| Overheidsorganisatie | Koninkrijksdeel Curaçao |
|---|---|
| Officiële naam regeling | BESLUIT van den 3den mei 1946 ter uitvoering van artikel 4, lid 6 van de "Stuwadoorslandsverordening 1946" (P.B. 1946, no. 27) |
| Citeertitel | Onbekend |
| Vastgesteld door | Gouverneur van de Nederlandse Antillen |
| Onderwerp | algemeen |
| Eigen onderwerp | arbeidsregelgeving |
Dit besluit vervangt het besluit van 18 maart 1946 (P.B. 1946 no. 30).
Abusievelijk is in de titel van dit besluit P.B 1946, no. 27 genoemd. Dit moet zijn P.B. 1946, no. 28.
Bij de inwerkingtreding van de Overdrachtslandsverordening XIII: Sociale en Economische Zaken (P.B. 1955, no. 91) heeft het Besluit van den 3den mei 1946 de status van eilandsbesluit houdende algemene maatregelen gekregen. De tekst van deze regeling is daaraan niet aangepast. In verband met de huidige tekst van artikel 4, zesde lid, van de Stuwadoorslandsverordening 1946 dient nu artikel 1, tweede lid “De Gouverneur” te worden gelezen als: "Het Bestuurscollege"; in artikel 5 dient voor “de Gouverneur” gelezen te worden de eerste maal: "de Gouverneur of het bestuurscollege", en de tweede maal: "de Gouverneur, onderscheidenlijk het bestuurscollege”.
Stuwadoorslandsverordening 1946, art. 4, zesde lid
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 10-10-2010 | bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao | 10-10-2010 A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87 | onbekend |
1. De Havenmeester is ambtshalve voorzitter van de in artikel 4 van de "Stuwadoorslandsverordening 1946" bedoelde Commissie. Een ambtenaar van het Departement van Sociale en Economische Zaken is plaatsvervangend voorzitter.
2. De Gouverneur wijst uit het midden der Commissie of daarbuiten een secretaris aan, die zijn taak verricht onder rechtstreeksch toezicht van voorzitter of plaatsvervangend voorzitter.
De Commissie vergadert zoo dikwijls als de bij haar voor advies ingediende onderwerpen het noodzakelijk maken en voorts, wanneer voorzitter of plaatsvervangend voorzitter zulks wenschelijk oordeelt.
1. De voorzitter of plaatsvervangend voorzitter bepaalt dag, plaats en uur der vergaderingen.
2. De secretaris geeft daarvan onverwijld kennis aan de leden.
Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter.
Omtrent de onderwerpen, welke de Gouverneur aan de Commissie ter advies zendt, stelt deze een rapport op, dat, onderteekend door den voorzitter, c.q. den plaatsvervangend voorzitter en den secretaris, aan den Gouverneur wordt ingediend binnen den termijn, welken deze stelt.
Dit besluit treedt in werking op den 15den Mei 1946. Tegelijkertijd wordt het besluit van 18 Maart 1946 (P.B. 1946 no. 30) ingetrokken.