Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSVERORDENING van de 28ste januari 1994 houdende instelling van een klachtencommissie met betrekking tot het optreden van politieambtenaren (Landsverordening Klachtencommissie Politieel Optreden)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 28ste januari 1994 houdende instelling van een klachtencommissie met betrekking tot het optreden van politieambtenaren (Landsverordening Klachtencommissie Politieel Optreden)
CiteertitelLandsverordening Klachtencommissie Politieel Optreden
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Landsbesluit van de 12de november 1985, no. 25, houdende instelling van een klachtencommissie met betrekking tot het optreden van politieambtenaren op Curaçao alsmede het Landsbesluit van de 24ste september 1987 no. 1 houdende instelling van een klachtencommissie met betrekking tot het optreden van politie-ambtenaren op Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten (korpsonderdeel de Bovenwindse Eilanden), hoewel deze daarbij niet uitdrukkelijk worden ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 28ste januari 1994 houdende instelling van een klachtencommissie met betrekking tot het optreden van politieambtenaren (Landsverordening Klachtencommissie Politieel Optreden)

§ 1. De commissie

Artikel 1
  • 1. Ingesteld wordt de Klachtencommissie Politieel Optreden, hierna te noemen de Klachten-commissie.

  • 2. De Klachtencommissie is gevestigd te Curaçao.

Artikel 2

De Klachtencommissie heeft tot taak:

  • 1.

    het instellen of het doen instellen van onderzoek naar een door een burger ingediende klacht met betrekking tot het optreden van een of meer politieambtenaren;

  • 2.

    het opstellen van een rapport, waarin weergegeven de bevindingen naar aanleiding van het ingestelde onderzoek inzake de ingediende klacht;

  • 3.

    het doen van voorstellen met betrekking tot eventueel te treffen maatregelen.

Artikel 2a

Met politieambtenaren worden gelijkgesteld ambtenaren en leden van organisaties die op grond van de door het Land of door een eilandgebied aan hen toegekende specifieke bevoegdheden optreden in het kader van de opsporing van strafbare feiten of de politie bijstaan bij de handhaving van de openbare orde.

Artikel 3

De Klachtencommissie onthoudt zich van een oordeel over de maatregel die tot het gewraakte optreden heeft geleid.

Artikel 4
  • 1. De Klachtencommissie bestaat uit drie leden en zes plaatsvervangende leden, die voor een periode van drie jaren worden benoemd door de Minister van Justitie op de gezamenlijke voordracht van de Procureur-Generaal en de Deken van de Orde van Advocaten. De leden en plaatsvervangende leden zijn terstond herbenoembaar. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 2. Van de zes plaatsvervangende leden worden na overleg met het bestuurscollege van het desbetreffende eilandgebied benoemd één persoon voor het eilandgebied Bonaire, twee personen voor het eilandgebied Curaçao, één persoon voor het eilandgebied Saba, één persoon voor het eilandgebied Sint Maarten.

  • 3. Aan de Klachtencommissie wordt door de Minister van Justitie een ambtelijk secretaris toegevoegd.

  • 4. Aan de Klachtencommissie wordt per eilandgebied door de Minister van Justitie op de voordracht van het bestuurscollege van het desbetreffend eilandgebied een adjunct-secretaris toegevoegd.

  • 5. De secretaris en adjunct-secretarissen hebben mede tot taak de klager desgewenst behulpzaam te zijn bij het opstellen van diens klaagschrift.

Artikel 5

De leden en plaatsvervangende leden van de Klachtencommissie ontvangen voor de werkzaamheden verbonden aan het lidmaatschap van de Klachtencommissie een bij landsbesluit vast te stellen vergoeding.

Artikel 6
  • 1. Indien een onderzoek gewenst is in een ander eilandgebied dan Curaçao, kunnen de leden en plaatsvervangende leden en de secretaris van de Klachtencommissie, de hieraan verbonden kosten declareren overeenkomstig de bepalingen van de Beschikking van de 29ste juni 1933, no. 700, houdende vaststelling van een regeling der vergoeding voor reis- en teerkosten, gelijk mede voor verhuiskosten binnen de Nederlandse Antillen (P.B. 1958, no. 153).

  • 2. Het Landsbesluit Vliegrisico's 1952 (P.B. 1952, no. 10) is op de leden en plaatsvervangende leden van de Klachtencommissie en de secretaris van toepassing.

  • 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de adjunct-secretaris, van wie de Klachtencommissie het ten behoeve van haar werkzaamheden wenselijk acht dat hij een vergadering van de commissie in een ander eilandgebied bijwoont.

§ 2. Procedures

Artikel 7
  • 1. Klachten worden schriftelijk bij de Klachtencommissie ingediend.

  • 2. De Klachtencommissie bericht de klager binnen 30 dagen na de indiening van de klacht wat er met de klacht is gebeurd.

Artikel 8
  • 1. De Klachtencommissie stelt het Korps Politie Nederlandse Antillen, de betrokken politieambtenaar alsmede de klager in de gelegenheid schriftelijk dan wel mondeling en al dan niet in elkaars tegenwoordigheid -een en ander ter beoordeling van de Klachtencommissie- hun standpunt toe te lichten.

