Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

VERORDENING van den 22sten februari 1933, op de Keuring van vee en vleesch en den verkoop van vleesch op het eiland Curaçao

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingVERORDENING van den 22sten februari 1933, op de Keuring van vee en vleesch en den verkoop van vleesch op het eiland Curaçao
CiteertitelSlacht- en keuringsverordening 1933
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpvolksgezondheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de in artikel 18, derde lid, genoemde regelingen en bepalingen.

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van …-…-……… (P.B. 1945, no. 149) is vastgesteld bij landsbesluit van …-…-……( P.B. 1947, no. 18).

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van …-…-……… (P.B. 1948, no. 159) is vastgesteld bij landsbesluit van …-…-……( P.B.1950, no. 119).

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van …-…-……… (P.B. 1952, no. 164) is vastgesteld bij landsbesluit van …-…-……( P.B. 1952, no. 175).

Het tijdstip van inwerkingtreding van de wijzigingsregeling van 11-9-1997 (P.B. 1997, no. 237) is vastgesteld bij landsbesluit van 25-11-1997 (P.B. 1997, no. 251).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Regeeringsreglement van Curaçao, art. 50, tweede zinsnede

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Ministeriële beschikking ter uitvoering van artikel 5A (P.B. 1995, 86)

Ministeriële beschikking ter uitvoering van artikel 5A (P.B. 1996, 33)

Ministeriële beschikking ter uitvoering van artikel 5A (P.B. 2001, 36)

Ministeriële beschikking ter uitvoering van artikel 5A (P.B. 2001, 38)

Beschikking invoerverbod dieren en delen van dieren 2003 (P.B. 2004, 2)

Beschikking in- en doorvoerverbod pluimvee en vogels 2006 (P.B. 2006, 41)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING van den 22sten februari 1933, op de Keuring van vee en vleesch en den verkoop van vleesch op het eiland Curaçao.

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

I.vee:herkauwende dieren, eenhoevige dieren en varkens, hiermede worden voor de toepassing dezer verordening schilpadden gelijkgesteld.
II.vleesch:gestorven of gedood vee of deelen daarvan.
IIa.vers vleesch:vlees dat niet kennelijk op de plaats van herkomst is ingevroren of vlees dat geen of geen conservering als door koude heeft ondergaan.
IIb.bevroren vlees:vlees dat in bevroren toestand verkeert of erin verkeerd heeft en kennelijk op de plaats van herkomst in deze toestand is gebracht.
III.Noodslachting:het dooden van vee dat:
   a.door een ernstig ongeval is getroffen;
   b.door ziekte in onmiddellijk levensgevaar verkeert;
   c.onmiddellijk gevaar oplevert voor de volksgezondheid, voor de veiligheid van personen of goederen; dan wel voor besmetting van menschen of dieren.
IV.Slachthuis:het gebouw c.q. de gebouwen vanwege het eilandgebied als openbare slachtplaats ingericht, alsmede het terrein, behoorende bij de gebouwen.
V.Directeur:de door het bestuurscollege aangewezen veearts in zijn hoedanigheid van beheerder van het slachthuis of den door den Gouverneur aangewezen vervanger van den beheerder van het slachthuis.
VI.Keuringsambtenaar:de door den Directeur met de keuring van vee en vleesch belaste ambtenaar.
VII.Vleeschhouwer:hij, die zijn beroep maakt van veeslachten, van vleeschbewerking of vleeschverkoop.
VIII.Vleeschhouwerij:alle open of besloten ruimten, waar de vleeschhouwer zijn beroep uitoefent.
IX.Kring,:het stadsdistrict op het eiland Curaçao, benevens bij het stadsdistrict aansluitende gedeelten van het 2de district en eventueel ook gedeelten van het 3de district, door den Gouverneur bij eilandsbesluit houdende algemene regelen aan te wijzen. Op Aruba: de wooncentra Oranjestad en San Nicolaas en naaste omgeving, door den Gouverneur, gehoord den Raad van Politie, bij besluit aan te wijzen.
       

Artikel 2

Bij oprichting van een vleeschhouwerij, in den kring gelegen, moet het voornemen daartoe ten minste een maand tevoren aan den Directeur worden kenbaar gemaakt. Overneming van een dergelijk bedrijf mag niet zonder voorafgaande, schriftelijke kennisgeving aan den Directeur geschieden.

Artikel 3

De keuring van vee en vleesch is opgedragen aan den Directeur, bijgestaan door de keuringsambtenaren.

Artikel 4

  • 1. Het is verboden vee op de eilanden Curaçao en Aruba in te voeren tenzij het de door het bestuurscollege aangewezen veearts of dengene, die als zijn vervanger door het bestuurscollege wordt aangewezen, gebleken is, dat het gedekt is door een verklaring van herkomst.

  • 2. De verklaring van herkomst moet, wat betreft het vee, dat van de overige eilanden van dit gebiedsdeel op de eilanden Curaçao en Aruba is ingevoerd, door den verkooper of den eigenaar van het vee in duplo worden afgegeven en aangeven, dat het bij hem gekocht is of dat het zijn eigendom is.

  • 3. De verklaring van herkomst moet door of namens den Gezaghebber van het betrokken eiland voor gezien worden geteekend.

  • 4. Voor wat betreft het vee, uit den vreemde ingevoerd, zal bij de verklaring van herkomst moeten overlegd worden een verklaring van den betrokken Nederlandschen consulairen ambtenaar, inhoudende aantal en soort der dieren, plaats van inscheping en zoo mogelijk plaats vanherkomst.

  • 5. Indien ter plaatse geen Nederlandsch consulair ambtenaar aanwezig is, kan worden volstaan met een verklaring van de douane van de plaats van inscheping.

Artikel 5

  • 1. Het is verboden vee op de eilanden Curaçao en Aruba in te voeren alvorens het door den keuringsambtenaar is goedgekeurd. Door den Gouvernemenrs-veearts wordt bepaald, van welk merkteeken het voor den invoer goedgekeurde vee voorzien moet zijn.

  • 1. Ten aanzien van vee, lijdende aan of verdacht van te lijden aan eenige besmettelijke ziekte, worden zoo noodig door de inspecteur quarantaine-maatregelen getroffen, volgens regelen door den Gouverneur bij besluit vast te stellen.

  • 2. Ten aanzien van gewond, gekneusd of anderszins niet in goeden toestand verkeerend vee kunnen door de door het bestuurscollege aangewezen veearts maatregelen getroffen worden, volgens regelen door den Gouverneur bij besluit vast te stellen.

Artikel 5A

Onverminderd het bepaalde in artikel 97, letter C van de Algemene verordening I.U. en D. 1908 (P.B. 1949, no. 62) en in de Landsverordening invoer kleine dieren 1952 (P.B. 1952, no. 123), en onverminderd het bepaalde in de artikelen 4 en 5 1ste lid kan bij of krachtens beschikking van de Minister van Volksgezondheid tot wering van enige besmettelijke veeziekte de in- en doorvoer worden verboden of niet dan onder bepaalde voorwaarden worden toegestaan van;

  • a.

    vee, vlees, eieren, melk en melkproducten, huiden en aanhangsels van huiden en andere van vee afkomstige producten, mest en veevoeder;

  • b.

    andere voorwerpen of dieren welke dragers van smetstof kunnen zijn.

Artikel 6

  • 1.

    Het slachten van vee moet geschieden, overeenkomstig de bepalingen, door den Gouverneur bij besluit vast te stellen.

  • 2.

    In den kring geschiedt het slachten van vee, behoudens het bepaalde in de artt. 8 en 9, uitsluitend in het slachthuis.

  • 3.

    Voor het slachten van vee in het slachthuis wordt, behalve voor runderen, varkens, schapen en geiten uit het gebiedsdeel Curaçao, een slachtrecht tevens keurgeld geheven, door den Gouverneur bij besluit te bepalen en welk slachtrecht, tevens keurgeld ten hoogste zal bedragen:

Voor een rundf6,--
" " kalf  3,50
" " varken  1,25
" " schaap  1.--
" " geit  1,--
" " schildpad  1,--

Het slacht- en keurloon wordt bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen vastgesteld.

