LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 5de juli 1960 ter uitvoering van de artikelen 4 en 5 van de Landsverordening Speelvergunningsrecht Hazardspelen 1957 (P.B. 1958, no. 46)

Artikel 1

Voor de toepassing van dit landsbesluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

De vergunninghouder is verplicht zorg te dragen voor een goede administratieve organisatie, die aan de navolgende minimum voorschriften voldoet:

• 1.

  Aan de speeltafel moet worden gespeeld met fiches, die slechts gekocht kunnen worden bij de croupier van de speeltafel waar men wenst te spelen.

• 2.

  De croupier is verplicht de ontvangen gelden onmiddellijk te deponeren in een aan de speeltafel aangebrachte bus. Deze bus moet voorzien zijn van een dubbele sluiting. De plaatsing van de bus moet zodanig zijn, dat de gleuf van de bus goed zichtbaar is. Een en ander moet vóór het gebruik van de bus door de Inspecteur zijn goedgekeurd.

• 3.

  Inwisseling van fiches tegen geld mag slechts geschieden door de speciaal voor dat doel aangewezen functionaris (casinoteller) in samenwerking met de beheerder van het hazardspelbedrijf (casinomanager). Van iedere uitbetaling dient de casinoteller een slip in tweevoud uit te schrijven. Een kopie moet direct bij uitbetaling gedeponeerd worden in de onder punt 2 genoemde bus bij de betreffende speeltafel.

• 4.

  De casinoteller mag niet in dienstbetrekking zijn bij manager van de speelzaal voor hazardspelen. Genoemde casinoteller moet tevens toezien op de juiste uitvoering van de onder punten 2 en 3 omschreven voorschriften.

• 5.

  De slotmachines moeten eveneens voorzien zijn van een dubbele sluiting.

• 6.

  Waar gesproken wordt van dubbele sluiting, houdt dit in, dat opening slechts verricht kan worden in elkanders aanwezigheid van functionarissen van de speelzaal voor hazardspelen en hotel. Het systeem van dubbele sluiting moet door de Inspecteur zijn goedgekeurd.

• 7.

  Dagelijks, na sluiting van de speelzaal voor hazardspelen, doch in ieder geval voor de opening van de nieuwe zittingsperiode, moet de inhoud der diverse bussen, zowel wat betreft de ontvangen gelden als de uitgegeven gelden worden geteld en geregistreerd in tegenwoordigheid van 3 functionarissen t.w. 1 functionaris van de speelzaal en 2 functionarissen van het hotel.

• 8.

  De inhoud van de slotmachines moet eveneens door de onder punt 7 genoemde 3 functionarissen minstens een maal per week worden vastgesteld.

• 9.

  Van bovengenoemde tellingen wordt onmiddellijk proces-verbaal opgemaakt, vermeldende de opbrengst van elke speeltafel afzonderlijk. Het model van dit proces-verbaal is bij dit Landsbesluit gevoegd, (model A).

• 10.

  Het proces-verbaal wordt door de 3 bovengenoemden naar waarheid ondertekend.

• 11.

  Uiterlijk dinsdag dienen de onder punt 10 genoemde processen-verbaal van de afgelopen week bij de Inspecteur te worden ingezonden.

Artikel 3

• 1. Vóór 1 februari van elk jaar doet de directie van het hotelbedrijf aangifte in duplo van het te betalen speelzaalvergunningsrecht. Deze aangifte geschiedt op door de Inspecteur te verstrekken formulieren volgens het bij dit Landsbesluit gevoegd model B, en wordt ingezonden bij de Inspecteur.

• 2. De Inspecteur legt de aanslag op en zendt een kennisgeving in 2-voud van het te betalen speelvergunningsrecht aan de vergunninghouder. Deze kennisgeving houdt in een specificatie van de berekening.

• 3. Het volgens de kennisgeving verschuldigde bedrag moet binnen veertien dagen na de dagtekening worden betaald ten kantore van de Landsontvanger.

• 4. De Landsontvanger verantwoordt het ontvangen bedrag ten bate van het middel „Speelvergunningsrecht".

• 5. Indien bij latere controle blijkt dat een te lage aangifte is gedaan of een te laag recht in rekening is gebracht kan het verschil door middel van een nadere aanslag worden nagevorderd. Op deze nadere aanslag zijn de bepalingen van punten 2 tot en met 4 mede toepasselijk.

Artikel 4

De Inspecteur of een door hem aan te wijzen ambtenaar kan te allen tijde in de speelzaal voor hazardspelen en bij de in artikel 2 bedoelde bedoelde tellingen aanwezig zijn. Hij is alsdan bevoegd nadere aanwijzingen en voorschriften te geven die hij in het belang van de controle nodig oordeelt.

Artikel 5

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die zijner afkondiging en werkt terug tot en met 22 februari 1958.