Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 3de november 1976 ter uitvoering van artikel 2 lid 5 van de Landsverordening Ongevallenverzekering (P.B. 1966, No.14)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 3de november 1976 ter uitvoering van artikel 2 lid 5 van de Landsverordening Ongevallenverzekering (P.B. 1966, No.14)
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsociale zekerheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het landsbesluit, houdende algemene maatregelen van de 23ste december 1966 (P.B. 1966, no. 184).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening Ongevallenverzekering, art. 2, vijfde lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 3de november 1976 ter uitvoering van artikel 2 lid 5 van de Landsverordening Ongevallenverzekering (P.B. 1966, No.14)

Artikel 1

In geval het loon geheel of gedeeltelijk wordt genoten in de vorm van vrije kost of inwoning wordt bij de bepaling van de geldswaarde daarvan in acht genomen dat de waardering van:

  • a.

    ontbijt geschiedt naar reden van een bedrag van ten hoogste NAF. 2,50;

  • b.

    lunch geschiedt naar reden van een bedrag van ten hoogste NAF. 2,50;

  • c.

    avondmaaltijd geschiedt naar reden van een bedrag van ten hoogste NAF. 5;

  • d.

    vrije inwoning geschiedt naar reden van een bedrag van ten hoogste NAF. 300 per maand;

  • e.

    een om niet ter beschikking gesteld woonhuis welke eigendom is van de werkgever, wordt gesteld op de huurwaarde in het economische verkeer van bedoeld huis tot ten hoogste 15% van het brutojaarloon van de werknemer;

  • f.

    een om niet ter beschikking gesteld woonhuis welke geen eigendom is van de werkgever en de huurkosten geheel of gedeeltelijk ten laste van de werkgever komen, wordt gesteld op de ten laste van de werkgever komende huurkosten tot ten hoogste 15% van het brutojaarloon van de werknemer.

Artikel 2

  • 1. Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1977.

  • 2. Met ingang van het in het vorige lid vermelde tijdstip wordt het landsbesluit, houdende algemene maatregelen van de 23ste december 1966 (P.B. 1966, no. 184) ingetrokken.