Artikel 7

  • 1. De directeur stelt voorschriften vast voor den toegang tot en het gebruik van het slachthuis, alsmede voor het slachten en voor de handelingen, die bij de verdere bewerking van de geslachte dieren en de keuring daarvan noodig zijn.

  • 2. Hij is bevoegd bij overtreding dezer voorschriften den betrokkene den toegang tot of het gebruik van het slachthuis te ontzeggen, mits bij een met redenen omkleede, schriftelijke aanzegging.

  • 3. Voor den eersten keer dat een overtreding wordt begaan, kan de ontzegging plaats vinden voor ten hoogste 14 dagen en bij herhaling voor ten hoogste 6 maanden.

  • 4. De directeur is bevoegd om vee, dat in het slachthuis ziek of verwond is, indien hij zulks noodig acht, onmiddellijk te doen slachten, indien mogelijk, met voorafgaande kennisgeving aan den eigenaar.

Artikel 8

Tot het slachten voor eigen gebruik van een of meer varkens, schapen of geiten op een andere plaats in den kring dan in deze verordening bepaald, kan bij wijze van uitzondering de Directeur een schriftelijke vergunning, onder door hem te stellen voorwaarden, afgeven. Deze vergunning moet, alvorens daarvan kan worden gebruik gemaakt, in den kring aan den keuringsambtenaar worden vertoond.

Artikel 9

  • 1. Noodslachting in den kring mag, mits hiervan tevoren of onmiddellijk daarna kennis wordt gegeven aan den Directeur, plaats hebben buiten het slachthuis. Onmiddellijk na de noodslachting moet het geslachte dier door of van wege den eigenaar of rechthebbende in ongedeelden toestand naar het slachthuis worden gebracht. Slechts de ingewanden mogen tevoren worden uitgenomen, doch deze organen moeten, gelijktijdig met het geslachte dier, in ongeschonden staat in het slachthuis worden gebracht.

  • 2. Degene, die buiten den kring uit nood vee slacht, dat door ziekte gevaar oplevert voor de volksgezondheid, dan wel voor besmetting van menschen of dieren, is verplicht hiervan onmiddellijk kennis te geven aan den betrokken Districtmeester, ter wiens beschikking het vleesch gehouden moet worden, totdat de keuring zal zijn geschied. De keuring van dit vee geschiedt zoo spoedig mogelijk, door of van wege de door het bestuurscollege aangewezen veearts.

Artikel 9a

  • 1. Met uitzondering van partijen vlees, kennelijk bestemd als provisie van het schip dat ze invoert, is de invoer van vlees op de eilanden Curaçao en Aruba alleen toegestaan indien:

    • a.

      daarvan opgave wordt gedaan bij de keuringsambtenaar;

    • b.

      voor zoveel betreft vers vlees, overgelegd wordt een verklaring van een in het land van herkomst wettig erkend deskundige, houdende dat het vlees afkomstig is van gezonde dieren en goedgekeurd is als voedsel voor de mens, behoudens het geval dat het vlees wordt ingevoerd met de bijbehorende organen indien deze zich in verse toestand bevinden.

    • c.

      Voor zoveel betreft vers alsmede bevroren vlees, afkomstig uit het buitenland, dit vlees voor zoveel mogelijk voorzien is van duidelijke merktekens ten bewijze dat het slachtdier waarvan het vlees afkomstig is, door een wettig erkend deskundige in het land van herkomst is onderzocht en goedgekeurd voor menselijk gebruik.

  • 2. Alle ingevoerd vers vleesch is aan keuring door de keuringsambtenaar onderworpen, die het bij goedkeuring van het voorgeschreven keuringskenmerk voorziet.

  • 3. Keuring van bevroren vlees kan vanwege genoemde keuringsambtenaar worden geëist.

  • 4. Bij afkeuring van alle ingevoerd vlees blijft het gedurende 24 uur ter beschikking van de eigenaar, waarna het wordt vernietigd.

Artikel 10

  • 1. Geen vleesch mag tot het verbruik in den kring in het verkeer worden gebracht, worden uitgestald, bewerkt, verkocht of voor den verkoop in voorraad gehouden, dan na goedgekeurd en van den door den Directeur vastgestelde goedkeuringsstempel voorzien te zijn.

  • 2. Het is, voor zover het Wetboek van Strafrecht voor Curaçao er niet in voorziet, verboden, zonder schriftelijke toestemming van de directeur, een goedkeuringsstempel als in het eerste lid bedoeld, of een al dan niet met een geringe afwijking daarop gelijkend stempel te hebben.

Artikel 11

De Gouverneur is bevoegd bij besluit voorschriften vast te stellen voor het vervoer van vleesch langs den openbaren weg in hoeveelheden van meer dan 10 K.G.

Artikel 12

  • 1. Voor wat betreft den verkoop of de bewerking van vleesch in den kring, oefent de vleeschhouwer zijn beroep uit op daartoe vanwege het bestuurscollege ingerichte plaatsen. Tot het in den kring verkoopen van vleesch op andere dan deze plaatsen wordt een schriftelijke vergunning van het bestuurscollege vereischt.

  • 2. Het bestuurscollege stelt de eischen vast, waaraan elke vleeschhouwerij in den kring moet voldoen.

  • 3. Voor de uitoefening van het beroep van vleeschhouwer buiten den kring op Curaçao is de vergunning vereist van het bestuurscollege en op Aruba van de Gezaghebber. Het verzoek daartoe behoort bij het bestuurscollege te worden ingediend.

  • 4. Aan de vergunningen, in het 1ste en 3de lid van dit artikel bedoeld, kunnen door de betrokken autoriteiten voorwaarden worden gesteld.

Artikel 13

Vergunningen, bedoeld bij artt. 8 en 12, kunnen onderscheidenlijk door het bestuurscollege worden ingetrokken, wanneer niet wordt voldaan aan de bepalingen van deze artikelen en aan de voorwaarden, in de vergunning opgenomen, onverminderd de straffen in deze verordening op de overtreding gesteld.

Artikel 14

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in De Curaçaosche Courant.

  • 2. De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen;

    • d.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen;

    • e.

      vaartuigen, stilstaande voertuigen en de lading daarvan te onderzoeken.

  • 3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld betreffende de wijze van taakuitoefening van de in het eerste lid bedoelde personen.

  • 5. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 14a

De krachtens artikel 14, eerste lid aangewezen personen kunnen, in afwachting van de door hen onverwijld in te roepen beslissing van de Directeur, de verdere bewerking, de verkoop, het vervoer of de uitstalling van vlees verbieden, dat ondeugdelijk of ongeschikt voor verbruik is.

Artikel 14b

  • 1. De krachtens artikel 14, eerste lid, aangewezen personen zijn bevoegd tot voorlopige inbeslagneming van afgekeurd vlees dat in het verkeer wordt gebracht, wordt uitgestald, bewerkt, verkocht of voor de verkoop in voorraad gehouden.

  • 2. Op grond van het eerste lid in beslag genomen, voor menselijk gebruik ongeschikt vlees, wordt ter beschikking gesteld van de Directeur, die daarmee handelt op de wijze, bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen.

Artikel 14c

  • 1. De Directeur kan het verbod, krachtens artikel 14a opgelegd, bekrachtigen, alsmede de vernietiging bevelen van voorlopig in beslag genomen vlees.

  • 2. Een beslissing als bedoeld in het eerste lid, wordt schriftelijk aan de belanghebbende meegedeeld.

Artikel 15

  • 1. Overtreding van een van de voorschriften bij of krachtens deze landsverordening gegeven, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tweehonderd gulden.

  • 2. Indien tijdens het plegen van het feit nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling van de beschuldigde wegens gelijke of andere overtreding van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde onherroepelijk is geworden, kunnen de in het eerste lid genoemde straffen worden verdubbeld. Met een vroegere veroordeling wordt gelijkgesteld de vrijwillige voldoening aan de voorwaarde door de bevoegde ambtenaar van het openbaar ministerie krachtens artikel 76, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen gesteld.

