Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 10de november 1969 tot vaststelling van een loonregeling voor de werklieden in dienst van de Nederlandse Antillen werkzaam in het eilandgebied Curaçao

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 10de november 1969 tot vaststelling van een loonregeling voor de werklieden in dienst van de Nederlandse Antillen werkzaam in het eilandgebied Curaçao
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

werkliedenverordening 1944 (P. B. 1963, no. 66), artikelen 4, eerste lid, 5 en 6

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-1984art. 10

11-12-1984

P.B. 1984, no. 111

onbekend
01-01-1978art. 10

11-05-1978

P.B. 1978, no. 140

onbekend
11-12-196901-07-1969Nieuwe regeling

10-11-1969

P.B. 1969, no. 143

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 10de november 1969 tot vaststelling van een loonregeling voor de werklieden in dienst van de Nederlandse Antillen werkzaam in het eilandgebied Curaçao

Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze loonregeling is van toepassing op de werklieden in dienst van de Nederlandse Antillen, die onder genot van een weekloon in het eilandgebied Curaçao werkzaam zijn in een functie, welke opgenomen is in deze regeling.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze loonregeling wordt verstaan onder de Minister, de Minister onder wiens ministerie de betrokken werkman ressorteert.

Artikel 3

Voor iedere werknemer, die tot werkman wordt aar gesteld, wordt door de Minister de loonschaal bepaald krachtens welke hij zal worden betaald, alsmede het loon in die loonschaal.

Periodieke verhogingen

Artikel 4

  • 1.

    Binnen het raam der loonschalen worden de lonen der werklieden, die een functie bekleden, waaraan periodieke verhogingen zijn verbonden, bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en voldoende dienstijver, periodiek door de Minister verhoogd, naar gelang van de aangegeven diensttijd.

  • 2.

    Een periodieke verhoging gaat in op de eerste dag van het loontijdvak waarin de daarvoor vereiste diensttijd is vervuld.

  • 3.

    Bij onthouding van periodieke verhoging, als in het eerste lid bedoeld, wordt de reden der onthouding schriftelijk aan de werkman medegedeeld.

Plaatsing in een hogere loonschaal

Artikel 5

  • 1.

    De plaatsing in een hogere loonschaal geschiedt door de Minister en wel met ingang van de eerste dag van een loontijdvak.

  • 2.

    Plaatsing in een hogere loonschaal geeft aanspraak op verhoging van het loon tot het naasthogere bedrag van de loonschaal, geldende voor de functie waarin de werkman werkzaam wordt gesteld, met dien verstande dat in ieder geval een vooruitgang wordt verkregen van tenminste het bedrag van de periodieke verhoging welke bij doordienen in de oude functie zou zijn verkregen.

  • 3.

    Periodieke verhogingen, waarop in de nieuwe loonschaal aanspraak bestaat, worden toegekend op het tijdstip, waarop daarop aanspraak zou hebben bestaan in de oude loonschaal.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing, indien de vooruitgang gelijk of meer is dan het bedrag van twee periodieke verhogingen in de oude schaal. De termijn voor de toekenning der eerstvolgende periodieke verhoging begint in dit geval te lopen op het tijdstip van ingang der plaatsing in de hogere loonschaal.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede en vierde lid kan de Minister in bijzondere gevallen een grotere loonsverhoging en/of een extra diensttijd toekennen.

Arbeidstijd

Artikel 6

  • 1.

    De arbeidstijd bedraagt voor de werklieden bedoeld in deze loonregeling 40 uren per week.

  • 2.

    De werkroosters worden vastgesteld, ondertekend en bekendgemaakt door het Hoofd van Dienst.

Vergoeding voor overwerk en vergoeding voor het werken op feestdagen

Artikel 7

Als overwerk wordt aangemerkt de aan de werkman opgedragen arbeid, buiten de volgens werkrooster voor hem geldende normale dagelijkse arbeidstijd.

Artikel 8

  • 1. Voor overwerk, anders dan bedoeld in de volgende leden, ontvangt de werkman betaling naar verhouding van het gewone uurloon verhoogd met 50%.

  • 2. Voor overwerk verricht op zon- en feestdagen ontvangt de werkman die niet in wachtploegstelsel werkzaam is, betaling naar verhouding van het gewone uurloon; verhoogd met 100%.

  • 3. Indien de werkman die niet in wachtploegstelsel werkzaam is volgens het voor hem geldende werkrooster ook op zon- en feestdagen moet werken ontvangt hij voor overwerk verricht op zijn rustdag volgens het voor hem geldende werkrooster betaling naar verhoudding van zijn gewone uurloon verhoogd met 100%, Het bepaalde in het tweede lid is op de in dit lid bedoelde werkman eveneens van toepassing.

