Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 28ste Augustus 1951 ter uitvoering van overgangsbepaling VIII van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 28ste Augustus 1951 ter uitvoering van overgangsbepaling VIII van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen
CiteertitelOvergangsregeling Eilandencomptabiliteit
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-195101-07-1951Nieuwe regeling

28-08-1951

P.B. 1951, no. 122

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 28ste Augustus 1951 ter uitvoering van overgangsbepaling VIII van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen

Artikel 1

  • 1. De in overgangsbepaling VIII eerste lid van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen bedoelde credieten worden bij landsbesluit ter beschikking gesteld van de Eilandsraden.

  • 2. De credieten in het vorige lid bedoeld worden bepaald:

    • a.

      bij overdracht van diensten en aangelegenheden in de loop van een dienstjaar op het bedrag, hetwelk per de datum van overdracht voor het eilandgebied nog beschikbaar is;

    • b.

      voor bij de aanvang van het dienstjaar 1952 overgedragen of over te dragen diensten en aangelegenheden op het bedrag, hetwelk voor dat jaar daarvoor per eilandgebied is geraamd.

  • 3. Het landsbesluit vermeldt de omschrijving en het bedrag van elk crediet en wordt uiterlijk binnen een maand na de datum der inwerkingtreding van de betreffende landsverordening tot overdracht van diensten en aangelegenheden, ter kennis van de Eilandsraden gebracht. Bij landsbesluit kunnen voor de in het vorige lid onder a bedoelde credieten per de datum van overdracht voorlopige credieten ter beschikking worden gesteld.

  • 4. Indien de landsbegroting voor het dienstjaar 1952 op 1 Januari 1952 nog niet is vastgesteld, geschiedt de terbeschikkingstelling der credieten voorlopig op basis van de landsbegroting voor het dienstjaar 1951. Zodra zij van kracht wordt, worden de credieten definitief ter beschikking gesteld.

Artikel 2

  • 1. Tegelijk met de terbeschikkingstelling van credieten ingevolge artikel 1 wordt, op de voet van het in het volgende lid bepaalde, van het op artikel voor onvoorziene uitgaven van de betreffende afdeling der landsbegroting nog beschikbaar bedrag een gedeelte ter beschikking gesteld.

  • 2. De terbeschikkingstelling als bedoeld in het vorige lid geschiedt in de verhouding, waarin de oorspronkelijk op de betreffende afdeling van de landsbegroting uitgetrokken bedragen der aan de Eilandsraden ter beschikking gestelde credieten staan tot het totaal dier afdeling.

Artikel 3

  • 1. In afwijking van de te dien aanzien voor het land geldende wettelijke bepalingen kan bij eilandsverordening op de ter beschikking gestelde credieten onderlinge overschrijving plaatsvinden binnen de afdeling van de gewone dienst der landsbegroting, waarin die credieten zijn geraamd.

  • 2. Zodanige overschrijving kan eveneens plaatsvinden op tot dezelfde afdeling der landsbegroting behorende, ter beschikking gestelde, voor memorie geraamde en voor onvoorziene uitgaven uitgetrokken credieten.

Artikel 4

De landsbesluiten als bedoeld in artikel 1 en de eilandsverordeningen als bedoeld in artikel 3 worden opgenomen in het Publicatieblad.

Artikel 5

Ten aanzien van andere dan de in de artikelen 3 en 11, tweede lid bedoelde begrotingswijzigingen doet de Landsregering met betrekking tot de overgedragen diensten en aangelegenheden aan de Staten geen voorstellen dan na overleg met het betrokken Bestuurscollege.

Artikel 6

De uitgaven ten laste van credieten, welke ter beschikking van de Eilandsraden zijn gesteld, worden bevolen door de Gezaghebber en een der leden van het Bestuurscollege.

Artikel 7

Uitgaven wegens de in de loop van een dienstjaar onverwacht opgekomen dringende behoeften, welke niet in de ter beschikking gestelde credieten zijn omschreven, worden, voorzover overleg met de Eilandsraad niet kan worden afgewacht, bij besluit van het Bestuurscollege aangewezen op het ter beschikking gestelde crediet voor onvoorziene uitgaven, voorkomende in de begrotingsafdeling waartoe die uitgaven krachtens haar aard behoren.

Artikel 8

Ten aanzien van beheer, administratie, verantwoording en controle van aan de eilandgebieden overgedragen roerende en onroerende goederen en ter beschikking gestelde credieten zijn de wettelijke regelingen, besluiten en beschikkingen, welke voor de wijze van beheer en verantwoording van de landsgoederen en – gelden zijn of zullen worden vastgesteld, van toepassing, voorzover in dit landsbesluit niet anders is bepaald.

