Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 28ste November 1985 ter uitvoering van artikel 11 van de Landsverordening basisonderwijs (P.B. 1979, no. 28)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 28ste November 1985 ter uitvoering van artikel 11 van de Landsverordening basisonderwijs (P.B. 1979, no. 28)
CiteertitelLandsbesluit inrichting basisonderwijs
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening basisonderwijs, art. 11

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 28ste November 1985 ter uitvoering van artikel 11 van de Landsverordening basisonderwijs (P.B. 1979, no. 28)

Artikel 1

[vervallen]

Artikel 2

[vervallen]

Artikel 3

  • 1. De leerlingen van de scholen voor basisonderwijs in de eilandgebieden Bonaire en Curaçao volgen in elk van de vakken of in de groepen van vakken wekelijks onderwijs gedurende ten minste het aantal klokuren, vermeld in de hierna volgende tabel:

    Leerjaareentweedrieviervijfzes
    a.lezen, schrijven, rekenen en Nederlandse taal11½11½11½11½ - -
    b.lezen, rekenen en Nederlandse taal---11½11½-
    c.Papiamentse taal
    d.muziek, tekenen, lichamelijke oefening en handvaardigheid554444
    e.aardrijkskunde - -1 - - -
    f.geschiedenis, aardrijkskunde, kennis der natuur en maatschappijleer.- - -333
    g.verkeersonderwijs - - --¾ -
  • 2. Indien in een school de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en kennis der natuur geïntegreerd onder de naam ,,wereldoriëntatie” worden gegeven, wordt in de klassen vier, vijf en zes wekelijks gedurende ten minste 3¼ uur onderwijs in dit vak gegeven, en wordt ten minste ¾ uur onderwijs in het vak maatschappijleer gegeven.

    Het bepaalde in het eerste lid, onder f, is al dan niet van toepassing.

Artikel 4

  • 1. De leerlingen van de scholen voor basisonderwijs in de eilandgebieden Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten volgen in elk der vakken of in de groepen van vakken wekelijks onderwijs gedurende ten minste het aantal klokuren, vermeld in de hierna volgende tabel:

    a.lezen, schrijven, rekenen, Nederlandse taal en Engelse taal15151515 - -
    b.lezen, rekenen, Nederlandse taal en Engelse taal - - - -1414
    c.muziek, tekenen, lichamelijke oefening en handvaardigheid554444
    d.aardrijkskunde -- 1 - - -
    e.geschiedenis, aardrijkskunde, kennis der natuur en maatschappijleer - - -222
    f.verkeersonderwijs - - - -¾  
  • 2. Artikel 3, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

  • 1. Een lesuur duurt ten minste 30 minuten en ten hoogste 45 minuten.

  • 2. Met uitzondering van de vakken lichamelijke oefening en handvaardigheid, waaronder mede wordt verstaan handenarbeid en handwerken, kan een vak niet op twee achtereenvolgende lesuren gegeven worden. De vakken lichamelijke oefening en handvaardigheid mogen elk ten hoogste twee achtereenvolgende lesuren van 45 minuten duren.

  • 3. Zaakvakken en expressievakken worden zoveel mogelijk over de gehele week verspreid.

  • 4. Ten hoogste 60 minuten per week kan in elk leerjaar besteed worden aan een of meer vakken, die het basisonderwijs omvat, ter keuze van de onderwijzer.

Artikel 6

  • 1. Een leerplan vermeldt, behalve datgene wat bepaald is in artikel 13 van de Landsverordening basisonderwijs, tevens de algemene doelstellingen, de concrete doelstellingen per vak per leerjaar en informatie over de didactische werkvormen, de onderwijsactiviteiten en de evaluatievormen.

  • 2. In elk schoollokaal is een afschrift van het leerplan aanwezig.

Artikel 7

  • 1. De onderwijs houdt aantekening over het gedrag, de ijver en de vordering van elk der leerlingen in elk der vakken door het geven van een beoordeling, waarbij gebruik gemaakt wordt een cijferwaardering. Daarbij gebruikt hij een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10.

  • 2. In deze schaal van cijfers komt aan de hele cijfers de volgende betekenis toe:

    1 = zeer slecht6 = voldoende
    2 = slecht7 = ruim voldoende
    3 = zeer onvoldoende8 = goed
    4 = onvoldoende9 = zeer goed
    5 = bijna onvoldoende10 = uitmuntend
  • 3. Het eindcijfer wordt per vak uitgedrukt in een geheel getal; breuken worden vanaf een half (½) naar boven afgerond.

Artikel 8

Ten minste driemaal per jaar wordt aan de ouders, voogden of verzorgers van elke leerling een rapport verstrekt, waarin ten minste een beoordeling wordt gegeven van het gedrag, de ijver en de vorderingen in elk van de vakken van de leerling, uitgedrukt in een cijferwaardering, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6. De verstrekking van rapporten wordt zoveel mogelijk over het schooljaar verspreid.

Artikel 9

Het hoofd der school houdt ten behoeve van het archief van de school aantekening van de cijfers, die op elk rapport van de leerling zijn vermeld.

Deze aantekeningen worden ten minste tien jaren op de betreffende school voor basisonderwijs bewaard in het archief van de school. Na verloop van deze termijn worden deze gegevens overgebracht naar het archief van het bevoegd gezag.

Artikel 10

Dit landsbesluit, hetwelk kan worden aangehaald als ,,Landsbesluit inrichting basisonderwijs”, treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging.