgebieden geldt een investeringsbedrag van NAF. 5.000.000,- (vijf miljoen Nederlands-Antilliaanse guldens) en moet blijvend werk worden verschaft aan tenminste vijf in de Nederlandse Antillen geboren Nederlanders.

§ 2. De voorwaarden

Voorwaarden voor verlening van vrijstelling

Voor beide vrijstellingen geldt dat de volgende voorwaarden moeten worden vervuld:

  • 1.

    Een ondernemer die blijkens een op voordracht van de Minister van Financiën vastgesteld Landsbesluit voldoet aan de hierboven genoemde voorwaarden moet de Inspecteur der Belastingen schriftelijk verzoeken om ten hoogste vijfentwintig ondernemers aan te wijzen die van de vrijstellingsregeling gebruik kunnen maken.

  • 2.

    De Inspecteur beslist op het verzoek binnen twee maanden na indiening van het verzoek.

  • 3.

    De aanwijzing gaat in op de dag, waarop de Inspecteur der Belastingen de aanwijzing verstrekt en geldt voor een periode van ten hoogste drie jaren. Het verzoek om aanwijzing wordt ingewilligd indien;

    • a.

      van de aan te wijzen ondernemer een bewijs van inschrijving van de Kamer van Koophandel en Nijverheid Curaçao dan wel een soortgelijk bewijs van het land van vestiging wordt overgelegd;

    • b.

      van de aan te wijzen ondernemer een verklaring van hoedanigheid van de fiscale autoriteiten van het land van vestiging wordt overgelegd. Indien de ondernemer binnen de Nederlandse Antillen is gevestigd kan worden volstaan met overlegging van het CRIB-nummer, en

    • c.

      de aan te wijzen ondernemer tot op het moment van de beslissing van de Inspecteur aan zijn fiscale verplichtingen heeft voldaan; en

    • d.

      zowel de aan te wijzen ondernemer als de verzoeker hun administratie, die moet voldoen aan de bepalingen van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen (P.B. 2001, no. 89), op zodanige wijze inrichten en daarin zodanige gegevens bijhouden dat op eenvoudige wijze de vrijgestelde leveringen en diensten gecontroleerd kunnen worden; en

    • e.

      tussen de aan te wijzen ondernemer en de verzoeker een overeenkomst is gesloten voor een bedrag van tenminste NAF. 100.000,- (honderduizend NederlandsAntilliaanse guldens).

De vrijstelling van omzetbelasting en belasting op bedrijfsomzetten kan worden verleend aan de hoofdaannemer en de ondernemer die prestaties ten behoeve van de bouw en eerste inrichting van bedrijfspanden aan de hoofdaannemer of aan het bedrijf, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Landsverordening ter bevordering bedrijfsvestiging en hotelbouw, verricht.

Wellicht ten overvloede merk ik hierbij op dat de Inspecteur der Belastingen bevoegd is om te allen tijde de verschuldigde omzetbelasting en belasting op bedrijfsomzetten na te heffen, indien ten onrechte geleverd is of diensten zijn verleend met toepassing van de vrijstelling dan wel wanneer na controle is gebleken dat niet aan alle voorwaarden is voldaan.

Intrekking van de aanwijzing

Indien de verzoeker of een aangewezen ondernemer handelt in strijd met de gestelde voorwaarden, kan de Inspecteur de aanwijzing intrekken. De aanwijzing kan tevens worden ingetrokken indien blijkt dat de aangewezen ondernemer niet aan zijn lopende fiscale verplichtingen voldoet.

§ 3 Verplichtingen van de leverancier en dienstverlener

Ondernemers die leveringen verrichten of diensten verlenen met toepassing van de vrijstelling moeten het CRIB-nummer van de afnemer op de factuur vermelden en de transactie opnemen in een lijst.

Verder dient de leverancier of de dienstverlener de aanspraak op toepassing van de vrijstelling aan te tonen aan de hand van boeken en bescheiden en tevens dat hij ter zake van dergelijke leveringen zorgvuldig heeft gehandeld. De door de leverancier of dienstverlener in acht te nemen zorgvuldigheid brengt mee dat hij nagaat of de afnemer bekend is bij de Belastingdienst, hetgeen in ieder geval moet blijken uit het door de afnemer afgegeven CRIB-nummer, dat hem door de Inspecteur der Belastingen is toegekend. In gevallen waarin de leverancier of dienstverlener twijfel heeft of redelijkerwijs zou moeten hebben omtrent de juistheid van het door de afnemer opgegeven CRIB-nummer, zal hij het nummer bij de Belastingdienst moeten verifiëren.

Verder dient de leverancier of dienstverlener, naast het vastleggen van de bijzonderheden van de transactie in de administratie. alle andere bescheiden die de levering met toepassing van deze regeling ondersteunen te bewaren en dient hij bij het nemen van de beslissing over toepassing van de vrijstelling na te gaan of de aard van de beschikbare bewijsstukken deze handelwijze rechtvaardigt. Bij deze beslissing zat ook de aard van de goederen of diensten een rol spelen. De leverancier of dienstverlener dient erop bedacht te zijn dat bij goederen die geschikt zijn voor consumptief gebruik de zorgvuldigheid steeds expliciet aan de orde zal worden gesteld.

De ondernemer die goederen levert of diensten verleent met toepassing van de vrijstelling is verplicht om bij zijn aangifte van omzetbelasting op een aparte bijlage de leveringen per afnemer te specificeren met vermelding van het CRIB-nummer van zijn afnemer. Een model van deze specificatie is als bijlage (bijlage 1) bij deze aanschrijving gevoegd.

§ 4 Maatregel ter voorkoming van misbruik

Ter voorkoming van mogelijk oneigenlijk gebruik van deze vrijstelling zal gedurende een periode van tien jaar na verlening van deze vrijstelling de vrijstelling van de overdracht van een onderneming (thans vervat in de aanschrijving van 2 november 2001 nummer 5839 en op te nemen in artikel 7 van de Landsverordening omzetbelasting 1999 en voor de belasting op bedrijfsomzetten in de aanschrijving van 1 september 2002, nummer 6600/RNA en op te nemen in artikel 8 van de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997), in geval de onderneming als gevolg van vervreemding een andere bestemming krijg buiten toepassing blijven.

Voor het overige blijven de bepalingen van de Landsverordening bedrijfsvestiging en hotelbouw onverkort van toepassing.

§ 4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt heden in werking en werkt terug tot en met 1 juni 2005.