Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 3de april 2003 ter uitvoering van artikel 39 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (P.B. 2002, no. 63) (Ministeriële beschikking uitstel van betaling aanmerkelijk belang)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 3de april 2003 ter uitvoering van artikel 39 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (P.B. 2002, no. 63) (Ministeriële beschikking uitstel van betaling aanmerkelijk belang)
CiteertitelMinisteriële beschikking uitstel van betaling aanmerkelijk belang
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (P.B. 2002, no. 63), art. 39

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 3de april 2003 ter uitvoering van artikel 39 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (P.B. 2002, no. 63) (Ministeriële beschikking uitstel van betaling aanmerkelijk belang)april 2003 ter uitvoering van artikel 39 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (P.B. 2002, no. 63) (Ministeriële beschikking uitstel van betaling aanmerkelijk belang)

Artikel 1

  • 1. De Ontvanger, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (P.B. 2001, no. 89) verleent aan de belastingplichtige, die de Nederlandse Antillen metterwoon verlaat, op diens schriftelijk verzoek uitstel van betaling voor belastingaanslagen betreffende de inkomstenbelasting ter zake van de vervreemding van tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen, winstbewijzen en schuldvorderingen als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, onderdeel g, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (P.B. 2002, no. 63), mits de belastingplichtige voldoende zekerheid ten behoeve van de Ontvanger heeft gesteld.

  • 2. Gedurende het uitstel vangt de dwanginvordering ingevolge de Landsverordening houdende regeling van de invordering van belastingen door middel van dwangschriften, alsmede van de rechtspleging inzake van belastingen bijdragen en vergoedingen 1943 (P.B. 1942, no. 246) niet aan, dan wel wordt deze geschorst en vindt er geen verrekening van belastingschulden plaats.

  • 3. Na de termijn van tien jaar, bedoeld in artikel 39 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943, wordt het gehele op de belastingaanslag nog openstaande bedrag, met inbegrip van de interest op de belasting, waarvoor uitstel van betaling is verleend, kwijtgescholden.

  • 4. De Ontvanger beëindigt het uitstel van betaling ingeval:

    • a.

      de aandelen, winstbewijzen of schuldvorderingen, welke aan het uitstel ten grondslag liggen, worden vervreemd in de zin van artikel 11, vijfde lid, onderdelen a tot en met f, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 - nadat de belastingplichtige de Nederlandse Antillen metterwoon heeft verlaten - voor zover de betaling van inkomstenbelasting aan deze aandelen, winstbewijzen of schuldvorderingen kan worden toegerekend;

    • b.

      de vennootschap waarin de aandelen, winstbewijzen of schuldvorderingen, welke aan het uitstel ten grondslag liggen, worden gehouden haar onderneming geheel of nagenoeg geheel heeft gestaakt en haar reserves geheel of nagenoeg geheel heeft uitgekeerd;

    • c.

      geen onderneming is gedreven en de vennootschap haar reserves geheel of nagenoeg geheel heeft uitgekeerd, mits de uitkering - in verhouding met de belastingaanslagen betreffende de inkomstenbelasting waarover uitstel van betaling is verleend - van substantiële omvang is;

    • d.

      van faillissement of overlijden van de belastingplichtige;

    • e.

      de Ontvanger redelijkerwijs van oordeel is dat de verhaalbaarheid van de belastingschuld, waarvoor uitstel is verleend, in gevaar komt.

  • 5. De Ontvanger kan aan de belastingplichtige kwijtschelding van inkomstenbelasting verlenen tot een bedrag gelijk aan de in het nieuwe woonland van de belastingplichtige feitelijk geheven belasting over voordelen uit vervreemding als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, onderdelen e en f, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943, welke aan het uitstel ten grondslag liggen, met dien verstande dat het bedrag aan kwijtschelding niet meer bedraagt dan het bedrag van de inkomstenbelasting waarvoor ter zake van de aandelen uitstel van betaling is verleend.

  • 6. Ingeval zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 is de belastingplichtige verplicht de Ontvanger daarvan onverwijld schriftelijk in kennis te stellen.

Artikel 2

Deze ministeriële beschikking wordt in het Publicatieblad geplaatst.

Artikel 3

Deze ministeriële beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die van de uitgifte van het Publicatieblad, waarin het geplaatst is en werkt terug tot en met I januari 2001.

Artikel 4

Deze ministeriële beschikking kan worden aangehaald als: Ministeriële beschikking uitstel van betaling aanmerkelijk belang.