Landsverordening van de 15de November 1955 houdende goedkeuring van de uitgifte van nieuwe muntbiljetten

Artikel 1

Krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, zullen, boven het in het besluit van de 13de Juli 1942, houdende regeling van de uitgifte van muntbiljetten (P.B. 1942, No. 192), bekrachtigd bij landsverordening van de 15de Mei 1943 (P.B. 1943, No. 72), genoemde bedrag, worden uitgegeven muntbiljetten van een waarde van twee en een halve gulden tot een bedrag van ten hoogste twee millioen vijfhonderd duizend gulden.

Ten aanzien van deze uitgifte zullen overigens gelden alle de bij het in het eerste lid genoemd Besluit van de 13de Juli 1942 (P.B. 1942, No. 129) gestelde bepalingen, behoudens het daarin bepaalde omtrent de uiterlijke kentekenen van de muntbiljetten.

Artikel 2

De muntbiljetten zijn gedrukt op papier waarvan de lengte ongeveer 156 ½ mm. en de breedte ongeveer 66 ½ mm. bedraagt, en hebben de volgende uiterlijke kentekenen:

Voorzijde:

NEDERLANDSE ANTILLEN

MUNTBILJET

(serienummer) (serienummer)

(Haventafereel. Een groot stoomschip in reparatie in droogdok, vrachtschip, lichter en sleepboot aan de linkerzijde en locomotief en wagons aan de rechterzijde.)

DE MINISTER VAN FINANCIEN

(handtekening)

Inwisselbaar in zilver na aankondiging.

TWEE EN EEN HALVE GULDEN WETTIG BETAALMIDDEL

De voorzijde van het muntbiljet vertoont in het midden een haventafereel: een stoomschip in reparatie in een droogdok, met een vrachtschip, een lichter en sleepboot aankomende aan de linkerzijde van het dok en een locomotief en wagons aan de rechterzijde van het stoomschip. Aan weerszijden van de afbeelding komt in geguillocheerde cartouches het cijfer 2 ½ voor. Zowel in de rechter als in de linker bovenhoek is het serienummer gedrukt. In de linker benedenhoek komen de volgende woorden voor: „Inwisselbaar in zilver na aankondiging".

Midden boven de afbeelding is met schaduwletters het woord „MUNTBILJET” gedrukt. In de rechter benedenhoek zijn de woorden „DE MINISTER VAN FINANCIEN" gedrukt.

Het geheel is omgeven door een geguillocheerde rand; in de vier hoeken, in cartouches, komt het cijfer 2 ½ wederom voor. In het midden van de bovenste rand is het woord „NEDERLANDSE ANTILLEN" uitgespaard in wit en in het midden van de onderste rand zijn de woorden „TWEE EN EEN HALVE GULDEN" en daaronder „WETTIG BETAALMIDDEL" eveneens in het wit uitgespaard.

De achterzijde vertoont in het midden de afbeelding van het Nederlandse wapen. Aan weerszijden van het wapen komt in geguillocheerde cartouches het cijfer 2 ½ voor.

Zowel links boven als rechts boven het wapen is het woord „UITGIFTE" en daaronder het jaartal „1955" gedrukt.

Boven het wapen is in blokletters de navolgende tekst aangebracht:

„Ingevolge wettelijke bepalingen wordt hij die muntbiljetten namaakt of vervalst, met het oogmerk om die als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, of wel opzettelijk muntbiljetten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst, of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij zo ontving, bekend was, als echt en onvervalst uitgeeft, of deze, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, in voorraad heeft of binnen de Nederlandse Antillen invoert, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren"."

Het geheel is omgeven door een geguillocheerde rand. In de vier hoeken komt in geguillocheerde cartouches het cijfer 2 ½ wederom voor.

In het midden van de bovenste rand is het woord „NEDERLANDSE ANTILLEN" in wit uitgespaard en in het midden van de onderste rand zijn de woorden „TWEE EN EEN HALVE GULDEN" en daaronder „WETTIG BETAALMIDDEL" eveneens in wit uitgespaard.

Het biljet is gedrukt op wit uitgespaard planchette bankbiljetpapier in lichtblauwe kleur.

Artikel 3

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging.