Overheidsorganisatie | Gemeente Spijkenisse |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
1. Deze regeling volgt op de Verordening precariobelasting 2011
2. Deze regeling wordt ingetrokken door de Verordening precariobelasting 2013, maar blijft van toepassing op belastbare feiten die zich hebben voorgedaan in de periode van 01-01-2012 tot en met 31-12-2012
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 13-12-2011 Weekblad Spijkenisse, 20-12-2011 | IWPBZ/2011/99H |
De raad der gemeente Spijkenisse;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 december 2011;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit:
de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012 vast te stellen.
Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven terzake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Belastingplichtig is degene die de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel ten behoeve van wie die voorwerpen worden gehouden.
De belasting wordt berekend en geheven naar de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op het in het eerste lid gestelde termijn.
De belasting wordt niet geheven voor:
het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;
het hebben van openbare aankondigingen op, aan of in de nabijheid van een mobiele onderzoeksunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend, voor zover die aankondigingen een relatie hebben met het bevolkingsonderzoek.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
1. De ‘Verordening precariobelasting 2011’ van 14 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening precariobelasting 2012’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Spijkenisse d.d. 13 december 2011