  • 4. Voor overwerk verricht op zijn rustdag volgens het voor hem geldende werkrooster alsmede op zon- en feestdagen ontvangt de werkman die in wachtploegstelsel werkzaam is betaling naar verhouding van het gewone uurloon verhoogd met 100%.

Artikel 9

  • 1. Indien de werkman die niet in wachtploegstelsel werkzaam is volgens het voor hem geldende we rooster ook op zon- en feestdagen moet werken ontvangt hij, indien hij volgens het voor hem geldende werkrooster op een feestdag moet werken, voor elk uur, dat hij aldus volgens het werkrooster heeft gewerkt, naast zijn loon een vergoeding gelijk aan 100% van zijn uurloon.

  • 2. Indien de werkman die in wachtploegstelsel werkzaam is ingevolge het voor hem geldende werkrooster op een feestdag moet werken, ontvangt hij voor elk uur dat hij aldus volgens het werkrooster heeft gewerkt, naast zijn loon een vergoeding gelijk aan 100% van zijn uurloon.

Artikel 10

Onder feestdagen worden in deze loonregeling verstaan:

de Nieuwjaarsdag;

de datum vallende na de, in ieder eilandgebied afzonderlijk, gehouden Carnavalsoptocht;

de Goede Vrijdag;

de Christelijke tweede Paasdag;

de Hemelvaartsdag:

de dag waarop de verjaardag van de Koningin officieel wordt gevierd;

de dag waarop de dag van de arbeid (1 mei) officieel wordt gevierd;

de eerste en tweede Kerstdag;

de datum 18 maart voor wat betreft het eilandgebied Aruba;

de datum 6 september voor wat betreft het eilandgebied Bonaire;

de datum 2 juli voor wat betreft het eilandgebied Curaçao;

de datum 11 november voor wat betreft het eilandgebied Sint Maarten;

de datum 16 november voor wat betreft het eilandgebied Sint Eustatius;

de eerste vrijdag in de maand december voor wat betreft het eilandgebied Saba, alsmede de dagen, welke in elk bijzonder geval uitdrukkelijk als zodanig door de Gouverneur worden aangewezen.

Artikel 11

  • 1.

    Op feestdagen, die niet tevens zondagen zijn, wordt aan de werkman, die niet in wachtploegstelsel werkzaam is en die volgens het voor hem geldende werkrooster niet op zon- en feestdagen moet werken, verlof gegeven met behoud van loon.

  • 2.

    De werkman bedoeld in het vorige lid ontvangt indien hem wordt opgedragen arbeid te verrichten op feestdagen, die niet tevens zondagen zijn, de voor overwerk in artikel 8, lid 2 vastgestelde betaling.

Verzuim

Artikel 12

Bij verzuim van werkuren of gedeelten daarvan binnen de bij werkrooster vastgestelde tijd, wordt de betaling gekort over de verzuimde werktijd, af geros boven tot halve uren.

Toeslag wegens bijzonder werk enz.

Artikel 13

Wanneer de Minister dit in het belang van het werk wenselijk acht, kan hij de werkman wegens bijzonder goede dienstverrichting of bij bijzonder moeilijk, gevaarlijk of vuil werk tijdelijk een toeslag op het gewone loon toekennen tot een bedrag van ten hoogste 25% van zijn loon.

Waarneming hogere functie

Artikel 14

De werkman, die tijdelijk door het Hoofd van Dienst te werk wordt gesteld in een functie waaraan een hogere loon is verbonden, ontvangt over iedere dag van die tewerkstelling betaling naar reden van het loon, hetwelk hij bij definitieve tewerkstelling in de waargenomen functie zou hebben genoten.

Dark-hours-toelage

Artikel 15

  • 1.

    De werkman, die anders dan bij wijze van overwerk arbeid verricht tussen 18.00 uur en 06.00 uur heeft voor ieder door hem in bedoelde periode gewerkt vol uur aanspraak op een toelage van ƒ 0,30.

  • 2.

    Vijftien minuten of langer worden als een vol uur aangemerkt.

