Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSVERORDENING van de 17de december 1997 houdende regels inzake weerkorpsen (Landsverordening op de weerkorpsen 1997)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 17de december 1997 houdende regels inzake weerkorpsen (Landsverordening op de weerkorpsen 1997)
CiteertitelLandsverordening op de weerkorpsen 1997
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Landsverordening Weerkorpsen (P.B. 1965, no. 22).

Het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is vastgesteld bij landsbesluit van 30-06-2003 (P.B. 2003, no. 86).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Landsbesluit VKNA

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 17de december 1997 houdende regels inzake weerkorpsen (Landsverordening op de weerkorpsen 1997)

Artikel 1

In deze Landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a.minister:de Minister van Algemene Zaken;
b.regionaal bevelhebber:de door de Minister van Defensie van het Koninkrijk aangewezen commandant van de Zeemacht in het Carabisch gebied;
c.weerkorps:iedere organisatie van particulieren, welke gericht is op of voorbereidt tot het in onderling verband verrichten van of deelnemen aan handelingen in bijstand of hulpverlening aan de minister of de regionaal bevelhebber dan wel aan door hen aan te wijzen functionarissen;
d.militaire bijstand:de terbeschikkingstelling door de Gouverneur van de krijgsmacht in de Nederlandse Antillen aan de regering van de Nederlandse Antillen.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden weerkorpsen tot stand te brengen, daarvan deel uit te maken of deze te steunen.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor organisaties die zijn toegelaten bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 3. Alvorens wordt overgegaan tot toelating van een weerkorps wordt de Minister van Justitie om advies gevraagd.

  • 4. Elk openbaar vertoon van weerkorpsen is verboden, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de minister.

Artikel 3

  • 1. De doelstelling, organisatie en de inrichting van een weerkorps worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, goedgekeurd. Zulks geschiedt bij de toelating van het weerkorps.

  • 2. In het in het eerste lid bedoelde landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere voorwaarden gesteld waaraan een weerkorps moet voldoen. Deze hebben in ieder geval betrekking op:

    • a.

      de inzet van een weerkorps;

    • b.

      de verantwoording van de financiële middelen;

    • c.

      de goedkeuring van de interne reglementen.

  • 3. Weerkorpsen zijn verplicht te allen tijde mee te werken aan controles uitgeoefend door of namens de minister.

Artikel 4

  • 1. De minister kan weerkorpsen ter beschikking stellen van het plaatselijk hoofd van politie in bijstand aan het Korps Politie Nederlandse Antillen ter handhaving van de openbare orde en rust.

  • 2. De minister kan weerkorpsen ter beschikking stellen van bevoegde autoriteiten in het kader van hulpverlening bij rampen.

  • 3. Indien in de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, tevens militaire bijstand wordt verleend, overleggen zo mogelijk de minister, de regionaal bevelhebber en het plaatselijk hoofd van politie omtrent de terbeschikkingstelling.

  • 4. In buitengewone omstandigheden stelt de minister weerkorpsen ter beschikking van de regionaal bevelhebber.

  • 5. Aan de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde terbeschikkingstelling kunnen door de minister voorwaarden worden verbonden.

  • 6. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt een instructie voor het optreden in bijstand of steunverlening als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, vastgesteld.

Artikel 5

  • 1. Met inachtneming van artikel 3, tweede lid, onderdeel b, kan de minister aan weerkorpsen een bijdrage ten laste van de begroting van het Land toekennen ten behoeve van de voorbereiding op hun taak alsmede ten behoeve van de instandhouding van het materieel.

  • 2. Indien weerkorpsen overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 worden ingezet, ontvangen de leden die worden ingezet hiervoor een door de minister vast te stellen vergoeding.

Artikel 6

De kosten verbonden aan operationele inzet, daaronder begrepen de vergoeding, bedoeld in artikel 5, tweede lid, alsmede eventuele kosten voor transport en verblijf, komen voor rekening van het orgaan dat om de inzet heeft verzocht.

Artikel 7

  • 1. Op het lid van een weerkorps dat lijdt aan in en door de dienst ontstane ziekten of gebreken is de Regeling vergoeding behandelings- en verplegingskosten overheidsdienaren (P.B. 1986, no. 165) van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor de toepassing van de in het eerste lid genoemde landsverordening geldt het lid van een weerkorps als een overheidsdienaar als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van die landsverordening.

Artikel 8

  • 1. Degene die handelt in strijd met het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste en vierde lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee jaar of een geldboete van ten hoogste zestig duizend gulden.

  • 2. Overtreding van de in artikel 2, eerste en vierde lid, gestelde verboden wordt beschouwd als een misdrijf.

Artikel 9

De regionaal bevelhebber kan de Gouverneur, de minister, het plaatselijk hoofd van politie, alsmede leidinggevenden van weerkorpsen desgevraagd of eigener beweging van advies dienen omtrent alle aangelegenheden, de weerkorpsen betreffende.

Artikel 10

De Landsverordening Weerkorpsen (P.B. 1965, nr. 22) wordt ingetrokken.

Artikel 11

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van een bij landsbesluit te bepalen tijdstip.

Artikel 12

Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening op de weerkorpsen 1997.