Artikel 9

  • 1. Het geheel of gedeeltelijk vervreemden of bezwaren van onroerende zaken tot het eilandgebied behorende, geschiedt overeenkomstig de regelen, bij eilandverordening te stellen.

  • 2. Roerende zaken worden niet vervreemd, tenzij zij niet meer voor de dienst nodig zijn of hun verder gebruik economisch niet verantwoord is.

  • 3. Verkoop van goederen als in het tweede lid bedoeld wordt toegestaan bij besluit van de Eilandsraad en geschiedt, behoudens afwijking indien zulks in het belang van het eilandgebied wenselijk of nodig is, in het openbaar. Het besluit van de Eilandsraad, waarbij tot de afwijking wordt besloten, moet de gronden inhouden waarop deze berust.

  • 4. Het bepaalde in het derde lid is voorts niet van toepassing ten aanzien van de goederen, welke om dringende redenen bij met redenen omkleed besluit van het Bestuurscollege, tot uitvoering van werken of leveringen ten behoeve van het eilandgebied aan aannemers of leveranciers worden overgedragen.

Artikel 10

  • 1. De opbrengst van vervreemde of de tegenwaarde van aan aannemers of leveranciers overgedragen dan wel doorberekende roerende goederen, behorende tot de magazijnvoorraden, wordt als een afzonderlijk middel ten bate van het eilandgebied verantwoord.

  • 2. Ter aanvulling van de magazijnvoorraden kan het bestuur van het eilandgebied, ten laste van een afzonderlijk op de landsbegroting daartoe uit te trekken en ter beschikking van de Eilandsraden te stellen crediet, aankopen doen. Deze aankopen mogen echter binnen de grenzen van het toegestane crediet het bedrag, dat ten bate van het eilandgebied onder het afzonderlijk middel werd verantwoord, met niet meer dan f. 50.000,- overschrijden.

  • 3. Per 31 December 1951 wordt het verschil tussen de op het afzonderlijk middel en de op het in het tweede lid bedoelde begrotingscredieten verantwoorde bedragen per eilandgebied overgeboekt naar het dienstjaar 1952.

  • 4. Het saldo als bedoeld in het vorige lid, per 31 December 1952, wordt binnen drie maanden na die datum tussen het land en de eilandgebieden afgerekend en ten bate of ten laste van hun begrotingen verantwoord.

Artikel 11

  • 1. De opbrengst van vervreemde onroerende goederen en de opbrengst van vervreemde of de tegenwaarde van aan aannemers of leveranciers overgedragen dan wel doorberekende roerende goederen, niet zijnde magazijnvoorraden, worden afzonderlijk onder de middelen ten bate van het eilandgebied verantwoord.

  • 2. Bij eilandsverordening kan over de in het vorige lid bedoelde middelen worden beschikt ter verhoging van de ter beschikking van de Eilandsraad gestelde credieten.

  • 3. De verschillen tussen de op de in het eerste lid bedoelde afzonderlijke midddelen verantwoorde bedragen en de ten laste van de verhogingen der in het tweede lid bedoelde, ter beschikking gestelde, credieten verevende bedragen worden per eilandgebied, voorzover het het dienstjaar 1951 betreft, overgeboekt naar het dienstjaar 1952.

  • 4. De overeenkomstig het bepaalde in het derde lid becijferde saldi aan het einde van het dienstjaar 1952 worden ten spoedigste tussen het land en de eilandgebieden afgerekend en ten bate of ten laste van hun begrotingen verantwoord.

Artikel 12

Geschillen omtrent roerende en onroerende zaken en rechten kunnen door de Eilandsraad krachtens met redenen omkleed besluit worden beëindigd bij dading.

Artikel 13

Goederen, hoe ook genaamd, toebehorend aan een eilandgebied, worden niet aan een schuldeiser afgestaan in het voordeel van het crediet, waaruit zijn vordering moet worden gekweten.

Artikel 14

  • 1. Tot het aangaan van overeenkomsten waaruit uitgaven voortvloeien, wordt besloten door het Bestuurscollege.

  • 2. Indien het wenselijk is wegens werken, leveringen of transporten overeenkomsten te sluiten voor langer dan één jaar, kunnen deze overeenkomsten worden aangegaan voor een tijdperk van ten hoogste vijf jaren, tenzij bij eilandsverordening een langere of een onbepaalde tijd is toegelaten.

