Aanschrijving heffing van omzetbelasting ter zake levering van goederen, die vervaardigd zijn door de lokale industrie

§ 1. Algemeen

Sinds de jaren zeventig bestaat er een stelsel van beschermende maatregelen ten behoeve van lokaal geproduceerde goederen. Vanaf november 2000 zijn een aantal invoerverboden c.q. productiemonopolies afgeschaft, terwijl op 1 januari 2001 de invoerregulering is ingetrokken. Economische heffingen ter zake de invoer op een 34-tal productcategorieën zijn per 1 maart 2001 en per 1 januari 2002 met respectievelijk 15% en 30% afgebouwd, binnen het systeem van geleidelijke afbouw over een periode van vier jaar. Op 1 januari 2005 zullen deze economische heffingen tot nul zijn teruggebracht.

Verder is in artikel 5, onderdeel b, van het Landsbesluit afbouw van een aantal economische heffingen (P.B. 2001, no. 120) vastgesteld dat de lokale industrie verplicht is om de bestaande distributiestructuur zoveel mogelijk intact te laten en zich zoveel mogelijk te onthouden van rechtstreekse leveringen aan de consument. Deze verplichting zorgt voor een extra ongewenste cumulatie van de bij Landsverordening omzetbelasting 1999 (PB. 1999, no. 43) ingevoerde omzetbelasting, want de lokale industrie is hierdoor verplicht om te leveren aan een andere ondernemer en mag niet rechtstreeks verkopen aan de consument. Het gevolg hiervan is dat op ingevoerde goederen altijd minder omzetbelasting drukt dan op goederen die op de Nederlandse Antillen worden vervaardigd.

Om deze ongelijkheid op te heffen is op 5 juni 2001 tussen de Regering en de vereniging met rechtspersoonlijkheid Asosashon dl Industrialistanan Antiyano (verder: ASINA) een convenant gesloten. In het convenant is het beleid van de Regering met betrekking tot lokale industrieën vastgelegd voor de periode van de geleidelijke afbouw. Verder zijn in het convenant specifieke toezeggingen gedaan aan ASINA en haar leden, zoals de verwijdering van de extra omzetbelasting schakel als genoemd in artikel 3 van voormeld convenant.

Ter uitvoering van voornoemd convenant van 5 juni 2001 en gelet op de economische belangen acht de Regering het gewenst om voor de lokale industrie een regeling bij aanschrijving te moeten treffen. Met deze regeling wordt beoogd de extra omzetbelastingschakel voor de lokale industrie te verwijderen.

De levering door de lokale industrie aan andere ondernemers van goederen, die binnen het heffingsgebied zijn vervaardigd en die in de als bijlage (Bijlage 1) bij deze aanschrijving opgenomen lijst zijn genoemd, is vrijgesteld van de heffing van omzetbelasting (vrijstelling). De vrijstelling geldt alleen voor die goederen die door de leverancier zelf zijn verwerkt, bewerkt of geassembleerd tot een nieuw handelsgoed. Bovendien kan alleen met toepassingvan de vrijstelling worden geleverd gedurende het tijdvak dat gebruik moet worden gemaakt van de verplichte distributiestructuur, zoals voorgeschreven in het Landsbesluit afbouw van een aantal economische heffingen.

Voor toepassing van deze regeling dient in ieder geval aan de volgende voorwaarden te worden voldaan.

§ 2. De voorwaarden

Leveranciers

Alleen ondernemers, die in het bezit zijn van een CRIB-nummer en behorende tot de in een bijlage (Bijlage 2) aangewezen ondernemingen, branches en sectoren, kunnen met toepassing van de vrijstelling goederen leveren aan andere ondernemers. In geval goederen geleverd worden aan anderen dan ondernemers dan is deze levering belast met omzetbelasting. De ondernemer die een levering verricht met toepassing van de vrijstelling moet het CRIB-nummer van de afnemer op de factuur vermelden en opnemen in een lijst die als bijlage bij zijn aangifte wordt overgelegd.

Goederen

Het moet gaan om goederen die door een bedrijf, gevestigd binnen het heffingsgebied als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Landsverordening omzetbelasting 1999, zijn verwerkt, bewerkt of geassembleerd tot een nieuw handelsgoed. Er moet wel sprake zijn van het voortbrengen van een goed dat tevoren niet bestond.

Deze regeling is slechts van toepassing op goederen waarvan de tarifaire heffingen, invoerverboden en het reguleringssysteem geleidelijk worden afgeschaft in het kader van de afbouw van het protectiebeleid.

Voor de toepassing van deze regeling wordt in de bijlage (Bijlage 1) bij deze aanschrijving opgenomen lijst de goederen aangewezen die voldoen aan de hiervoor opgenomen voorwaarden.

Afnemer

De afnemer is een ondernemer die binnen het heffingsgebied geïdentificeerd is en aan wie een CRIB-nummer is toegekend.

Administratie

De administratie van zowel de leverancier als de afnemer dient in ieder geval te voldoen aan de wettelijke bepalingen van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (P.B. 2001, no. 89) (ALL).

Verder zijn de ondernemers verplicht om hun administratie op zodanige wijze in te richten en daarin zodanige gegevens bij te houden dat op eenvoudige wijze de leveringen met toepassing van de vrijstelling gecontroleerd kunnen worden.

De ondernemer moet aan de hand van zijn administratie kunnen aantonen dat terecht met toepassing van de vrijstelling is geleverd casu quo is gekocht.

Aangifte

De leverancier die met toepassing van de vrijstelling goederen levert, is verplicht om bij zijn aangifte omzetbelasting op een aparte bijlage de leveringen per afnemer te specificeren met vermelding van het CRIB-nummer van zijn afnemer.

Een model van deze specificatie is als bijlage (Bijlage 3) bij deze aanschrijving gevoegd.

Naheffing

De Inspecteur der Belastingen is bevoegd om te allen tijde de verschuldigde omzetbelasting na te heffen, indien ten onrechte geleverd is met toepassing van de vrijstelling dan wel wanneer na controle is gebleken dat niet aan alle voorwaarden is voldaan.

§ 3. Verplichtingen van de leverancier

Ondernemers die leveringen verrichten met toepassing van de vrijstelling moeten het CRIB-nummer van de afnemer op de factuur vermelden en de transacties opnemen in een lijst (Bijlage 3).

Verder dient de leverancier de aanspraak op toepassing van de vrijstelling aan te tonen aan de hand van boeken en bescheiden en tevens dat hij ter zake van dergelijke leveringen zorgvuldig heeft gehandeld. De door de leverancier in acht te nemen zorgvuldigheid brengt mee dat hij nagaat of de afnemer bekend is bij de Belastingdienst, hetgeen in ieder geval moet blijken uit het door de afnemer afgegeven CRIB-nummer, dat hem door de Inspecteur der Belastingen is toegekend. In gevallen waarin de leverancier twijfel heeft of redelijkerwijs zou moeten hebben omtrent de juistheid van het door de afnemer opgegeven CRIB-nummer, zal hij het nummer bij de Belastingdienst moeten verifiëren.

Verder dient de leverancier, naast het vastleggen van de bijzonderheden van de transactie in de administratie, alle andere bescheiden die de levering met toepassing van deze regeling ondersteunen te bewaren en dient hij bij het nemen van de beslissing over toepassing van de vrijstelling na te gaan of de aard van de beschikbare bewijsstukken deze handelwijze rechtvaardigt. Bij deze beslissing zal ook de aard van de goederen een rol spelen. De leverancier dient erop bedacht te zijn dat bij goederen die geschikt zijn voor consumptief gebruik de zorgvuldigheid steeds expliciet aan de orde zal worden gesteld.

§ 4. Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Deze aanschrijving treedt met ingang van haar dagtekening in werking. De in deze aanschrijving geregelde vrijstelling vervalt voor een ondernemer op het tijdstip dat die ondernemer niet bij of krachtens de wet verplicht is om de bestaande distributiestructuur intact te houden.

Voor de periode 1 mei 2001 tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze aanschrijving kan de leverancier schriftelijk aan de Inspecteur der Belastingen verzoeken om teruggaaf van de reeds betaalde omzetbelasting. De Inspecteur kan aan de teruggaaf nadere voorwaarden stellen. Voorts dient de leverancier een creditnota uit te reiken aan zijn afnemer.

Met de inwerkingtreding van deze aanschrijving, wordt de aanschrijving d.d. 11 januari 2002, Eliminering van de aan de lokale industrie verbonden extra schakel omzetbelasting, ingetrokken.