Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN ter uitvoering van artikel 1, derde lid, van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN ter uitvoering van artikel 1, derde lid, van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994, art. 1, derde lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN ter uitvoering van artikel 1, derde lid, van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994

Artikel 1

In dit landsbesluit wordt verstaan onder:

a. concern:de economische gezamenlijkheid van een moedermaatschappij, haar directe of indirecte dochtermaatschappijen en de ondernemingen of instellingen waarin de moedermaatschappij of een dochtermaatschappij direct of indirect overwegende zeggenschap heeft;
b. concernmaatschappij:een onderneming of instelling die behoort tot een concern;
c. concernfinancieringsmaatschappij:een concernmaatschappij die tevens internationale kredietinstelling is;
d. professionele marktpartijen:1kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, effecten- en beleggingsinstellingen, voor zover zij onder adequaat toezicht staan;
 2nationale overheden en internationale en supranationale publiekrechtelijke organisaties;
 3ondernemingen waarvan de effecten genoteerd zijn aan een erkende effectenbeurs als bedoeld in het Landsbesluit erkende effectenbeurzen dan wel aan een andere, bij ministeriële beschikking aangewezen effectenbeurs;
 4ondernemingen met een balanstotaal groter dan of gelijk aan NA 2 miljard;
 5financieringsmaatschappijen van vorenbedoelde ondernemingen, die op professionele basis uit eigen hoofde regelmatig actief zijn op de financiële markten.

Artikel 2

Een concernfinancieringsmaatschappij of internationale kredietinstelling die 90% of meer van haar gelden ter beschikking verkrijgt van concernmaatschappijen en/of professionele marktpartijen, wordt niet aangemerkt als een kredietinstelling in de zin van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994 mits de door haar ten behoeve van het aantrekken van gelden uitgegeven toonderstukken met een nominale waarde van minder dan NA 100.000,- per coupure, een clausule bevatten die de uitgifte en verhandeling ervan beperkt tot concernmaatschappijen en/of professionele marktpartijen.

Artikel 3

Een concernfinancieringsmaatschappij die minder dan 90% van haar gelden ter beschikking verkrijgt van concernmaatschappijen en professionele marktpartijen, wordt niet aangemerkt als een kredietinstelling in de zin van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994 indien:

  • a.

    die maatschappij kredietuitzettingen uitsluitend verricht bij andere concernmaatschappijen, en

  • b.

    de moedermaatschappij van het concern waartoe de concernfinancieringsmaatschappij behoort, een onherroepelijke garantie onderscheidenlijk contra-garantie heeft verstrekt voor de nakoming van de verplichtingen van de concernfinancieringsmaatschappij uit hoofde van bedoelde aangetrokken gelden.

Artikel 4

De in artikel 2 en artikel 3, onderdeel b, opgenomen voorwaarden zijn niet van toepassing op de reeds op het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit bestaande verplichtingen uit hoofde van aangetrokken gelden als bedoeld in die artikelen.

Artikel 5

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad waarin het geplaatst is, en werkt terug tot en met 1 januari 1994.