Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

Aanschrijving gefacilieerde aandelenruil bij inbreng van aandelen in een holding

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingAanschrijving gefacilieerde aandelenruil bij inbreng van aandelen in een holding
Citeertitelonbekend
Vastgesteld doorDirecteur der Belastingen
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Niet alle gegevens over de onstaansbron van de regeling zijn compleet. Mogelijk zijn wijzigingen niet vermeld.

De datum van inwerkingtreding is onbekend. Aannemelijk is dat deze aanschrijving in werking is getreden op 30-07-1997, met terugwerkende kracht tot en met 01-01-1997.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943, art. 11, derde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanschrijving gefacilieerde aandelenruil bij inbreng van aandelen in een holding

Onder verwijzing naar de bijeenkomst ter Directie der Belastingen van 18 juni 1997 waarin o.a. is afgesproken dat de Directie der Belastingen zich weer zal buigen over het te voeren beleid in boven genoemd geval, bericht ik U als volgt.

In de Antilliaanse belastingwetgeving ontbreken bepalingen om zonder te hoeven af te rekenen met de fiscus een houdsterstructuur aan te gaan zoals wet het geval is in de Nederlandse vennootschapsbelasting.

De Belastingdienst krijgt desalniettemin regelmatig verzoeken om in bovengenoemd geval de fiscale claim die daarbij ontstaat niet op dat moment in de heffing te betrekken maar die door te schuiven naar de bij inruil ontvangen aandelen.

Gezien het feit dat het vormen van o.a. een houdsterstructuur de economische ontwikkelingen op de Nederlandse Antillen kan stimuleren en mede vooruitlopend op wetswijziging op dit gebied ben ik bereid goed te keuren dat op schriftelijk verzoek van de belanghebbende de inbreng van aandelen tegen uitreiking van aandelen in een houdstervennootschap niet als vervreemding in de zin van artikel 11, derde lid van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (hierna: LIB 1943) wordt aangemerkt indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

de aandelen in de werkmaatschappij( N.V.) worden ingebracht tegen uitreiking van soortgelijke aandelen in de houdstermaatschappij waarbij het totaal nominaal bedrag van de uit te geven aandelen gelijk is aan het totaal van de nominale waarde van de ingebrachte aandelen;

de houdstervennootschap de door haar verkregen aandelen in de werkmaatschappij (N.V.) op haar fiscale balans te boek stelt tegen de nominale waarde van deze aandelen. Voorzover de werkelijke waarde van de ingebrachte aandelen lager is dan de nominale waarde ervan worden deze aandelen op de fiscale balans van de houdstermaatschappij te boek gesteld tegen deze lagere waarde;

de in het kader van de ruil door de aandeelhouder verkregen aandelen geacht worden tot een aanmerkelijk belang te behoren zo zij daartoe niet reeds behoren ingevolge artikel 11, eerste lid ten derde, van de LIB 1943. Als verkrijgingsprijs van de verworven aandelen wordt aangemerkt de verkrijgingsprijs van de in het kader van de aandelenruil vervreemde aandelen. Bij latere vervreemding van de verworven aandelen wordt, indien zij uitstuitend ingevolge het eerste volzin tot een aanmerkelijk belang behoren, geen hoger bedrag als winst uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen dan het bedrag dat ingevolge de eerste volzin buiten aanmerking is gebleven;

als gestort kapitaal op de verworven aandelen in de houdstermaatschappij geldt het bedrag van het gestorte kapitaal op de afgestane aandelen in de werkmaatschappij; en

de aandeelhouder en de bestuurders van de houdstermaatschappij binnen twee maanden na bekendmaking van de standaardvoorwaarden door de Inspecteur der Belastingen schriftelijk instemmen met de gestelde voorwaarden.