Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSVERORDENING van de 22ste december 1999 tot buitenwerkingstelling van de toekenning van loontreden aan overheidsdienaren voor een periode van twee jaar (Landsverordening buitenwerkingstelling loontreden)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 22ste december 1999 tot buitenwerkingstelling van de toekenning van loontreden aan overheidsdienaren voor een periode van twee jaar (Landsverordening buitenwerkingstelling loontreden)
CiteertitelLandsverordening buitenwerkingstelling loontreden
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2000Nieuwe regeling

22-12-1999

P.B. 1999, no. 219

Zitting 1999-2000-2308

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 22ste december 1999 tot buitenwerkingstelling van de toekenning van loontreden aan overheidsdienaren voor een periode van twee jaar (Landsverordening buitenwerkingstelling loontreden)

Artikel 1

  • 1. In afwijking van het bepaalde bij artikel 6 van de Werkliedenverordening 1944 (P.B. 1978, no. 376) en artikel 18, eerste lid, van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (P.B. 1964, no. 159) wordt de toekenning van loontreden, opgenomen in de Loonregeling Werklieden Bonaire P.B. 1967, no.122), de Loonregeling Werklieden Curaçao 1969 (P.B.1969, no. 143), het Bezoldigingsbesluit 1998 (P.B. 1997, no. 314) en het Bezoldigingslandsbesluit Korps Politie Nederlandse Antillen (P.B. 1968, no. 176), alsmede die, welke zijn opgenomen in andere loon of bezoldigingsregelingen welke voor werklieden en ambtenaren in dienst van de Nederlandse Antillen zijn of nog zullen worden vastgesteld, voor iedere betrokken overheidsfunctionaris die daarop aanspraak heeft, voor de duur van twee jaren buiten werking gesteld te rekenen vanaf de dag waarop de loontrede hem overeenkomstig de voor hem geldende bepalingen behoort te worden toegekend.

  • 2. Het eerste lid is eveneens van toepassing bij indiensttreding of herinschaling van werklieden en ambtenaren in dienst van de Nederlandse Antillen.

Artikel 2

Voor de toekenning van loontreden en voor andere wijzigingen of vaststellingen van loon of bezoldigingsbedragen welke samenhangen met de aan de betrokken overheidsfunctionaris voordien toegekende loontreden, wordt de periode bedoeld in artikel 1, eerste lid, buiten beschouwing gelaten als diensttijd geldende voor de berekening van het loon of de bezoldiging.

Artikel 3

Op de in artikel 1 bedoelde overheidsfunctionaris, voor wie de loontrede waarop hij aanspraak heeft met de periode bedoeld in artikel 1, eerste lid, buiten werking gesteld is geweest, vindt artikel 1 niet meer toepassing.

Artikel 4

De artikelen 1, 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van personen met wie door de rechtspersoon de Nederlandse Antillen een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht gesloten is.

Eveneens vindt deze landsverordening overeenkomstige toepassing ten aanzien van personen in dienst van een met de rechtspersoon de Nederlandse Antillen nauw verbonden rechtspersoon of instelling, wier loon of bezoldiging in overeenstemming met een voor overheidsfunctionarissen van de Nederlandse Antillen geldende regeling is vastgesteld, alsmede, in geval van overgang van een overheidsfunctionaris naar een andere dienstbetrekking, ten aanzien van personen in dienst van vorenbedoelde rechtspersonen en instellingen en, indien uitvoering wordt gegeven aan artikel 5, ten aanzien van personen in dienst van vorenbedoelde rechtspersonen en instellingen, de betrokken eilandgebieden en de betrokken rechtspersonen, instellingen en schoolbesturen, bedoeld in artikel 5, indien zij van dienstbetrekking van de ene naar een andere instantie als vorenbedoeld veranderen.

Artikel 5

Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan het bestuurscollege van een eilandgebied bepalen dat de artikelen 1, 2 en 3 van deze landsverordening van overeenkomstige toepassing zijn ten aanzien van werklieden en ambtenaren in dienst van dat eilandgebied, ten aanzien van personen met wie door het eilandgebied een overeenkomst naar burgerlijk recht gesloten is, en ten aanzien van personen in dienst van een met het eilandgebied nauw verbonden rechtspersoon of instelling of van het bestuur van een bijzondere school in de zin van de Landsverordening basisonderwijs (P.B. 1979, no. 28), de Landsverordening voortgezet onderwijs (P.B. 1979, no. 29) of de Onderwijsverordening 1935 (P.B. 1954, no. 43), voor zover het loon of de bezoldiging van deze personen in overeenstemming met een voor overheidsfunctionarissen van het eilandgebied geldende regeling is vastgesteld.

Artikel 6

Het in artikel 5 bedoelde eilandsbesluit regelt de toepassing van de landsverordening zodanig, dat deze niet later dan 1 februari 2000 aanvangt.

Artikel 7

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2000 en vervalt met ingang van 1 januari 2002.

Artikel 8

De landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening buitenwerkingstelling loonperiodieken.