| Overheidsorganisatie | Koninkrijksdeel Curaçao |
|---|---|
| Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 29ste oktober 1970 (P.B. 1970, no. 127), ter uitvoering van de artikelen 4, 6 tweede lid en 14 van de Landsverordening Accijns van Sigaretten 1970 (P.B. 1970, no. 96) |
| Citeertitel | Landsbesluit accijnszegels 1970 |
| Vastgesteld door | Gouverneur van de Nederlandse Antillen |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp | belastingen |
Deze regeling is gewijzigd voor zij in werking is getreden, bij Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van 23-12-1970 (P.B. 1970, no. 147). De wijziging is in werking getreden op 30-12-1970. De wijziging bestond uit het invoegen van artikel 10, tweede lid, dat de inwerkingtreding van de regeling bepaalt op 01-02-1971.
Landsverordening Accijns van Sigaretten 1970, art. 4, 6 tweede lid en 14
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 10-10-2010 | bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao | 10-10-2010 A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87 | onbekend |
1. De accijnszegels bedoeld in de Landsverordening Accijns van Sigaretten 1970 hebben de vorm van een rechthoek. De grootte bedraagt 19 x 42 millimeter en 14 x 170 millimeter.
2. De accijnszegels ter grootte van 19 x 42 millimeter worden aangeduid als sluitzegels en de overige in het eerste lid bedoelde accijnszegels als lintzegels.
3. Het beeld van de sluitzegels wordt gevormd door het wapen van de Nederlandse Antillen met aan boven- en onderzijde een ornament van tabaksbladeren. Onder het wapen staat de hoeveelheid van 20 sigaretten vermeld. Het beeld van de lintzegels bestaat uit een versieringsmotief in het midden, waarover de hoeveelheid van 50 sigaretten staat gedrukt. Dit versieringsmotief wordt zowel links als rechts omgeven door het wapen van de Nederlandse Antillen, met aan iedere zijde acht ornamenten van tabaksbladeren, in het midden gescheiden door het wapen van de Nederlandse Antillen. De ondergrond van alle accijnszegels wordt gevormd door herhaling van de woorden “Nederlandse Antillen”.
4. De kleuren van de zegels zijn, indien bestemd om aangebracht te worden op de verpakking van:
in het binnenland vervaardigde sigaretten: de ondergrond in lichtrood en het zegelbeeld - waaronder de vermelding van de hoeveelheid sigaretten - rood;
in het binnenland in licentie vervaardigde sigaretten van een buitenlands merk: de ondergrond in lichtblauw en het zegelbeeld - waaronder de vermelding van de hoeveelheid sigaretten - blauw;
in te voeren sigaretten: de ondergrond in lichtbruin en het zegelbeeld - waaronder de vermelding van de hoeveelheid sigaretten - bruin.
1. De aanvraag en de verstrekking van accijnszegels voor gebruik in een der eilandgebieden Aruba, Bonaire en Curaçao geschiedt uitsluitend door respectievelijk aan in het handelsregister ingeschreven importeurs en fabrikanten van sigaretten en overigens aan de hand van formulieren, welke door de Landsontvanger worden verstrekt. De aanvraag geschiedt in drievoud. De Directeur van het Departement van Financiën stelt de formulieren vast.
2. De accijnszegels worden voor de fabrikanten en importeurs van sigaretten verkrijgbaar gesteld bij de Landsontvangers in de eilandgebieden Aruba, Bonaire en Curaçao.
3. De accijnszegels worden verkrijgbaar gesteld bij hoeveelheden van één of meer bundels. Elke bundel bevat 500 stuks accijnszegels.
De accijnszegels worden gebruikt door het zegel met kleefstof geheel op de verpakking te bevestigen, zodanig dat het geenszins van de verpakking kan worden verwijderd zonder geschonden te worden.
1. De fabrikant of importeur kan niet-beschadigde accijnszegels, die nog niet op de sigarettenverpakkingen zijn aangebracht, inleveren bij de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen onder opgaaf van de soort en de hoeveelheid van de accijnszegels en van het accijnsbedrag dat zij vertegenwoordigen.
2. Dit accijnsbedrag wordt, op grond van een beschikking van de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen, door de Landsontvanger, die de accijnszegels heeft verstrekt, aan de fabrikant of importeur uitbetaald.
