Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSVERORDENING van 8 juli 1946, houdende bepalingen tot de instelling van een havencentrale

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van 8 juli 1946, houdende bepalingen tot de instelling van een havencentrale
CiteertitelRegeling Havencentrale
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerparbeidsregelgeving

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Artikel 1 van het Havencentralebesluit II bepaalt dat, in afwijking van de artikelen 8 en 9 van de Regeling Havencentrale, de indienstneming, aanwijzing en uitbetaling van de arbeiders, geschieden door de stuwadoorsondernemingen, tot een nader bij landsbesluit vast te stellen datum.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Havencentralebesluit I

Havencentralebesluit II

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van 8 juli 1946, houdende bepalingen tot de instelling van een havencentrale

Artikel 1

In deze landsverordening wordt verstaan onder:

-havencentrale,de havencentrale Curaçao, zooals bedoeld in artikel 2 van deze landsverordening;
-inspecteur,de inspecteur, bedoeld in het eerste lid van artikel 3 dezer landsverordening;
-havenarbeider,de havenarbeider, zooals bedoeld in de "Stuwadoorslandsverordening 1946",
-stuwadoorsonderneming,de stuwadoorsonderneming, zooals bedoeld in de "Stuwadoorslandsverordening 1946",
-commissie,de Commissie van bijstand, bedoeld in artikel 3, lid 3 van deze landsverordening;
-stuwadoorsarbeid,stuwadoorsarbeid, zooals bedoeld in de "Stuwadoorslandsverordening 1946".

Artikel 2

  • 1. Er wordt ingesteld een "Havencentrale Curaçao", gevestigd te Willemstad op het eiland Curaçao, omvattende alle op Curaçao gevestigde stuwadoorsondernemingen en havenarbeiders, ressorterende onder de Directeur van het Departement van Arbeid en Sociale Zaken.

  • 2. Al hetgeen betreft inrichting en administratie van de havencentrale, wordt bij besluit door den Gouverneur geregeld.

Artikel 3

  • 1. De dagelijkse leiding van de havencentrale berust bij een inspecteur. Bij de uitvoering van deze landsverordening volgt deze de aanwijzingen van de Directeur van het Departement van Arbeid en Sociale Zaken.

  • 2. De Gouverneur stelt de instructie van den inspecteur vast.

  • 3. Een Commissie van Bijstand, waarin de stuwadoorsondernemingen en havenarbeiders gelijkelijk vertegenwoordigd zijn, staat den inspecteur bij in de vervulling van zijn taak.

  • 4. De samenstelling en werkwijze van deze commissie, welke uit ten minste vier leden bestaat, regelt de Gouverneur bij besluit.

  • 5. De commissie wordt door den Gouverneur benoemd, eenerzijds uit een voordracht der havenarbeiders of hunne bonden, anderzijds uit een voordracht der stuwadoorsondernemingen. De Gouverneur is bevoegd zonder voordracht tot benoeming over te gaan, indien deze hem binnen een maand, nadat het verzoek gedaan is, niet heeft bereikt.

Artikel 4

  • 1. Alle op het eiland gevestigde stuwadoorsondernemingen en havenarbeiders moeten binnen een door den inspecteur vast te stellen termijn en op een nader door dezen te bepalen wijze aan hem schriftelijk het verzoek doen, hen bij de havencentrale in te schrijven.

  • 2. Dit verzoek kan ook collectief geschieden door de organisatie waarbij hij, op wien de verplichting rust, is aangesloten.

Artikel 5

De inspecteur gaat alleen tot inschrijving over, indien de aanvrager aan de bij besluit van den Gouverneur vast te stellen algemeene voorwaarden voldoet. Deze voorwaarden worden door den Gouverneur, de commissie gehoord, vastgesteld.

Artikel 6

  • 1. De inspecteur is bevoegd een ingeschrevene te schorsen en/of diens inschrijving in te trekken. Hij gaat echter niet tot schorsing voor een periode, langer dan een week, of tot intrekking over, dan na de commissie te hebben gehoord.

  • 2. Van een beslissing als in het vorig lid bedoeld kan degene tegen wien de beslissing werd genomen, binnen acht dagen na ontvangst van het bericht, in beroep komen bij de Directeur van het Departement van Arbeid en Sociale Zaken.

Artikel 7

  • 1. De inspecteur stelt, de commissie gehoord, een reglement vast, waarin de arbeidsvoorwaarden van den havenarbeider vastgelegd worden.

  • 2. Niet of niet volledig naleven van dit reglement kan intrekking van de inschrijving tengevolge hebben.

Artikel 8

  • 1. De stuwadoorsondernemingen betrekken de voor haar stuwadoorsarbeid benoodigde havenarbeiders uitsluitend door bemiddeling van de havencentrale.

  • 2. De havenarbeiders worden geacht in dienst te zijn van de havencentrale, die het door haar betaalde loon met de betrokken stuwadoorsondernemingen verrekent.

  • 3. Voor zoover in deze landsverordening niet uitdrukkelijk afgeweken, zijn de bepalingen van den Zevenden Titel A van het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen van toepassing.

Artikel 9

  • 1. Het is aan de stuwadoorsondernemingen verboden in hun bedrijf anderen dan ingeschreven en door de havencentrale aangewezen havenarbeiders stuwadoorsarbeid te doen of te laten verrichten.

  • 2. De havenarbeiders zijn verplicht alle hun door of namens den inspecteur gegeven opdrachten, welke het havenbedrijf betreffen, stipt na te komen.

Artikel 10

De ingeschrevenen zijn verplicht aan den inspecteur op diens verzoek alle gewenschte inlichtingen mondeling of schriftelijk te verschaffen.

Artikel 11

  • 1. Van de bij het eerste lid van artikel 8 en het eerste lid van artikel 9 bepaalde, kan de inspecteur in bijzondere gevallen en voor een bepaalden tijd, geheele of gedeeltelijke ontheffing verleenen.

  • 2. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden en/of beperkingen worden verbonden.

  • 3. Niet-nakoming van deze voorwaarden en/of beperkingen kan intrekking van de ontheffing tengevolge hebben.

Artikel 12

De inspecteur is bevoegd, na ingewonnen advies van de commissie, aan den Gouverneur voorstellen te doen, ten aanzien van:

  • a.

    de loonen;

  • b.

    den arbeidsduur en werktijden;

  • c.

    sociale voorzieningen, welke gelden voor alle bij de centrale ingeschrevenen.

Artikel 13

De Inspecteur kan te allen tijde inzage vorderen van alle bescheiden, waarvan hij voor de goede vervulling van zijn taak inzage noodig oordeelt.

Artikel 14

  • 1. Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden wordt gestraft hij, die niet nakomt een voorschrift bij of krachtens deze landsverordening gesteld en waarvan geen ontheffing is verleend.

  • 2. De feiten in het eerste lid van dit artikel bedoeld, worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 15

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Curaçaosche Courant.

  • 2. De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen en daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • d.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen.

  • 3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen.

  • 5. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 16

[vervallen]

Artikel 17

Hetgeen verder ter uitvoering van deze landsverordening noodig is, regelt de Gouverneur bij besluit.

Artikel 18

Deze landsverordening kan worden aangehaald als "Regeling Havencentrale".

Artikel 19

Deze landsverordening treedt in werking op een nader door den Gouverneur te bepalen datum.