Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 23e april 1964, ter uitvoering van de artikelen 6 lid 2 en 7 lid 1, tweede alinea van de Opiumlandsverordening 1960 (P.B. 1960, no. 65); vaststelling van de vergoeding voor opiumverloven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 23e april 1964, ter uitvoering van de artikelen 6 lid 2 en 7 lid 1, tweede alinea van de Opiumlandsverordening 1960 (P.B. 1960, no. 65); vaststelling van de vergoeding voor opiumverloven
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpvolksgezondheid; openbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Opiumlandsverordening 1960, art. 6, tweede lid, art. 7, eerste lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Ministeriële beschikking van de 15de september 1967 ter uitvoering van artikel 3 van het landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 23ste april 1964 (P.B. 1964, no. 69) ter uitvoering van de artikelen 6 lid 2 en 7 lid 1, tweede alinea van de Opiumlandsverordening 1960 (P.B. 1960, no. 65)(P.B. 1967, no. 157)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 23e april 1964, ter uitvoering van de artikelen 6 lid 2 en 7 lid 1, tweede alinea van de Opiumlandsverordening 1960 (P.B. 1960, no. 65); vaststelling van de vergoeding voor opiumverloven

Artikel 1

Terzake van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 6 lid 2 en 7 lid 1 tweede alinea van de Opiumlandsverordening 1960 (P.B. 1960, no. 65) worden de navolgende regelen vastgesteld:

  • I.

    De verschuldigde vergoeding voor een verlof voor het vervaardigen van verdovende middelen waaronder begrepen de handelingen, bedoeld onder II en III, bedraagt voor elk kalenderjaar of gedeelte daarvan f 100,-.

  • II.

    De verschuldigde vergoeding voor een verlof voor het bereiden, bewerken en verwerken van verdovende middelen, waaronder begrepen de handelingen, bedoeld onder III, bedraagt voor elk kalenderjaar of gedeelte daarvan f 10,-.

  • III.

    De verschuldigde vergoeding voor een verlof voor het invoeren, uitvoeren, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, bezitten en aanwezig hebben van verdovende middelen bedraagt voor elk kalenderjaar of gedeelte daarvan f 7,50.

Artikel 2

De vergoedingen als bedoeld in artikel 1 zijn niet verschuldigd voor een verlof, uitsluitend voor een wetenschappelijk of politioneel doel.

Artikel 3

De vergoedingen als bedoeld in artikel 1 moeten door degene, die het verlof vraagt, worden betaald op de wijze door de Minister van Volksgezondheid vastgesteld.

Artikel 4

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van 1 juni 1964.