  • 2. De betrokkenen kunnen zich doen vertegenwoordigen of doen bijstaan door een raadsman.

Artikel 9
  • 1. De Klachtencommissie is bevoegd het Korps Politie Nederlandse Antillen, de betrokken politieambtenaar, de klager of getuigen op te roepen. Zij zijn in een dergelijk geval verplicht voor de klachtencommissie te verschijnen en deze alle inlichtingen te verstrekken die deze ten behoeve van het onderzoek behoeft. Artikel 8, tweede lid, is van toepassing behoudens ten aanzien van getuigen.

  • 2. Zij die ingevolge het eerste lid zijn opgeroepen kunnen zich van het verstrekken van inlichtingen verschonen wegens ambts- of beroepsgeheim voor zover het betreft datgene waarvan de wetenschap aan hen als zodanig is toevertrouwd.

  • 3. Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing ten aanzien van de ambtenaar -de politieambtenaar daaronder begrepen- voor zover het bevoegd gezag tot het verstrekken van de gevraagde inlichtingen verplicht, tenzij het verstrekken van deze inlichtingen in strijd is met enige andere wettelijke bepaling tot geheimhouding of met het belang van het Land of het eilandgebied waarop de inlichtingen betrekking hebben.

Artikel 10
  • 1. De Klachtencommissie is bevoegd ten dienste van het onderzoek deskundigen en tolken op te roepen.

  • 2. De deskundigen en tolken zijn verplicht voor de Klachtencommissie te verschijnen en hun medewerking aan het onderzoek te verlenen.

Artikel 10a

De Klachtencommissie kan bevelen, dat de betrokken politieambtenaar, de klager, de getuigen, deskundigen en tolken die, hoewel opgeroepen, niet zijn verschenen met behulp van de sterke arm voor haar worden gebracht om aan hun verplichting te voldoen.

Artikel 11
  • 1. De Klachtencommissie kan besluiten dat getuigen niet zullen worden gehoord en deskundigen of tolken niet tot de uitoefening van hun taak zullen worden toegelaten dan na het afleggen van een eed of belofte in de handen van de voorzitter van de Klachtencommissie.

  • 2. Getuigen leggen de eed of belofte af "dat zij zullen zeggen de gehele waarheid en niets dan de waarheid", deskundigen leggen de eed of belofte af "dat zij verslag zullen doen naar hun geweten"; en tolken leggen de eed of belofte af "dat zij hun plichten als tolk met nauwgezetheid zullen vervullen".

Artikel 12
  • 1. De ingevolge deze landsverordening door de Klachtencommissie opgeroepen personen ontvangen desverlangd een vergoeding uit 's Lands kas voor reis- en verblijfkosten alsmede wegens tijdverzuim en daarmee verband houdende kosten overeenkomstig het bij of krachtens het Landsbesluit tarieven in burgerlijke zaken (P.B. 1987, no. 124) bepaalde.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op hen die in de openbare dienst werkzaam zijn indien zij zijn opgeroepen in verband met hun taak als zodanig.

Artikel 13
  • 1. De Klachtencommissie is te allen tijde bevoegd inzage te vorderen van alle boeken en bescheiden, waarvan de inzage naar haar redelijk oordeel voor de vervulling van haar taak nodig is, en daarvan afschrift te nemen.

  • 2. De Klachtencommissie heeft te allen tijde toegang tot alle plaatsen, waarvan de betreding naar haar redelijk oordeel voor de vervulling van haar taak nodig is met uitzondering van woningen.

  • 3. Het betreden van woningen tegen de wil van de bewoner mag slechts geschieden met een schriftelijke last van de rechter-commissaris of de officier van justitie dan wel in aanwezigheid van één hunner dan wel van een hulpofficier van justitie.

Artikel 14
  • 1. Alvorens het onderzoek af te ronden en de bevindingen naar aanleiding daarvan in een rapport neer te leggen, stelt de Klachtencommissie de klager, het plaatselijk hoofd van politie en in voorkomend geval de betrokken politieambtenaar, in kennis van haar voorlopige bevindingen.

  • 2. De Klachtencommissie stelt de klager, het plaatselijk hoofd van politie en de betrokken politieambtenaar in de gelegenheid zich binnen een door haar gestelde termijn over de voorlopige bevindingen uit te spreken.

Artikel 15
  • 1. Zodra de Klachtencommissie het onderzoek heeft afgerond, maakt zij rapport op van het onderzoek.

  • 2. Zij zendt het rapport zo spoedig mogelijk aan de klager, het plaatselijk hoofd van politie, de betrokken politieambtenaar en de Minister van Justitie.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 16

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze landsverordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel 17
  • 1. De Klachtencommissie brengt eens in de drie maanden verslag uit aan de Minister van Justitie over de werkzaamheden van de commissie.

  • 2. De Minister van Justitie doet onverwijld een afschrift van het in het eerste lid bedoelde verslag toekomen aan de Staten.

Artikel 18

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin de afkondiging is geschied.

Artikel 19

Deze landsverordening wordt aangehaald als: Landsverordening Klachtencommissie Politieel Optreden.