Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

BESLUIT van den 5den april 1946 ter uitvoering van artikel 3, lid 2 en artikel 9, lid 1a, 1d en 1e van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" (P.B. 1945, no. 106), zooals aangevuld bij de Landsverordening van den 12den januari 1946 (P.B. 1946 no. 1)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingBESLUIT van den 5den april 1946 ter uitvoering van artikel 3, lid 2 en artikel 9, lid 1a, 1d en 1e van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" (P.B. 1945, no. 106), zooals aangevuld bij de Landsverordening van den 12den januari 1946 (P.B. 1946 no. 1)
CiteertitelBesluit inschrijving arbeidskrachten
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerparbeidsregelgeving

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De modellen, bedoeld in artikel 1, zijn niet opgenomen.

Op grond van de Overdrachts-landsverordening XIII: Sociale en Economische Zalen (P.B. 1955, no. 91) geschiedt de nadere regeling van het bepaalde in artikel 3, tweede lid, en artikel 9, eerste lid, onder d en e, voortaan bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen. Voor verscheidene eilandgebieden is dit besluit derhalve gedeeltelijk vervallen.

De eilandgebieden hebben de volgende wetgeving tot stand gebracht.

Bonaire:

Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen van de 19e november 1975, no. 1, ter uitvoering van artikel 3 van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" (P.B. 1945 no. 106) zoals gewijzigd (A.B. Bonaire 1975, no. 22).

Saba en Sint Eustatius:

Voor zover bekend zijn voor deze eilandgebieden geen uitvoeringsregelingen vastgesteld.

Voor Curaçao en Sint-Maarten zijn vastgesteld respectievelijk het Eilandsbesluit inschrijving arbeidskrachten (A.B. Curaçao 1965, no. 55, gewijzigd bij eilandsbesluit h.a.m. van 22 juni 1966 (A.B. 1966, no. 48)) en het Eilandsbesluit inschrijving arbeidskrachten (A.B. Bovenwindse Eilanden - Eiland Sint Maarten 1974, no. 3).

Het vaststellen van de voorschriften, bedoeld in artikel 9, eerste lid onder a, is echter tot de bevoegdheid van de Gouverneur blijven behoren. Artikel 7 van deze regeling berust op dat onderdeel.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945, art. 3, tweede lid, 9, eerste lid, onder a, d en e

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

BESLUIT van den 5den april 1946 ter uitvoering van artikel 3, lid 2 en artikel 9, lid 1a, 1d en 1e van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" (P.B. 1945, no. 106), zooals aangevuld bij de Landsverordening van den 12den januari 1946 (P.B. 1946, no. 1)

Artikel 1

Ter uitvoering van artikel 3, lid 2 van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" wordt het werkboekje hierbij bepaald, zijnde van afmeting en inhoud, in alle opzichten gelijkvormig aan de bij dit besluit gevoegde modellen RE en RP. Het werkboekje is voorzien van een volgnummer.

Artikel 2

  • 1. Tot het verkrijgen van een werkboekje, wendt de arbeider, die krachtens artikel 3 van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" verplicht is een werkboekje te hebben, zich door invulling en indiening in tweevoud van een formulier RAP of RAE, onder overlegging van drie goedgelijkende pasfoto's.

    • a.

      indien hij op Curaçao woonachtig is, tot het Hoofd van het Departement Sociale en Economische Zaken of den Districtmeester;

    • b.

      indien hij op één der andere eilanden woonachtig is, tot den betreffenden Gezaghebber of Ondergezaghebber.

  • 2. De invulling van het formulier RAP of RAE geschiedt:

    • a.

      door den arbeider, die op den dertigsten dag na de inwerkingtreding van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" bij een werkgever in dienst is, naar den toestand van dien dag;

    • b.

      door den arbeider, die na den dertigsten dag na de inwerkingtreding van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" voor de eerste maal een dienstbetrekking aangaat, naar den toestand op den dag waarop die dienstbetrekking een aanvang neemt.

