| Overheidsorganisatie | Nederlandse Antillen |
|---|---|
| Officiële naam regeling | MINISTERIELE BESCHIKKING van de 9de januari 2003, houdende de taakverdeling tussen de Minister en de Staatssecretaris van Constitutionele en Binnenlandse Zaken |
| Citeertitel | Onbekend |
| Vastgesteld door | Minister van Constitutionele en Binnenlandse Zaken |
| Onderwerp | personeel en organisatie |
| Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 11-01-2003 | 03-06-2002 | Nieuwe regeling | 09-01-2003 P.B. 2003, no. 2 | onbekend |
De Staatssecretaris van Constitutionele en Binnenlandse Zaken, mevrouw M. Buncamper-Molanus, wordt belast met de taak als omschreven in de bij deze beschikking gevoegde bijlage.
Deze ministeriële beschikking wordt in het Publicatieblad geplaatst.
Deze ministeriële beschikking treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Publicatieblad waarin het geplaatst is en werkt terug tot en met 3 juni 2002.
BIJLAGE
behorende bij de Ministeriële Beschikking van de 9de januari 2003 houdende de taakverdeling tussen Minister en de Staatssecretaris van Constitutionele en Binnenlandse Zaken.
De Staatssecretaris van Constitutionele en Binnenlandse Zaken, mevr. M. Buncamper-Molanus, is binnen de grenzen van het door de Minister vastgestelde beleid in het bijzonder belast met het Personeels-, Organisatie-, Documentaire Informatievoorzienings- en ICT-beleid.
Deze taak omvat:
De zorg voor het personeels- en ICT-beleid bij de landsoverheid, waaronder het arbeidsvoorwaarden- en rechtspositiebeleid;
De zorg voor de rechtstoestand van militairen en de Kustwacht en de registratie, keuring en oproeping van dienstplichtigen;
De zorg voor de documentaire informatievoorziening ten behoeve van de landsoverheid;
Andere onderwerpen die van geval tot geval door de Minister worden aangewezen, één en ander met dien verstande dat het contact met de Staten over de onder de punten 1. tot en met 4. genoemde aangelegenheden wordt onderhouden door de Minister en met inachtneming van het hierna bepaalde:
Ad 1.
Het beleid inzake de arbeidsvoorwaarden, -verhoudingen en -omstandigheden van het overheidspersoneel, waaronder het opleidings-, loopbaan-, mobiliteits- en her-plaatsingsbeleid, alsmede het toezicht op de uitvoering van dit beleid waaronder de voorbereiding en/of procesvertegenwoordiging van tegen de landsoverheid aangespannen rechtszaken;
Formatiemanagement, waaronder het houderschap van het functiewaarderingssysteem Fuwant, het adviseren omtrent het beleid ter zake van het formatiemanagement, het adviseren omtrent integrale topformaties bij de landsoverheid, het (doen) uitvoeren van onderzoeken ter zake van formatiemanagement, het waarderen van de functies bij de landsoverheid;
Het beleid inzake informatie- en communicatietechnologie, alsmede het toezicht op de uitvoering van dit beleid;
Het onderhouden van een helpdeskfunctie voor het (doen) verzorgen van scholing en desgewenst verlenen van ondersteuning aan de hoofden van dienst en de medewerkers van ministeriële ondersteuningsbureau's bij de uitvoering van het personeels-, organisatie-, documentaire informatievoorzienings- en ICT-beleid.
Ad 2.
Het beleid inzake de dienstplicht en andere militaire zaken, alsmede het toezicht op de uitvoering van dit beleid waaronder de voorbereiding en/of procesvertegenwoordiging van tegen de landsoverheid aangespannen rechtszaken;
De coördinatie en de uitvoering van de Dienstplichtverordening 1961, waaronder het verstrekken van informatie aan dienstplichtigen en andere belanghebbenden en het zorg dragen voor civiele vakopleidingen voor dienstplichtigen in werkelijke dienst;
De rechtspositionele ondersteuning van de Antilliaanse militie alsmede het burgerpersoneel bij de Kustwacht en de Koninklijke Marine;
Het verrichten van liaisonwerkzaamheden met in de Nederlandse Antillen gestationeerde eenheden van de Koninklijke Marine, Landmacht en Luchtmacht.
Ad 3.
Het beleid inzake de documentaire informatievoorziening bij de landsoverheid, alsmede het toezicht op de uitvoering van dit beleid.