  • 3. Overeenkomsten waaruit verplichtingen voortvloeien, welke, zo in geldswaarde uitgedrukt, f 1000,- of meer belopen, worden schriftelijk aangegaan.

Artikel 15

  • 1. Het uitvoeren van werken en het doen van leveringen of transporten ten behoeve van het eilandgebied worden in het openbaar aanbesteed.

  • 2. Alleen wanneer de eilandsraad zulks in het belang van het eilandgebied nodig oordeelt, kan van die regel worden afgeweken.

  • 3. In dat geval wordt van de beweegredenen melding gemaakt in het besluit, waarbij de werken, leveringen of transporten worden bevolen.

Artikel 16

  • 1. De voor het land geldende algemene regelen betreffende het houden van aanbestedingen, de gunning, wijziging, schorsing of staking van landswerken en het beslechten van geschillen met aannemers en leveranciers zijn, voorzover daarvan bij besluit van de Eilandsraad niet wordt afgeweken, van overeenkomstige toepassing voor het eilandgebied.

  • 2. Aan aannemers of leveranciers worden geen interesten toegezegd terzake van mogelijke vertraging in de voldoening hunner vorderingen.

Artikel 17

Het is aan in dienst van het land of van een eilandgebied zijnde personen, alsmede aan hen die ter beschikking van het land of van een eilandgebied zijn gesteld, verboden werken, leveringen of transporten, welke direct dan wel indirect geheel of gedeeltelijk ten laste van het land of een eilandgebied komen, aan te nemen, zich daarvoor borg te stellen of daaraan hetzij rechtstreeks, hetzij zijdelings, deel te hebben.

Artikel 18

Alle personen, die gelden, geldswaarden of goederen aan eilandgebied toebehorend onder zich hebben, zijn, voor zover zij een zelfstandig beheer voeren, rekenplichtig aan de Algemene Rekenkamer.

Artikel 19

Op de rekenplichtigen van het eilandgebied zijn de wettelijke regelingen, geldende voor de rekenplichtigen van het land, van toepassing.

Artikel 20

Ter verzekering van de belangen van het eilandgebied kunnen van de rekenplichtige door het Bestuurscollege voorlopige vergoedingen worden gevorderd.

Artikel 21

  • 1. Alle in dienst van het eilandgebied zijnde en daaraan ter beschikking gestelde personen, die, zonder terzake rekenplichtig te zijn, door onrechtmatige handelingen of door het nalaten van de zorg, waartoe zij gehouden zijn, middellijk of onmiddellijk aan het eilandgebied schade toebrengen, zijn verplicht die schade te vergoeden.

  • 2. Met betrekking tot de vervolging en het verhaal wegens de in het eerste lid bedoelde schade zijn de te dien aanzien voor landsdienaren geldende wettelijke regelingen van toepassing.

Artikel 22

  • 1. De bemerkingen en de controlerapporten met betrekking tot het beheer van de ter beschikking gestelde credieten en het geldelijke en materiele beheer van overgedragen diensten en aangelegenheden worden door de bevoegde organen rechtstreeks ter kennis gebracht van, respectievelijk gericht aan het betrokken Bestuurscollege.

  • 2. Afschriften van uitgebrachte controlerapporten worden toegezonden aan de Eilandsraad en aan de Regeringsraad.

Artikel 23

  • 1. Het Bestuurscollege doet voor de dienstjaren 1951 en 1952 voorzover deze nog niet zijn afgesloten, aan de Eilandsraad uiterlijk 1 Februari en 1 Augustus toekomen een overzicht, vermeldende per 31 december en 30 Juni daaraanvoorafgaande de voor elk dienstjaar ter beschikking van de Eilandsraad gestelde credieten, alsmede het totaal der daarop uitgegeven en verbonden bedragen. In dit overzicht worden tevens vermeld de ingevolge de artikelen 10, eerste lid, en 11, eerste lid, ten bate van het eilandgebied verantwoorde bedragen.

  • 2. De uitgaven, aangewezen op de credieten voor onvoorziene uitgaven worden in de in het eerste lid bedoelde overzichten in zoveel afzonderlijke posten omschreven, als zij gelijksoortige onderwerpen betreffen, onder vermelding van de besluiten waarop zij zijn gegrond.

Artikel 24

  • 1. Dit landsbesluit kan worden aangehaald als ,,Overgangsregeling Eilandencomptabiliteit”.

  • 2. Het treedt in werking met ingang van de dag na die zijner afkondiging en werkt terug tot en met 1 Juli 1951.