Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de april 1963 ter uitvoering van artikel 4 lid 3 van de Politieregeling (P.B. 1962, no. 64)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de april 1963 ter uitvoering van artikel 4 lid 3 van de Politieregeling (P.B. 1962, no. 64)
CiteertitelInstructie Hoofdcommissaris van Politie
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerppersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De functiebenaming Hoofdcommissaris van Politie komt in de Politieregeling 1999 niet meer voor. Aangenomen wordt dat de functiebenaming “korpschef” in de plaats is getreden van “Hoofdcommissaris van Politie”.

Het tijdstip van inwerkingtreding van de oorspronkelijke regeling is vastgesteld bij landsbesluit van 25-6-1963 (P.B. 1963, no. 100).

Deze regeling is gebaseerd op artikel 4, lid 3, van de op 1 oktober 1999 vervallen Politieregeling (P.B. 1962, no. 64). Op grond de overgangsbepaling in artikel 31 van de Politieregeling 1999 (P.B. 1999, no. 79) blijft deze regeling van kracht totdat die overeenkomstig de nieuwe landverordening is vervangen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Politieregeling 1999, art. 31

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de april 1963 ter uitvoering van artikel 4 lid 3 van de Politieregeling (P.B. 1962, no. 64)

Artikel 1

De hoofdcommissaris van politie staat onder de directe bevelen van de Minister van Justitie. Hij voert het rechtstreekse bevel over het bij zijn staf ingedeelde politiepersoneel.

Artikel 2

  • 1. De hoofdcommissaris van politie stelt zich voortdurend op de hoogte van de wijze waarop in de Nederlandse Antillen de politiedienst wordt uitgeoefend. De commissarissen van de politie en de postcommandanten verschaffen hem daartoe de nodige inlichtingen.

  • 2. Door of namens de hoofdcommissaris van politie zullen periodieke inspectie-reizen naar de eilandgebieden worden gemaakt en periodieke besprekingen worden gehouden met de commissarissen van de politie en de postcommandanten. Indien hem bij inspectie blijkt dat ten aanzien van de vaktechnische uitvoering van de politiedienst veranderingen of verbeteringen wenselijk zijn doet hij terzake de nodige voorstellen. Zulks geldt in het bijzonder de eilandgebieden waar geen commissaris van politie is.

Artikel 3

Onverminderd de hem bij of krachtens andere wettelijke regelingen of instructies opgedragen taak, is de hoofdcommissaris van politie belast met het doen van voorstellen en het geven van adviezen aan de Minister van Justitie nopens:

  • a.

    het samenstellen, aanvullen of herzien van reglementen en voorschriften betreffende de politiedienst;

  • b.

    de organisatie en het beheer van het politiekorps;

  • c.

    het geven van handleidingen, toelichtingen of nadere begripsomschrijvingen betreffende de voorschriften inzake de politiedienst;

  • d.

    de begroting en de bewaking daarvan;

  • e.

    het handhaven van de discipline;

  • f.

    de benoeming, bevordering, schorsing en het ontslag van politiepersoneel;

  • g.

    de overige personeelszaken;

  • h.

    de verplaatsing van personeel anders dan binnen het ressort van een plaatselijk hoofd van politie;

  • i.

    de werving van politiepersoneel;

  • j.

    de vernieuwing en aanschaffing van materieel;

  • k.

    de kleding, uitrusting, bewapening, communicatie- en andere hulpmiddelen der politie;

  • l.

    de gebouwen, terreinen, dienstwoningen en verblijven, die bij de politie in gebruik zijn.

Artikel 4

  • 1. De hoofdcommissaris van politie draagt zorg voor:

    • a.

      de opleiding van nieuw geworven politiepersoneel;

    • b.

      de verdere opleiding en de voortgezette oefening van het overige personeel;

    • c.

      de vaktechnische voorlichting van het politiepersoneel.

  • 2. De indeling van het politiepersoneel bij cursussen in verband met verdere opleiding of bij herhalingsoefeningen geschiedt in overeenstemming met de functionarissen belast met de algemene leiding over het desbetreffend politiepersoneel. Bij gemis aan overeenstemming beslist de Minister van Justitie.

Artikel 5

De hoofdcommissaris van politie ziet toe op:

  • a.

    het onderhoud en/of gebruik van materieel, uitrusting, bewapening, communicatie- en andere hulpmiddelen der politie alsmede gebouwen, terreinen en verblijven, die bij de politie in gebruik zijn;

  • b.

    het gebruik en de verantwoording van munitie.

Artikel 6

  • 1. De hoofdcommissaris van politie is belast met het bijhouden van de administratie betreffende:

    • a.

      de buitengewone agenten van politie;

    • b.

      de internationale rijbewijzen;

    • c.

      de legitimatiebewijzen van opsporingsambtenaren.

Artikel 7

De hoofdcommissaris van politie verzamelt en verspreidt op verzoek van het Hoofd van het Bureau Interpol ten dienste van dat bureau de gegevens, die betrekking hebben op de internationale criminaliteit.

Artikel 8

Jaarlijks en wel vóór 1 april brengt de hoofdcommissaris van politie aan de Minister van Justitie verslag uit van zijn zienswijze met betrekking tot de organisatie en het beheer van het Korps Politie Nederlandse Antillen en de uitoefening van de politiedienst in de verschillende eilandgebieden.

Artikel 9

Dit landsbesluit, dat kan worden aangehaald als "Instructie Hoofdcommissaris van Politie", treedt in werking op een bij landsbesluit nader te bepalen tijdstip.