  • 3. De Gezaghebbers, Ondergezaghebbers en Districtmeesters zenden bij ontvangst één exemplaar van het formulier, vergezeld van één der pasfoto's onmiddellijk door aan het Hoofd van het Departement Sociale en Economische Zaken. Een exemplaar der pasfoto's blijft ten Gouvernements-kantore, waar de betreffende arbeider in een daartoe bestemd register wordt ingeschreven.

  • 4. De formulieren RAP en RAE zijn bij de autoriteiten genoemd in lid 1 van dit artikel, kosteloos verkrijgbaar.

  • 5. Vrijgesteld van de invulling en indiening van een formulier RAP of RAE is de arbeider, die op den dertigsten dag na de inwerkingtreding van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" ingeschreven is in het register, hetwelk de werkgever verplicht is aan te houden krachtens artikel 9 van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945", met dien verstande dat de arbeider wel verplicht is tot de indiening van drie goedgelijkende pasfoto's op overeenkomstige wijze.

Artikel 3

Het werkboekje wordt door den ambtenaar, belast met de uitreiking van werkboekjes, voorzien van één der pasfoto's, genoemd in artikel 2 van dit besluit, de dagteekening van aflevering, de stempel van het kantoor van afgifte en zijn handteekening.

Artikel 4

Bij ontvangst van het werkboekje is de arbeider verplicht het boekje in tegenwoordigheid van den ambtenaar, belast met de afgifte van werkboekjes, van zijn handteekening te voorzien. Indien de arbeider niet kan schrijven, wordt zulks door bovenbedoelden ambtenaar in het betreffende werkboekje vermeld onder opgave van den reden van verhindering. Deze verklaring wordt door genoemden ambtenaar geteekend.

Artikel 5

De prijs van het werkboekje bedraagt voor Nederlanders en Nederlandsche onderdanen vijftig centen. Voor alle andere personen bedraagt de prijs van het werkboekje één gulden.

Artikel 6

Het Hoofd van het Departement Sociale en Economische Zaken, de Gezaghebber of Ondergezaghebber doet het nummer van het door hem uitgereikte werkboekje, de datum van uitgifte, alsmede de gegevens van den betreffenden arbeider, welke overeenkomstig artikel 3 lid 3 van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" in het werkboekje vermeld staan, inschrijven in een daartoe bestemd register.

Artikel 7

Ter uitvoering van artikel 9 lid 1a van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" (P.B. 1945 no. 106) worden de hiernavolgende regelen vastgesteld, waaraan het register moet voldoen:

  • a.

    Voor werkgevers, die minder dan 50 arbeiders in hun dienst hebben wordt het register vastgesteld conform het bij dit besluit gevoegd model; blanco registers zijn verkrijgbaar bij de in artikel 2 genoemde autoriteiten tegen den kostprijs.

  • b.

    Aan werkgevers, die 50 of meer arbeiders in hun dienst hebben, worden de inrichting en de samenstelling van het register vrijgelaten, mits het de gegevens bevat, bedoeld in artikel 9 lid 2 van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945".

Artikel 8

  • 1.

    De aangifte van het aangaan of verbreken van een dienstbetrekking met een arbeider evenals de aangifte van wijziging van het loon van den arbeider, door den werkgever krachtens artikel 9 lid 1d en 1e van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" te doen, geschiedt door indiening van de daartoe bestemde formulieren. De indiening geschiedt:

    • a.

      op Curaçao bij het Hoofd van het Departement Sociale en Economische Zaken of den Districtmeester;

    • b.

      op de andere eilanden bij den betreffenden Gezaghebber of Ondergezaghebber.

De Gezaghebbers, Ondergezaghebbers en Districtmeesters zenden de aangifte door aan het Hoofd van het Departement Sociale en Economische Zaken.

2.De formulieren, waarvan het model als bijlage RC aan dit besluit is gevoegd, zijn bij bovengenoemde autoriteiten kosteloos verkrijgbaar.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op den dag der inwerkingtreding van de "Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten 1945" (P.B. 1945 no. 106).