Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 229
  2. Wet milieubeheer, artikel 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-12-201401-01-2016gewijzigde verordening

11-12-2014

Gemeenteblad

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015
01-01-201401-01-2015gewijzigde verordening

12-12-2013

Tussenklappen

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014
01-01-2012nieuwe regeling

15-12-2011

Tussenklappen, 21 december 2011

Verordening reinigingsheffingen 2012

Tekst van de regeling

No. 11/11

De raad van de gemeente Menterwolde;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T :

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2015

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

a. een afvalstoffenheffing;

b. reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. “gebruik maken” in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet Milieubeheer;

b. grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1 Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2 De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachten artikel 10.21 en 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1 De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;

    b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruikte is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruikte heeft afgestaan.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1 De belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.1, 1.1.2, en 1.2.1. van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2 De belasting bedoeld in de onderdelen 1.2.2, 1.2.3, 1.2.4 en 1.2.5, en 1.2.6 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekend gemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 De belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belasting¬jaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 De belasting bedoeld in in onderdeel 1.2.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanbieding van de container c.q. afvalzak.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, is de belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5 Het derde en het vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 6

    • De belasting bedoeld in de onderdelen 1.2.2, 1.2.3, 1.2.4, 1.2.5 en 1.2.6 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de op grond van artikel 7, eerste lid , bedoelde belasting worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2

    • In afwijking van het bepaalde in lid 1 moet de belasting bedoeld in onderdeel 1.2.1 van de tarieventabel worden betaald uiterlijk twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3

    • In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 90,00, doch minder is dan € 4.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen één maand later.

      • a.

        De belasting moet worden betaald ingeval kennisgeving bedoeld in artikel 7, tweede lid: mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

      • b.

        schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 10 Vrijstelling Medisch afval

Voor belastingplichtigen door wie blijkens kopie van een schriftelijke verklaring van huisarts of medisch specialist als gevolg van een chronische ziekte of handicap extra afvalstoffen worden aangeboden, en voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen gebruik maken van:

  • a.

    een minicontainer, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, wordt tot en met het aantal van 6 aanbiedingen vrijstelling verleend;

  • b.

    een ondergrondse container, wordt tot en met het aantal van 20 inworpen vrijstelling verleend.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding verleend van de belasting die verschuldigd is voor het aantal aanbiedingen in een kalenderjaar:

  • .

    van een minicontainer, bestemd voor overige huishoudelijke afvalstoffen, boven het aantal van 6;

  • .

    door inworp in een ondergrondse container, boven het aantal van 20.

Voor de belasting, als bedoeld in hoofdstuk 1.2 de onderdelen 1.2.2, 1.2.3, 1.2.4, 1.2.5 en 1.2.6 van de tarieventabel, wordt geen kwijtschelding verleend.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • Het recht wordt geheven naar de maatstaf en het tarief, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 13 Belastingjaar

Met betrekking tot het recht dat per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in Hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekend gemaakt.

 

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1 Het recht bedoeld in onderdeel 2.1.1. van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2De rechten bedoeld in onderdeel 2.1.2. van de tarieventabel is verschuldigd bij aanbieding van de container.

Artikel 16 Termijnen van betaling

  • De rechten bedoeld in Hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het verlenen van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen en moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de nota.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 11 Overgangsrecht

De "Verordening reinigingheffingen 2014” van 12 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen 2015".

Ondertekening

Muntendam, 11 december 2014.

De raad voornoemd,

De voorzitter, De griffier,

E.A. van Zuijlen drs. F.A.P. Grit

Bijlage

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1. Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.1. Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 186,00

1.1.2 De belasting als bedoeld in onderdeel

1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke algemene plaatselijke verordening aan het perceel is verstrekt):

1.1.2.1 container, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container met € 10,00

1.1.2.2 container, bestemd voor groente,- fruit- en tuinafval, per extra container met € 10,00

1.2. Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.2.1. Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 1.1. bepaalde bedraagt de belasting per aanbieding vn een: 1.2.1.1. container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen € 4,72

1.2.1.2. container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen € 8,09

1.2.1.3. afvalzak in een ondergrondse container € 1,69

1.2.2. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in Bijlage 1 onder 1 van het Besluit verwijdering wit- en bruingoed, en nader gespecificeerd in artikel 3 van de regeling aanwijzing producten wit- en bruingoed, per aanvraag per apparaat € 30,00

1.2.3. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en het bepaalde in 1.2.2. bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van overige grove huishoudelijke afvalstoffen, per aanvraag per m³ € 30,00

1.2.4. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1. en het bepaalde in de voorgaande leden bedraagt de belasting voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per keer per m3 € 15,00

1.2.5. Onverminderd het bepaalde in de vorige onderdelen van de tarieventabel bedraagt de belasting voor het omruilen van een afvalcontainer per aflevering van afvalcontainer(s) ten behoeve van hetzelfde perceel € 25,00

1.2.6 Onverminderd het bepaalde in de vorige onderdelen van de tarieventabel bedraagt de belasting voor het afleveren van een container bestemd voor bewaring van plastic ten behoeve van hetz€ 50,00elfde perceel  

Hoofdstuk 2. Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

2.1. Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

2.1.1 het recht bedraagt per belastingjaar voor het beschikbaar stellen van een minicontainer bestemd voor bedrijfsafval (bedrijfsmini)

€ 40,00

2.1.2 Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 2.1.1. bepaalde bedraagt de belasting per aanbieding van een:

2.1.2. 1 minicontainer, bestemd voor bedrijfsafval (bedrijfsmini) € 7,00

2.1.3. Onverminderd het bepaalde in de vorige onderdelen van de tarieventabel bedraagt de belasting eenmalig voor het omruilen van een afvalcontainer per aflevering van afvalcontainer(s) € 25,00  

Behorende bij raadsbesluit van 11 december 2014.

De voorzitter, De griffier,

E.A. van Zuijlen drs. F.A.P. Grit