Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSVERORDENING van de 11de november 1970 nopens het aanvaarden van de door de Staat der Nederlanden te verlenen financiële medewerking aan de tweede fase van het Meerjarenplan Nederlandse Antillen, betrekking hebbende op de planperiode 1967 tot en met 1971

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 11de november 1970 nopens het aanvaarden van de door de Staat der Nederlanden te verlenen financiële medewerking aan de tweede fase van het Meerjarenplan Nederlandse Antillen, betrekking hebbende op de planperiode 1967 tot en met 1971
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In artikel 3, onder a, staat abusievelijk '1987' i.p.v. '1967'.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 11de november 1970 nopens het aanvaarden van de door de Staat der Nederlanden te verlenen financiële medewerking aan de tweede fase van het Meerjarenplan Nederlandse Antillen, betrekking hebbende op de planperiode 1967 tot en met 1971

Artikel 1

Ten name en ten laste van de Nederlandse Antillen kan, in het kader van de tweede fase van het Meerjarenplan Nederlandse Antillen financiële bijstand van de Staat der Nederlanden worden aanvaard tot een bedrag van ten hoogste tweehonderd en veertig miljoen gulden Nederlands Courant (Nf. 240.000.000,—) zulks overeenkomstig de in de volgende artikelen opgenomen voorwaarden en bepalingen.

Artikel 2

In de vorm van schenkingen kunnen bijdragen worden aanvaard tot een bedrag van ten hoogste zesennegentig miljoen gulden Nederlands Courant (Nf 96.000.000,—).

Artikel 3

Tot een bedrag van ten hoogste vierentachtig miljoen gulden Nederlands Courant (Nf. 84.000.000,—) kunnen bijdragen worden aanvaard in de vorm van leningen met bepaling dat:

  • a)

    over deze leningen gedurende de planperiode 1987 tot en met 1971 geen interest zal zijn verschuldigd;

  • b)

    gedurende de periode 1972 tot en met 1976 een enkelvoudige rente van drie percent (3%) per jaar bij het opgenomen leningbedrag zal worden bijgeschreven;

  • c)

    het aldus per l januari 1977 berekende totale leningbedrag zal worden afgelost in 25 gelijke jaarlijkse termijnen en een rente zal dragen van drie percent (3%) per jaar;

  • d)

    de eerste termijn voor de betaling van rente en aflossing op 31 december 1977 zal vervallen.

Artikel 4

Tot een bedrag van ten hoogste zestig miljoen gulden Nederlands Courant (Nf. 60.000.000,—) kunnen bijdragen worden aanvaard in de vorm van leningen met bepaling dat:

  • a)

    over deze leningen gedurende de planperiode 1967 tot en met 1971 een enkelvoudige rente van drie percent (3%) per jaar bij het opgenomen leningbedrag zal worden bijgeschreven;

  • b)

    het aldus per 1 januari 1972 berekende totale leningbedrag zal worden afgelost in 25 gelijke jaarlijkse termijnen en een alsdan tussen partijen vast te stellen rente zal dragen zo veel mogelijk gelijk aan die, welke op dat tijdstip in Nederland de gangbare is voor overeenkomstige leningen ten laste van de Overheid, met ongeveer gelijke (gemiddelde) looptijd;

  • c)

    de eerste termijn voor de betaling van rente en aflossing op 31 december 1972 zal vervallen;

  • d)

    bedragen, die aan het einde van de planperiode 1967 tot en met 1971 nog niet zijn opgenomen terzake van overeenkomstig artikel 6 goedgekeurde projekten, vanaf de datum van hun opname aan het bedrag van de leningschuld zullen worden toegevoegd en een rente als onder b van dit artikel bedoeld zullen dragen.

Artikel 5

Bij de financiering kunnen op elk projekt de in de artikelen 2, 3 en 4 vermelde vormen van financiering, zowel alleen als in onderlinge combinatie worden toegepast,

Artikel 6

De krachtens artikel 1 te aanvaarden bijdragen worden opgenomen op de grondslag van door de Regering goedgekeurde projekten.

Artikel 7

Indien aan het einde van de planperiode het totale bedrag aan goedgekeurde projekten, als bedoeld in artikel 6 minder bedraagt dan tweehonderd en veertig miljoen gulden Nederlands Courant (Nf. 240.000.000,—) zal over de eventuele beschikbaarstelling en de bestedingsvorm van het overgebleven bedrag overleg worden gepleegd tussen de Regeringen van Nederland en van de Nederlandse Antillen.

Artikel 8

  • 1. De gelden, verkregen uit de in artikel 1 bedoelde financiële bijstand; kunnen ter beschikking worden gesteld onderscheidenlijk van de eilandgebieden Aruba en Curaçao en/of andere rechtspersonen, al naar gelang de behoefte in verband met de uitvoering der met de onderhavige bijdragen te financieren projekten;

  • 2. Bij het ter beschikking stellen van gelden in de vorm van leningen zal door de Regering per projekt worden beoordeeld, welke voorwaarden en bepalingen voor de onderhavige terbeschikkingstelling zullen gelden.

  • 3. Voor iedere terbeschikkingstelling van gelden zullen de voorwaarden en bepalingen zoals door de Regering voor die terbeschikkingstelling vastgesteld, in een overeenkomst worden vastgelegd.

  • 4. De beheers- en bestuursregelen geldende voor de tweede fase van het Meerjarenplan Nederlandse Antillen zullen bij landsbesluit worden vastgesteld.

Artikel 9

De renten en kosten vallende op de in voorgaande artikelen bedoelde financiële bijdragen komen, voor zover afgesloten voor de Nederlandse Antillen, de eilandgebieden of andere bevoegde rechtspersonen, ten laste daarvan in dezelfde verhouding als waarin de verdeling der bijdragen over de Nederlandse Antillen, de eilandgebieden of andere bevoegde rechtspersonen heeft plaats gevonden.

Artikel 10

Bij landsbesluit wordt geregeld al hetgeen verder ter uitvoering van deze landsverordening nodig is.

Artikel 11

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging.