Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 19de mei 1965 houdende vaststelling van een instructie inzake het beheer en de administratie van gelden op het Departement van Onderwijs

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING van de 19de mei 1965 houdende vaststelling van een instructie inzake het beheer en de administratie van gelden op het Departement van Onderwijs
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Comptabiliteitslandsbesluit (P.B. 1957, no. 58), artikel 9

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-05-1965Nieuwe regeling

19-05-1965

P.B. 1965, no. 80

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 19de mei 1965 houdende vaststelling van een instructie inzake het beheer en de administratie van gelden op het Departement van Onderwijs

Artikel 1

De Inspecteur van het Onderwijs is gemachtigd gelden in ontvangst te nemen, uitsluitend voortvloeiende uit de verhuur van zalen en stoelen en uit de verkoop van boeken.

Artikel 2

De Inspecteur van het Onderwijs wijst één van zijn ambtenaren aan voor het beheer en een andere van zijn ambtenaren voor de registratie der ontvangen gelden. Combinatie van beide functies is niet toegestaan.

Artikel 3

Kwijting voor ontvangen gelden wordt door beide in artikel 2 bedoelde ambtenaren gezamenlijk gegeven op voorgenummerde formulieren of kwitanties.

Artikel 4

De in artikel 3 bedoelde formulieren of kwitanties worden in drie-voud uitgeschreven. Hierop wordt vermeld:

  • a.

    De naam van degene aan wie kwijting wordt verleend.

  • b.

    De geleverde prestatie, de prijs per eenheid en het totaalbedrag per prestatie.

  • c.

    de bijkomende kosten.

  • d.

    Het totaal bedrag waarvoor kwijting wordt verleend in cijfers en letters.

  • e.

    De ondertekening als bedoeld in artikel 3, en datering.

Artikel 5

De ambtenaar, die met de registratie der gelden is belast, tekent de ontvangst der gelden onverwijld in zijn kasboek aan.

Artikel 6

De afdracht der geïnde gelden aan de landsontvanger geschiedt overeenkomstig het bepaalde in het derde lid van artikel 9 van het Comptabiliteitslandsbesluit (P.B. 1957, no. 58). Voor de uitschrijving van een machtiging tot ontvangst wordt een totaal-afrekening, vergezeld van de eerste kopieën der in artikel 4 bedoelde formulieren of kwitanties, bij de Administrateur van Financiën ingeleverd.

Artikel 7

Van de voor de verkoop bestemde boeken wordt een eenvoudige voorraadadministratie in staffelvorm bijgehouden. Afboekingen in de voorraadadministratie verwijzen naar de desbetreffende kwitantie-nummers.

Artikel 8

Door of namens de Inspecteur van het Onderwijs worden op ongezette tijden, doch tenminste viermaal per jaar de gelden en voorraden geïnventariseerd en vergeleken met de boeksaldi. Hiervan wordt een procesverbaal opgemaakt.