Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

BESCHIKKING van de 4de februari 1949, no. 9640 tot bekendmaking van het reglement van orde voor de voor de Raad van Advies

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingBESCHIKKING van de 4de februari 1949, no. 9640 tot bekendmaking van het reglement van orde voor de voor de Raad van Advies
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-02-1949Nieuwe regeling

04-02-1949

P.B. 1949, no. 11

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

BESCHIKKING van de 4de februari 1949, no. 9640 tot bekendmaking van het reglement van orde voor de voor de Raad van Advies

Enig-artikel

Te bepalen, dat bovenaangehaald reglement van orde nevens deze beschikking in het Publicatieblad zal worden bekendgemaakt.

Bijlage

REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE RAAD VAN ADVIES IN DE NEDERLANDSE ANTILLEN

Artikel 1

De Gouverneur bekleedt het voorzitterschap zo dikwijls hij dit nodig oordeelt en roept de Raad van Advies bijeen ter plaatse waar hij zulks wenselijk acht. Hij heeft alsdan een raadgevende stem.

Artikel 2

  • 1.

    De oproepingsbrieven worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste vier en twintig uren vóór het houden der vergadering aan de leden bezorgd.

  • 2.

    Wanneer de zaak geen geheimhouding vordert, worden de in de vergadering te behandelen onderwerpen in de oproepingsbrieven vermeld.

Artikel 3

  • 1.

    De Gouverneur is bevoegd het schriftelijk advies van de Raad door rondzending van voorstellen of stukken te vragen.

  • 2.

    Elk lid heeft de bevoegdheid op zodanige rondzending de behandeling der zaak in een vergadering onder voorzitterschap van de onder-voorzitter te verzoeken.

Artikel 4

De vergaderingen van de Raad worden met gesloten deuren gehouden.

Artikel 5

  • 1.

    De Gouverneur kan aan de leden en aan de officieren der zee- en landmacht of ambtenaren geen lid van de Raad zijnde, die op zijn last de vergadering tot het geven van inlichtingen bijwonen, geheimhouding van het behandelde opleggen, welke zo lang zal worden in acht genomen, totdat de Gouverneur die opheft.

  • 2.

    Geheimhouding wordt ook in acht genomen wanneer de meerderheid van hen die aan de beraadslaging deelnemen, daartoe besluit. Opheffing geschiedt bij meerderheid van stemmen in een vergadering hoe ook samengesteld.

Artikel 6

Ieder lid dat verhinderd is een vergadering bij te wonen, geeft daarvan tijdig kennis aan de secretaris.

Artikel 7

Ingeval een lid zich tijdelijk buitenlands begeeft, geeft hij tevoren daarvan schriftelijk kennis aan de Gouverneur en de secretaris.

Artikel 8

De onder-voorzitter belegt, onder zijn voorzitterschap een vergadering, zo dikwijls hij dit nodig acht, of zo dikwijls dat door een lid wordt verzocht.

Artikel 9

De vergaderingen worden bijgewoond door de Secretaris, of, bij diens verhindering of ontstentenis, door een ambtenaar bevoegd de gouvernements-secretaris te vervangen.

Artikel 10

  • 1.

    De Gouverneur, onderscheidenlijk de onder-voorzitter heeft de leiding der vergadering en handhaaft daarin de orde.

  • 2.

    Hij zorgt dat ieder lid op zijn beurt zijn gevoelen behoorlijk kan ontwikkelen.

  • 3.

    Geen der leden mag in de ontwikkeling zijner mening in de rede gevallen worden.

Artikel 11

  • 1.

    Bij verhindering of ontstentenis van de onder-voorzitter treedt in zijne plaats op het oudst benoemde lid, met dien verstande, dat buitengewone leden eerst bij verhindering of ontstentenis van gewone leden in aanmerking komen.

  • 2.

    De rang van ouderdom van dienst der leden en der buitengewone leden regelt zich, voor wat elke groep betreft, naar de dagtekening van het besluit hunner benoeming en bij gelijktijdige benoeming, naar de orde waarin hunne namen in het besluit zijn geplaatst.

Artikel 12

In geval van hoofdelijke omvraag der gevoelens of bij stemming begint de onder-voorzitter met het laatst benoemde lid of buitengewoon lid, brengende hij zelf het laatst zijn gevoelen of stem uit.

Artikel 13

Wanneer leden door wie gevoelens zijn uitgebracht, afwijkende van dat der meerderheid, zich hebben voorbehouden afzonderlijke adviezen over te leggen om te worden gevoegd bij ’s Raads advies, zijn zij verplicht die adviezen, desverkiezende ondertekend, zo tijdig aan de secretaris ter hand te stellen; dat de inzending van ’s Raads advies daardoor generlei vertraging ondervinde.

Artikel 14

  • 1.

    Het aantal leden, de onder-voorzitter en buitengewone leden daaronder begrepen, dat tot het vaststellen van een advies of tot het nemen van een besluit wordt gevorderd, bedraagt niet minder dan drie.

  • 2.

    Het advies wordt vastgesteld of het besluit genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen.

  • 3.

    Bij staking van stemmen wordt in het uit te brengen advies van beide gevoelens melding gemaakt.

Artikel 15

De leden, de onder-voorzitter en de buitengewone leden daaronder begrepen, onthouden zich van medestemmen in die zaken, welke hun, hunne echtgenoten of hunne bloed- en aanverwanten tot de derde graad ingesloten, persoonlijk aangaan of wanneer zij in een andere hoedanigheid daarin zijn betrokken.

Artikel 16

Zo de Raad het dienstig acht inlichtingen in te winnen of bezwaren te kennen van bij de zaak betrokken besturen, collegien of personen, geschiedt zulks steeds door tussenkomst van de Gouverneur.

Artikel 17

In de artikelen 2, 3, 5, 6, 7, 8, 10 en 13 wordt onder leden mede buitengewone leden begrepen.

Aldus ontworpen door de Raad van Advies in zijn vergadering van de 24e November 1948.

Ingevolge art. 62 der Staatsregeling door de Gouverneur van de Nederlandse Antillen vastgesteld op 28 December 1948.

Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 18 Januari 1949, no. 16.