Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van 2 december 1983, ter uitvoering van artikel 6, derde lid van de Cessantia-landsverordening (P.B. 1983, no. 85) tot vaststelling van nadere regelen betreffende het beheer en de beleggingen van het Cessantiafonds

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van 2 december 1983, ter uitvoering van artikel 6, derde lid van de Cessantia-landsverordening (P.B. 1983, no. 85) tot vaststelling van nadere regelen betreffende het beheer en de beleggingen van het Cessantiafonds
CiteertitelLandsbesluit Beheers- en Beleggingsregelen Cessantiafonds
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerparbeidsregelgeving

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is ingevolge artikel 13 in werking getreden met ingang van de dag waarop de Cessantia-landsverordening (P.B. 1983, no. 85) in werking trad (zie besluit van 02-12-1983, P.B. 1983, no. 125).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Cessantia-landsverordening, art. 6, derde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Landsbesluit van 12 februari 1985, no. 15 (P.B. 1985, no. 16)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van 2 december 1983, ter uitvoering van artikel 6, derde lid van de Cessantia-landsverordening (P.B. 1983, no. 85) tot vaststelling van nadere regelen betreffende het beheer en de beleggingen van het Cessantiafonds

Artikel 1

Het beheer en de beleggingen van het Cessantiafonds, verder te noemen het fonds, worden beheerst door de hierna volgende regelen.

Artikel 2

  • 1. Het fonds wordt beheerd door de Directeur van de Bank, verder te noemen de directeur. De directeur neemt daarbij de aanwijzingen van het Bestuur van het fonds, verder te noemen het Bestuur, in acht. Het Bestuur stelt, de directeur gehoord, het algemeen beleid vast.

  • 2. De directeur vertegenwoordigt het fonds in en buiten rechte.

  • 3. De Raad van Toezicht en Advies van de Bank, verder te noemen de Raad, is belast met het toezicht op het beheer van het fonds.

Artikel 3

  • 1. Het Bestuur bestaat uit een voorzitter en twee overige leden.

  • 2. De voorzitter wordt door de Gouverneur benoemd voor de tijd van drie jaren. Hij kan evenwel tussentijds door de Gouverneur worden geschorst en ontslagen.

  • 3. Van de twee overige leden van de Raad wordt een lid door de Gouverneur benoemd uit werkgeverskring en een lid uit werknemerskring voor de tijd van drie jaren.

  • 4. Benoembaar tot voorzitter of lid van het Bestuur zijn alleen Nederlanders, tevens ingezetenen van de Nederlandse Antillen, die de ouderdom van dertig jaren hebben bereikt, bij krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezingen niet van de verkiesbaarheid zijn ontzet, noch van de uitoefening van het recht bij zodanige verkiezingen zijn uitgesloten, noch bij een onherroepelijke beslissing van een terzake bevoegde autoriteit zijn ontzet van het recht ambten te bekleden.

  • 5. Niet benoembaar tot voorzitter of lid van het Bestuur zijn degenen, die bij de Bank of het fonds in dienstbetrekking zijn, noch zij, die deel uitmaken van een College van Beroep, dat te oordelen heeft over geschillen tussen de Bank of het fonds enerzijds en werkgevers en/of verzekerden anderzijds, of die deel uitmaken van de Raad.

  • 6. Aan een lid van het Bestuur kan op eigen verzoek dan wel anderszins bij een met redenen omkleed landsbesluit binnen het in het derde lid bedoelde tijdvak eervol ontslag worden verleend.

  • 7. Aan het lid van het Bestuur dat langer dan zes achtereenvolgende maanden buiten de Nederlandse Antillen verblijft, wordt eervol ontslag verleend.

Artikel 4

De directeur is bevoegd met machtiging van het Bestuur tot het aangaan en het opzeggen van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht met het overige personeel van het fonds.

Artikel 5

Het boekjaar van het fonds loopt van 1 januari tot en met 31 december, met dien verstande dat het boekjaar voor de eerste maal loopt vanaf de dag van de instelling van het fonds tot en met 31 december 1984.

Artikel 6

De jaarlijks in de maand april door de directeur op te maken en door het Bestuur goedgekeurde verantwoordingsstukken worden door de Raad onderzocht. De cijfers in die verantwoordingsstukken worden getoetst aan die, voorkomende in de door de directeur aangehouden boeken en toelichtende bescheiden. De financiële controle wordt door de Raad opgedragen aan een particuliere accountant, die haar ten laste van het fonds uitvoert, tenzij de Minister de Landsaccountantsdienst aanwijst tot het houden van controle op de boeken en financiële handelingen van het fonds.

Artikel 7

Indien de Raad van oordeel is, dat tegen goedkeuring van de verantwoording van het Bestuur en de directeur geen bedenkingen bestaan of de gemaakte bedenkingen door de directeur bevredigend zijn opgelost, worden de verantwoordingsstukken door de voorzitter van de Raad gewaarmerkt en tegelijkertijd met de accountantsverklaring gezonden aan de Gouverneur. De waarmerking der stukken strekt tot décharge van het Bestuur en van de directeur.

Artikel 8

  • 1. Het Bestuur neemt besluiten bij meerderheid van stemmen.

  • 2. Bij staking van stemmen wordt de behandeling van de zaak tot een volgende vergadering uitgesteld. Staken de stemmen wederom, dan beslist de voorzitter.

  • 3. Voor een wettig besluit moeten tenminste twee leden van het Bestuur op de vergadering aanwezig zijn.

Artikel 9

De voorzitter en de overige leden van het Bestuur en van de Raad ontvangen voor hun bemoeiingen een presentiegeld, dat bij landsbesluit wordt vastgesteld.

Artikel 10

De kosten van het beheer en van de administratie van het fonds komen ten laste van het fonds.

Artikel 11

De directeur bepaalt wie namens hem belast zijn met het ontvangen en betalen voor het fonds.

Artikel 12

  • 1. De gelden, die voor belegging beschikbaar komen, worden zo spoedig mogelijk op een der volgende wijzen belegd in de Nederlandse Antillen:

    • -

      in overheidsprojecten;

    • -

      in onroerende goederen.

    Indien geen geschikte lokale beleggingsmogelijkheden aanwezig zijn, kan tijdelijk in het buitenland worden belegd.

  • 2. Voor het beleggen van gelden overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid is de goedkeuring vereist van de Raad.

  • 3. Het aankopen en te gelde maken van effekten, alsmede het bewaren van de geldswaardige papieren, eigendom van het fonds, geschiedt op de door het Bestuur te bepalen en door de Raad goed te keuren wijze.

Artikel 13

Dit landsbesluit, dat kan worden aangehaald als "Landsbesluit Beheers- en Beleggingsregelen Cessantiafonds", treedt in werking met ingang van de dag waarop de Cessantia-landsverordening (P.B. 1983, no. 85) in werking treedt.