De verpakking van sigaretten welke wordt verzegeld, moet de inhoud geheel omgeven en zodanig zijn ingericht, dat zij niet anders dan op één daarvoor bestemde en duidelijke kenbare plaats zonder beschadiging kan worden geopend en niet kennelijk, anders dan op een daarvoor bestemde plaats, geopend zijn geweest. Het materiaal van de verpakking op de plaats waar de zegels worden bevestigd, dient zodanig te zijn dat een duurzame bevestiging van de zegels wordt verkregen.
1. De fabrikant houdt periodiek aantekening van de bij hem in voorraad zijnde grondstoffen en produkten.
2. Met betrekking tot niet-veraccijnsde sigaretten wordt vermeld de soort, de dagtekening en het nummer van het document waarop de inslag in of de uitslag uit de fabriek geschiedt.
3. De boekingen in de registers geschieden dadelijk na de inslag en vóór de uitslag van de goederen. Bij het register worden de stukken bewaard die tot staving van de juistheid van de inschrijving kunnen dienen.
4. De Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen kan op daartoe gedaan verzoek en onder door hem te stellen voorwaarden bepalen dat de boekhouding van de fabrikant in de plaats treedt van het fabrieksregister indien die boekhouding naar zijn oordeel aan daaraan te stellen eisen voldoet en onmiddellijk door de ambtenaren kan worden geraadpleegd.
Uitslag uit de fabriek van niet-veraccijnsde sigaretten geschiedt onder boeking van:
een consent tot uitvoer bij bestemming buitenland;
een verklaring tot opslag bij opslag in entrepôt;
een document D bij levering in het binnenland, indien bij invoer van een soortgelijk produkt van buitenlandse oorsprong vrijstelling van invoerrecht wordt verleend.
Vrijstelling van accijns kan door de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen worden verleend in de gevallen waarin op grond van artikel 127, eerste lid, sub 11 en 127, derde lid van de Algemene Verordening In- Uit- en Doorvoer 1908 (P.B. 1949, no. 62) vrijstelling van invoerrecht wordt verleend.
1. De Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen is bevoegd teruggave te verlenen van wegens dwaling of verschoonbaar verzuim teveel of ten onrechte betaalde accijns, mits het verzoek daartoe binnen een jaar na betaling van de accijns is ingediend.
2. Teruggave van accijns kan eveneens door de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen worden verleend:
voor sigaretten, welke in het vrije verkeer zijn gebracht of uit de fabriek tot verbruik zijn uitgeslagen, indien de sigaretten door de fabrikant of importeur zijn teruggenomen, mits de zegels onder ambtelijk toezicht worden vernietigd;
voor sigaretten, welke, voorzien van accijnszegels, op grond van de Landsverordening van de 6de december 1967 (P.B. 1967, no. 207) in het vrije verkeer zijn gebracht of tot verbruik uit de fabriek zijn uitgeslagen, mits de accijnszegels met het bedrag van de verschuldigde accijns overeenkomen en overigens op degelijke wijze op de voor de opening van de sigarettenverpakkingen bestemde plaatsen zijn aangebracht;
voor accijnszegels, welke verkeerd zijn aangebracht en/of beschadigd.
3. Teruggaaf van accijns in het geval vermeld in het tweede lid, letter c, van dit artikel geschiedt onder de voorwaarden:
dat een verklaring van de buitenlandse fabrikant wordt overgelegd waaruit het aantal verkeerd aangebrachte en/of beschadigde accijnszegels blijkt;
dat in geval van verkeerd aanbrengen en/of beschadiging in het binnenland:
het boeken door de fabrikant is geschied in een speciaal daartoe aangelegd register onder vermelding van datum, tijd en aantal;
de betreffende accijnszegels bij bovenbedoeld register zijn bewaard in afwachting van de komst van de ambtenaren van de Inspectie der Invoerrechten en Accijnzen;
het kennisgeven aan de Inspectie der Invoerrechten en Accijnzen is geschied uiterlijk de dag volgende op die waarop het verkeerd aanbrengen en/of beschadiging heeft plaatsgevonden;
dat de vernietiging geschiedt onder ambtelijk toezicht van de op het verzoek om teruggaaf betrekking hebbende accijnszegels.
4. Op grond van de beschikking waarbij teruggaaf is verleend, wordt het in de beschikking genoemde bedrag, op de wijze als is bedoeld in artikel 4 tweede lid van dit landsbesluit, door de desbetreffende Landsontvanger aan de fabrikant of importeur uitbetaald.
1. Dit Landsbesluit kan worden aangehaald als “Landsbesluit accijnszegels 1970”.
2. Het treedt in werking met ingang van 1 februari 1971.