Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 19de juli 1967 tot vaststelling van een loonregeling voor de werklieden in dienst van de Nederlandse Antillen, werkzaam in het eilandgebied Bonaire

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 19de juli 1967 tot vaststelling van een loonregeling voor de werklieden in dienst van de Nederlandse Antillen, werkzaam in het eilandgebied Bonaire
CiteertitelLoonregeling Werklieden Bonaire
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Werkliedenverordening 1944 (P.B. 1963, no. 66), artikel 4 lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-08-196701-01-1967Nieuwe regeling

19-07-1967

P.B. 1967, no. 122

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 19de juli 1967 tot vaststelling van een loonregeling voor de werklieden in dienst van de Nederlandse Antillen, werkzaam in het eilandgebied Bonaire

Artikel 1

Deze loonregeling is van toepassing op de werklieden in dienst van de Nederlandse Antillen, die onder genot van een week- of maandloon in het eilandgebied Bonaire werkzaam zijn in een functie, welke opgenomen is in deze regeling.

Artikel 2

  • 1. Voor iedere arbeider, die tot werkman wordt aangesteld, wordt door de Minister, onder wiens departement betrokkene ressorteert, de loonschaal bepaald krachtens welke hij zal worden betaald, alsmede het loon in die loonschaal.

  • 2. Binnen het raam der loonschalen worden de lonen der werklieden, die een functie bekleden, waaraan periodieke verhogingen zijn verbonden, bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en voldoende dienstijver, periodiek door het Hoofd van Dienst verhoogd, naar gelang van de aangegeven diensttijd.

  • 3. Bij onthouding van periodieke verhoging, als in het eerste lid bedoeld, wordt de reden der onthouding schriftelijk aan de werkman medegedeeld.

  • 4. De plaatsing in een hogere loonschaal geschiedt door de Minister onder wiens departement betrokkene ressorteert.

Artikel 3

  • 1. Plaatsing in een hogere loonschaal geeft aanspraak op verhoging van het loon tot het naasthogere bedrag van de loonschaal, geldende voor de betrekking waarin de werkman werkzaam wordt gesteld.

  • 2. Periodieke verhogingen, waarop in de nieuwe loonschaal aanspraak bestaat, worden toegekend op het tijdstip, waarop daarop aanspraak zou hebben bestaan in de oude loonschaal.

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing, indien het maximumbedrag (eventueel verhoogd met ƒ 10,— of ƒ 20,— als voorman of als baas) van de loonschaal, waarin de oude betrekking is gerangschikt, lager is dan het aanvangsloon van de schaal, waarin de nieuwe betrekking is gerangschikt. De termijn voor de toekenning der eerstvolgende periodieke verhoging begint in dit geval te lopen op het tijdstip van ingang der plaatsing in de hogere loonschaal.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de Minister onder wiens departement betrokkene ressorteert in bijzondere gevallen in verband met bevordering een grotere loonsverhoging toekennen. Het bepaalde in het tweede lid is alsdan echter niet van toepassing.

Artikel 4

  • 1.

    Het maximum van de loonschaal wordt door aanwijzing als voorman verhoogd met een bedrag van ƒ 10,-.

  • 2.

    Het maximum van de loonschaal wordt door aanwijzing als baas verhoogd met een bedrag van ƒ 20,—.

  • 3.

    Aan de werkman, die op het maximum van zijn eigenlijke loonschaal staat, zal bij zijn aanwijzing als voorman of als baas een loonsverhoging worden gegeven binnen het raam van voormelde verhoogde loonschaal; daarna zullen periodieke loonsverhogingen worden toegekend, totdat de verhoogde maxima zullen zijn bereikt.

  • 4.

    Indien de werkman bij zijn aanwijzing als voormeld het maximum van zijn eigenlijke loonschaal nog niet heeft bereikt, wordt hem in deze schaal een loonsverhoging toegekend; daarnaast kan de Minister onder wiens departement betrokkene ressorteert, hem in deze schaal één of meer extra loonsverhogingen toekennen en indien door het een of het ander het maximum van de eigenlijke loonschaal wordt bereikt, kan voornoemde Minister hem ook nog een loonsverhoging als bedoeld in het derde lid toekennen.

Totdat de werkman het maximum van zijn eigenlijke loonschaal zal hebben bereikt, zullen periodieke loonsverhogingen in deze schaal worden toegekend. Daarna zullen periodieke loonsverhogingen worden toegekend totdat de verhoogde maxima als bedoeld in de leden 1 en 2 zullen zijn bereikt.

