Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSVERORDENING van de 21ste oktober 1994 houdende regelen met betrekking tot de overgang van het personeel van de Landsaccountantsdienst en het Accountants-bureau van het eilandgebied Curaçao naar de Stichting Overheidsaccountantsbureau

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 21ste oktober 1994 houdende regelen met betrekking tot de overgang van het personeel van de Landsaccountantsdienst en het Accountants-bureau van het eilandgebied Curaçao naar de Stichting Overheidsaccountantsbureau
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-1998art. 4, 5

14-03-1997

P.B. 1997, no. 313

onbekend
19-07-199503-10-1994Nieuwe regeling

21-10-1994

P.B. 1994, no. 101

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 21ste oktober 1994 houdende regelen met betrekking tot de overgang van het personeel van de Landsaccountantsdienst en het Accountants-bureau van het eilandgebied Curaçao naar de Stichting Overheidsaccountantsbureau

Artikel 1

In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Landsaccountantsdienst: de Landsaccountantsdienst, bedoeld in het Landsbesluit van de 27ste september 1962, no. 17, houdende verheffing van de Landsaccountantsdienst tot zelfstandige dienst en tot vaststelling van een nieuwe instructie voor de Landsaccoun-tantsdienst (P.B. 1962, no. 134);

  • b.

    Accountantsbureau: het Accountantsbureau van het eilandgebied Curaçao, bedoeld in het Eilandsbesluit van de 12de mei 1953, no. 17, regelende de instelling en de werkzaamhe-den van het accountantsbureau (A.B. 1953, no. 17);

  • c.

    Stichting: de Stichting Overheidsaccountantsbureau;

  • d.

    overgangsdatum: de datum waarop de Stichting wordt opgericht;

  • e.

    personeelslid: degene, die op de dag vóór de overgangsdatum, in dienst was van de rechtspersoon de Nederlandse Antillen, werkzaam bij de Landsaccountantsdienst, of op bedoelde dag in dienst was van de rechtspersoon het eilandgebied Curaçao, werkzaam bij het Accountantsbureau, hetzij als ambtenaar in de zin van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (P.B. 1964, no. 159), hetzij als werkman in de zin van de Werkliedenverordening 1944 (P.B. 1978, no. 376), hetzij krachtens een arbeidsovereen-komst naar burgerlijk recht.

Artikel 2

  • 1. Ieder personeelslid heeft het recht om bij de Stichting in dienst te treden op een arbeids-overeenkomst naar burgerlijk recht.

  • 2. Voor ieder personeelslid dat bij de Stichting in dienst treedt, geldt dat de arbeidsovereen-komst, bedoeld in het eerste lid, voor onbepaalde tijd wordt aangegaan.

  • 3. De arbeidsovereenkomst betreft een functie die overeenkomt of zoveel mogelijk overeen-komt met de functie die het betrokken personeelslid laatstelijk vervulde in dienst van de Landsaccountantsdienst of het Accountantsbureau.

  • 4. De voorwaarden van de arbeidsovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, zullen niet ongunstiger zijn dan die welke voor het betrokken personeelslid golden uit hoofde van zijn dienstbetrekking bij de Landsaccountantsdienst of het Accountantsbureau.

  • 5. De Stichting is gehouden een arbeidsovereenkomst als bedoeld in het eerste lid aan te gaan zonder nadere selectie of keuring.

  • 6. Bij het totstandkomen van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in het eerste lid wordt aan het betrokken personeelslid met ingang van de overgangsdatum eervol ontslag verleend.

Artikel 3

De bepalingen van de Regeling vergoeding behandelings- en verplegingskosten overheidsdie-naren (P.B. 1986, no. 165) zijn met ingang van de overgangsdatum van overeenkomstige toe-passing op de personeelsleden die in dienst treden van de Stichting.

Artikel 4

Indien vóór de overgangsdatum op een personeelslid de Pensioenverordening Burgerlijke Landsdienaren 1938 (P.B. 1976, no. 45), of de in de Werkliedenverordening 1944 voorkomende bepalingen betreffende pensioenen van toepassing waren, blijven de eerstgenoemde landsverordening, onderscheidenlijk de bedoelde bepalingen van de laatstgenoemde landsverordening, en de landsverordeningen die daarvoor in de plaats treden, na de overgangsdatum op hem van toepassing indien hij in dienst treedt van de Stichting.

Artikel 5

  • 1. Behoudens het bepaalde in het tweede lid, worden de personeelsleden die vóór de overgangsdatum hetzij als ambtenaar, hetzij als werkman in vaste, niet pensioengerechtigde dienst waren aangesteld of op een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht waren aangenomen, met ingang van de overgangsdatum de bepalingen van de Landsverordening leeftijdsgrens ambtenaren (P.B. 1959, N° 126) van overeenkomstige toepassing verklaard.

  • 2. Met ingang van de dag waarop de Invoeringslandsverordening rechtspositionele regelingen 1998 (P.B. 1997, N°. 313) in werking treedt, blijven de artikelen 5, 6 en 6a van de Landsverordening leeftijdsgrens ambtenaren, zoals deze geluid hebben voordat zij ingevolge de eerstgenoemde landsverordening vervallen zijn:

    • a.

      op de in het eerste lid bedoelde personen van toepassing, indien dezen op de dag voorafgaand aan die waarop de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren (P.B. 1997, N°. 312) in werking treedt reeds in het genot waren van een uitkering bij wijze van pensioen;

    • b.

      op de in het eerste lid bedoelde personen uitsluitend van toepassing voor wat betreft het tijdvak van hun dienstverband gelegen vóór de dag waarop de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren in werking treedt.

Artikel 6

De dienstjaren van elk personeelslid, doorgebracht bij de rechtspersonen de Nederlandse Antillen respectievelijk het eilandgebied Curaçao, worden door de Stichting overgenomen voor de bepaling van het aantal jaren van belang voor het toekennen van jubileum gratificaties.

Artikel 7

Het aantal vakantiedagen waarop het personeelslid op de overgangsdatum recht heeft, wordt door de Stichting tot een maximum van twee jaren overgenomen.

Artikel 8

Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip, aan welk landsbesluit terugwerkende kracht kan worden verleend tot en met de overgangsdatum.