Artikel 16

  • 1. De personen belast met het toezicht op de naleving der bepalingen en het opsporen van overtredingen van deze verordening of van enig voorschrift krachtens deze verordening vastgesteld, zijn te allen tijde bevoegd om in beslag te nemen zoomede om ter beslagneming het noodige onderzoek in te stellen naar en uitlevering te vorderen van alle voorwerpen, welke tot de ontdekking der waarheid kunnen dienen of welker verbeurdverklaring, vernietiging of onbruikbaarmaking bij vonnis kan worden bevolen.

  • 2. Indien het betreft vleesch, hetwelk voor menschelijk gebruik geschikt is, zal het, overeenkomstig het vorige lid in beslag genomen. ter beschikking worden gesteld van den Directeur, die daarmede handelt op de wijze, door den Gouverneur te bepalen.

Artikel 17

Ieder, die op het tijdstip van inwerkingtreding dezer verordening in den kring het beroep uitoefent van vleeschhouwer, is gehouden binnen veertien dagen na dit tijdstip schriftelijk daarvan kennis te geven aan den Directeur, onder opgave van de bij hem in gebruik zijnde bewaarplaatsen, bergplaatsen, slachtplaatsen, verkooplokalen en winkels, met vermelding waar deze gelegen zijn.

Artikel 18

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Slacht- en keuringsverordening” onder bijvoeging van het jaartal van het Publicatieblad, waarin zij is opgenomen.

  • 2. Zij treedt in werking op een nader door den Gouverneur te bepalen tijdstip.

  • 3. Op dat tijdstip:

    vervalt de verordening van den 12n October 1899 (P.B. 1899 No. 26 houdende bepalingen op het slachten van vee en het verkoopen van vleesch in het eerste district op Curaçao, zooals sedert gewijzigd en aangevuld, laatstelijk bij de verordening van den 22sten Augustus 1917 (PB 1918 No. 6);

    vervalt de verordening van den 26sten Juli 1918 (P.B. 1919 No. 3, op de keuring van vee, vleesch en toebereide vleeschwaren en den verkoop van vleesch en toebereide vleeschwaren in het eerste district Curaçao;

    vervallen het onder letter a gestelde van artikel 22 en artikel 33 van de “Algemeene Politiekeur” 1917 P.B. 1932 No. 54), zooals aangevuld en gewijzigd, laatstelijk bij de verordening van den 30sten december 1932 (P.B. No. 126), worden de letters b, c en d van eerstgenoemd artikel onderscheidenlijk a, b en c en wordt in het laatste lid van dat artikel in stede van “onder d” gelezen: “onder c”;

    • 1°.

      Vervallen in artikel 2 van de “Geslachtverordening 1908” (P.B. 1908 No. 37, zoals gewijzigd en aangevuld, laatstelijk bij de verordening van den 31sten januari 1933 (P.B. No. 11) de leestekens en de woorden “op Curaçao aan den marktmeester, op de overige eilanden “;

    • 2°.

      wordt in artikel 4 lid 3 de komma “achter slachting” veranderd in een punt, ”tenzij” vervangen door “Indien”, worden de woorden “in welke gevallen de accijns niet schuldig is” vervangen door “is de accijns niet verschuldigd” en wordt een nieuw lid aan dit artikel toegevoegd, luidende:

      “In geval de noodslachting plaats heeft op het eiland Curaçao zijn de voorgaande leden van dit artikel niet van toepassing, behoudens de verplichting van dengene, die de noodslachting verricht, om den Directeur den verschuldigden accijns, indien deze niet vooraf is betaald, te voldoen, tenzij het geval zich voordoet, bedoeld in de tweede zin van het voorgaand lid”;

    • 3°.

      worden in artikel 5 dier verordening na het woord “daarvan” ingevoegd de woorden “op andere eilanden dan het eiland Curaçao” en

    • 4°.

      vervallen in dat artikel de woorden “op Curaçao van het Hoofd der politie, op de andere eilanden” en e. wordt de punt aan het slot van b. van artikel 1 van de verordening van den 7den Augustus 1917 (P.B. 1917 No. 58, zooals gewijzigd en aangevuld, laatstelijk bij de verordening van den 6n October 1930 (P.B. 1931 No. 6) veranderd in een komma, waarna wordt toegevoegd: “met uitzondering van vleesch, afkomstig van vee, bedoeld in artikel 1 onder I van de “Slacht- en keuringsverordening 1933”.