Loonschalen

Artikel 16

De uur- en weeklonen van de werklieden worden vastgesteld als volgt:

Schaal 1

Dienstjaar:Uurloon:Weekloon:
1f 1,66f 66,40
2f 1,69f 67,60
3f 1,72f 68,80
4f 1,75f 70,-
5f 1,78f 71,20
6f 1.81f 72,40
7f 1,84f 73,60
8f 1,87f 74,80
9f 1,90f 76,-
10f 1,93f 77,20

Arbeider

assistant- meetarbeider

helper

schoonmaker

tuinman

Schaal 2

 Schaal 2  
Dienstjaar:Uurloon:Weekloon: '
1ƒ1,73ƒ 69,20
2ƒ 1,76ƒ 70,40
3ƒ 1,79ƒ 71,60
4ƒ 1,82ƒ 72,80
5ƒ 1,85f 74, -
6ƒ 1,88ƒ 75,20
7ƒ 1,91ƒ 76,40
8ƒ 1,94ƒ 77,60
9ƒ 1,97ƒ 78,80
10ƒ2, -ƒ 80, -

Chauffeur

helper

magazijnbediende

meetarbeider

Schaal 3

Dienstjaar:Uurloon:Weekloon:
1ƒ 1,80ƒ 72, -
2ƒ 1,84ƒ 73,60
3ƒ 1,88ƒ 75,20
4ƒ 1,92ƒ 76,80
5ƒ 1,96ƒ 78,40
6ƒ2, -ƒ 80, -
7ƒ 2,04ƒ 81,60
8ƒ 2,08ƒ 83,20
9ƒ 2,12ƒ 84,80

assistent

automonteur

chauffeur (zwaar materieel)

lijnwerker

magazijnbediende

matroos

meetarbeider -chauffeur

monteur

Monteur -bankwerker

onderopzichter

plantenverzorger

ploegleider

schilder

timmerman

Schaal 4

Dienstjaar:Uurloon :Weekloon:
1ƒ 1,90ƒ 76, -
2ƒ 1,95ƒ 78, -
3ƒ2-ƒ 80, -
4ƒ2,05ƒ 82, - -
5ƒ 2,10ƒ 84, -
6ƒ 2,15ƒ 86, -
7ƒ 2,20ƒ 88, -
8ƒ 2,25ƒ 90, -
9ƒ 2,30ƒ 92, -

assistent

automonteur

monteur

monteur -bankwerker

onderopzichter

schilder

timmerman

Schaal 5

Dienstjaar:Uurloon:Weekloon:
1ƒ 2,05ƒ 82, -
2ƒ 2,11ƒ 84,40
3ƒ 2,17ƒ 86,80
4ƒ 2,23ƒ 89,20
5ƒ 2,29ƒ 91,60
6ƒ 2,35ƒ 94, -
7ƒ 2,41ƒ 96,40
8ƒ 2,47ƒ 98,80
9ƒ 2,53ƒ 101,20
10ƒ 2,59ƒ 103,60

assistent

automonteur

bootbestuurder

monteur

monteur -bankwerker

opzichter

Timmerman

Schaal 6

Dienstjaar:Uurloon:Weekloon
1ƒ 2,30ƒ 92, -
2ƒ 2,37ƒ 94,80
3ƒ 2,45ƒ 98, -
4ƒ2,53ƒ 101,20
5ƒ 2,61ƒ 104,40
6ƒ2,69ƒ 107,60
7ƒ 2,77ƒ 110,80
8ƒ2,85ƒ 114, -
9ƒ 2,93ƒ 117,20
10ƒ 3,01ƒ 120,40
11ƒ 3,09ƒ 123,60

automonteur

monteur

opzichter

Voor de op 1 juli 1969 in dienst zijnde:

monteur voor buitengewone werkzaamheden klasse A.

geldt de volgende overgangschaal:

DienstjaarUurloon:Weekloon:
1ƒ 3,57ƒ 142,80
2ƒ 3,57ƒ 142,80
3ƒ 3,75ƒ 150, -
4ƒ 3,75ƒ 150, -
5ƒ 3,93ƒ 157,20
6ƒ 3,93ƒ 157,20
7ƒ 4,10ƒ 164, -
8ƒ 4,10ƒ 164, -
9ƒ 4,34ƒ 173,60
10ƒ 4,34ƒ 173,60
11ƒ4,57ƒ 182,80

Slotbepalingen

Artikel 17

  • 1. Dit landsbesluit, dat kan worden aangehaald „Loonregeling Werklieden Curaçao 1969", treedt werking met ingang van de dag na die zijner afkondiging en werkt terug tot en met 1 juli 1969.

  • 2. De inpassing per 1 juli 1969 van de werklieden; geschiedt overeenkomstig door de Minister- President vast te stellen richtlijnen.

  • 3. De Loonregeling Werklieden Curaçao (P. B. 1962, no. 46) wordt geacht te zijn vervallen met ingang van 1 juli 1969.