Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 21ste april 1966 t.u.v. artikel 8 leden 2 en 5 van de Landsverordening Ziekteverzekering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 21ste april 1966 t.u.v. artikel 8 leden 2 en 5 van de Landsverordening Ziekteverzekering
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening Ziekteverzekering, art. 8, tweede en vijfde lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 21ste april 1966 t.u.v. artikel 8 leden 2 en 5 van de Landsverordening Ziekteverzekering

Artikel 1

De reserve bedoeld in artikel 8 lid 2 van de Landsverordening Ziekteverzekering (P.B. 1966, no. 15) wordt bepaald op ten minste 50% en ten hoogste 70% van de gemiddelde kosten per jaar, verbonden aan de uitvoering van de landsverordening, over een periode van vijf jaren.

Artikel 2

  • 1. De gelden van het ziektefonds, bedoeld in artikel 8 lid 5 van de Landsverordening Ziekteverzekering (P.B. 1966, no. 15) kunnen worden belegd in:

    • a.

      schatkistpapier;

    • b.

      prima bank-accepten;

    • c.

      termijn deposito's of verhandelbare certificaten van termijn deposito's;

    • d.

      ter beurze verhandelbare prima aandelen en obligaties.

  • 2. Ten minste 20% van de gelden moet worden belegd in waarden, die binnen een jaar na belegging aflosbaar gesteld worden.

  • 3. In aandelen wordt ten hoogste 35% van de reserve belegd.

Artikel 3

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van 1 mei 1966.