Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

Aanschrijving heffing van omzetbelasting (0B) ter zake van leveringen van bevoorradingsgoederen aan schepen en het verrichten van diensten door tussenpersonen ten behoeve van schepen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingAanschrijving heffing van omzetbelasting (0B) ter zake van leveringen van bevoorradingsgoederen aan schepen en het verrichten van diensten door tussenpersonen ten behoeve van schepen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Niet alle gegevens over de onstaansbron van de regeling zijn compleet. Mogelijk zijn wijzigingen niet vermeld. Het is aannemelijk dat de regeling op 01-09-2002 in werking is getreden.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no. 43), art. 7, zesde en elfde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanschrijving heffing van omzetbelasting (0B) ter zake van leveringen van bevoorradingsgoederen aan schepen en het verrichten van diensten door tussenpersonen ten behoeve van schepen

In artikel 7, lid 6 van de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no. 43) (verder te noemen Lv.OB). is bepaald dat geen omzetbelasting zal worden geheven op de verkoop van brandstoffen, smeermiddelen en andere vloeistoffen, bestemd voor de voortstuwing, smering en ander technisch gebruik aan boord van zeeschepen, alsmede op diensten die verricht worden aan voormelde schepen.

Thans is de vraag gesteld of tussenpersonen, die in naam en voor rekening van derden diensten verrichten ten behoeve van zeeschepen en waarbij de goederen geleverd worden aan die schepen, ook vallen onder de vrijstelling van artikel 7, lid 6 van de Lv, OB. Goedgekeurd wordt dat dergelijke prestaties van tussenpersonen onder de vrijstelling van artikel 7, lid 6 van de Lv OB vallen. Indien de tussenkomst op eigen naamn of voor eigen rekening plaatsvindt, dan is er sprake van twee afzonderlijke diensten of leveringen.

Tevens zijn er vragen gesteld aangaande de heffing van omzetbelasting ter zake van levering van bevoorradingsgoederen aan schepen. Bovengenoemde leveringen behoren in principe niet in de heffing van omzetbelasting te worden betrokken aangezien bij levering aan zeeschepen het zeer waarschijnlijk is dat deze goederen zullen worden uitgevoerd. Internationaal is het gebruikelijk om over leveringen van bevoorradingsgoederen aan zeeschepen geen omzetbelasting te heffen.

Artikel 7, lid 11, van de Lv. OB bepaalt dat goederen die door ondernemers worden uitgevoerd, vrijgesteld zijn van de heffing van omzetbelasting. Daar het waarschijnlijk is dat de bevoorradingsgoederen, die geleverd worden aan zeeschepen, uitgevoerd zullen worden komen de hierboven bedoelde leveringen ook voor de vrijstelling van artikel 7, lid 11 van de Lv. OB in aanmerking mits de bevoorradingsgoederen aan boord van het schip worden afgeleverd en aan de verplichtingen van de Beschikking exportvrijstelling omzetbelasting (P.B. 1999, no. 102) wordt voldaan.

In dit kader wordt alsmede goedgekeurd dat de levering van bevoorradingsgoederen vanuit een douaneloods of bonded warehouse, voor de toepassing van artikel 7, lid 11 van de Lv. 013 voor de omzetbelasting, gelijkgesteld wordt met leveringen van goederen uit het vrije verkeer.

Onder bevoorradingsgoederen moet worden verstaan:

  • a.

    proviand (levensmiddelen, dranken en tabaksartikelen);

  • b.

    boordbenodigdheden, zijnde goederen bestemd voor bedrijfsmatig gebruik op schepen. Hieronder worden goederen begrepen die in het vervoermiddel worden verwerkt of daarop blijvend worden aangebracht, en goederen die blijvend deel gaan uitmaken van de losse inventaris van het schip.

  • c.

    goederen, niet zijnde proviand, die door de exploitant van het schip worden aangeschaft voor de verkoop aan passagiers.

Onder schepen wordt in dit kader verstaan:

Zeeschepen en oorlogsschepen. Hieronder te rangschikken zijn schepen andere dan pleziervaartuigen, ontworpen en gebouwd voor de vaart op volle zee, waarvan de grootste buitenwerks gemeten lengte van de romp 25 meter of meer is. De grootste buitenwerks gemeten afstand word gemeten over een rechte lijn tussen de uiterste punten van de voor- en achtersteven van het schip. Hierbij worden uitstekende delen niet meegerekend. Deze schepen dienen tevens dusdanig gebouwd en uitgerust te zijn dat zij bij moeilijke weersomstandigheden op zee kunnen verblijven.