Artikel 5

Als overwerk wordt aangemerkt de aan de werkman opgedragen arbeid, buiten de volgens werkrooster voor hem geldende normale dagelijkse arbeidstijd.

Artikel 6

  • 1. Voor de werkman, die niet in wachtploegstelsel werkzaam is, gelden voorts de volgende bepalingen:

    • A.

      Op feestdagen, die niet tevens zondagen zijn, wordt aan de werkman verlof gegeven met behoud van loon.

    • B.

      Voor overwerk, verricht op een werkdag, ontvangt de werkman betaling naar verhouding van het gewone uurloon verhoogd met 50%.

    • C.

      Voor overwerk, verricht op een rustdag of op een zon- of een feestdag, ontvangt de werkman betaling naar verhouding van het gewone uur loon verhoogd met 100%.

  • 2. Voor de werkman, die in wachtploegstelsel werkzaam is, alsmede voor bedoeld personeel dat volgens het voor hem geldende werkrooster ook op zon- en feestdagen moet werken, gelden voorts de navolgende bepalingen:

    • A.

      Voor overwerk, verricht op een dag die geen zon- of feestdag of rustdag is, ontvangt de werkman betaling naar verhouding van het gewone uurloon verhoogd met 50%.

    • B.

      Voor overwerk, door de werkman verricht op zijn rustdag volgens het voor hem geldende werkrooster, alsmede op zon- en feestdagen, ontvangt de werkman betaling naar verhouding van het gewone uurloon verhoogd met 100%.

    • C.

      Indien de werkman op een feestdag ingevolge het voor hem geldende werkrooster moet werken, ontvangt hij voor elk uur, dat hij aldus volgens het werkrooster heeft gewerkt, naast zijn loon een vergoeding gelijk aan 100% van zijn uurloon.

  • 3. Onder feestdag wordt verstaan hetgeen daaronder in artikel 3 van het Werkliedenreglement 1944 (P.B. 1946, no. 155) wordt verstaan.

Artikel 7

Bij verzuim van werkuren of gedeelten daarvan binnen de bij werkrooster vastgestelde tijd wordt betaling gekort over het aantal verzuimde uren, afgerond naar boven tot hele uren.

Artikel 8

Wanneer het Hoofd van Dienst dit in het belang van het werk wenselijk acht, kan hij de werkman wegens bijzonder goede dienstverrichtingen of bij bijzonder moeilijk, gevaarlijk of vuil werk tijdelijk een toeslag op het gewone loon toekennen, echter tot geen hoger bedrag dan 25 procent van zijn gewone loon.

Artikel 9

De werkman, die tijdelijk door het Hoofd van Dienst te werk wordt gesteld in een betrekking waaraan een hoger weekloon is verbonden, ontvangt over iedere dag van die tewerkstelling betaling naar reden van het loon, hetwelk hij bij definitieve werkzaamstelling in de waargenomen betrekking zou hebben genoten.

Artikel 10

De uur-, week- en maandlonen en het normale aantal werkuren per week van de werklieden worden vastgesteld als volgt:

Schaal 1Normaal aantal werkuren per weekDienstjaarUurloonWeekloon
Automonteur kl. A bij politie Bonaire401ƒ 1,61ƒ 64,40
   2“ 1,66“ 66,40
   3
   4“ 1,71“ 68,40
   5
   6“ 1,76“ 70,40
   7
   8“ 1,81“ 72,40
   9
   10“ 1,86“ 74,40
   11
   12“ 1,92“ 76,80
   13
   14“ 1,98“ 79,20
Schaal2Normaal aantal uren per weekDienstjaarMaandloon
Stuurman-motorist van de havenboot401ƒ 280,80
   2“ 284,70
   3“ 286,65
   4“ 290,55
   5“ 294,45
   6“ 298,35
   7“ 300,30
   8“ 304,20
   9“ 308,10
   10“ 313,95
   11“ 319,80

Artikel 11

  • 1. Dit landsbesluit, hetwelk kan worden aangehaald als „Loonregeling Werklieden Bonaire" treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging en werkt terug tot en met 1 januari 1967.

  • 2. De „Loonregeling Werklieden Bonaire en de Bovenwindse Eilanden" (P.B. 1962, no. 50) wordt geacht te zijn vervallen met ingang van 1 januari 1967.