Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs stadsdeel Oost

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs stadsdeel Oost
CiteertitelVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs stadsdeel Oost
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpOnderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 4, titel 4.1 en 4.2
  2. Wet op het primair onderwijs, artikel 140 en 141
  3. Wet op de expertisecentra, artikel 134 en 135

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-201128-12-2012nieuwe regeling

05-07-2011

Amsterdams Stadsblad, 2011, week 50.

243905

Tekst van de regeling

Verordening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost;

b. schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs ende Wet op de expertisecentrabekostigde in het stadsdeel gelegen openbare of bijzondere school, of, voorzover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een ander stadsdeel of andere gemeente;

c. school: school voor basisonderwijs en school voor (voortgezet) speciaal onderwijs;

- school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

- school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

d. nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

e. voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;

f. aanvullende voorziening: een door het dagelijks bestuur vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

g. indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

h. toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

i. tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

j. subsidieplafond: het door de stadsdeelraad of het dagelijks bestuur vastgestelde bedrag, voor een door de stadsdeelraad aangewezen voorziening, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak;

k. feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het dagelijks bestuur waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

l. subsidievaststelling: de beschikking van het dagelijks bestuur waarin het subsidiebedrag voor een voorziening of aanvullende voorziening definitief wordt vastgesteld en een recht op uitbetaling ontstaat.

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

1. De deelraad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de deelraad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

2. De deelraad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur neemt daarbij de stadsdeelbegroting in acht.

3. Het dagelijks bestuur maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Aanvullende voorziening

1. Het dagelijks bestuur kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

2. Het dagelijks bestuur stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 julizendt het dagelijks bestuur aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het dagelijks bestuur.

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 6 Indiening aanvraag

1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het dagelijks bestuur. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, kan het dagelijks bestuur besluiten om de aanvraag niet te behandelen. Bij de indiening van een aanvraag en de verstrekking van de gegevens dient het schoolbestuur gebruik te maken van het door het dagelijks bestuur vastgestelde formulier.

2. De aanvraag vermeldt:

a. naam en adres van het schoolbestuur;

b. de dagtekening;

c. de gewenste voorziening;

d. de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

e. een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

3. Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het dagelijks bestuur dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het dagelijks bestuur de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 Beslissingstermijn

1. Het dagelijks bestuur besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het dagelijks bestuur binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

2. Het dagelijks bestuur kan de termijn van twaalf weken met vier weken verdagen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het dagelijks bestuur schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het Dagelijks bestuur de reden voor de verdaging aan.

3. Het dagelijks bestuur stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het dagelijks bestuur weigert de voorziening in ieder geval indien:

a. de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening;

b. niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

c. door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9 Indiening aanvraag

1.   Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het dagelijks bestuur.

2.   Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10 Beslissingstermijn

Het dagelijks bestuur besluit binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het dagelijks bestuur het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Het dagelijks bestuur weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

a. de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

b. niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3 Toekenning; intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

1. De beschikking van het dagelijks bestuur tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

a. feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

b. een subsidie.

2.   De beschikking bevat:

a. het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

b. de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

3. De beschikking tot subsidie bevat voorts:

a. het bedrag van de subsidie;

b. voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het Dagelijks bestuur.

4. De betaling van het subsidiebedrag dan wel een voorschot vindt binnen zes weken na de subsidiebeschikking plaats.

Artikel 13 Intrekken of wijzigen beschikking

1. Het dagelijks bestuur kan een beschikking intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen:

a. op grond van feiten en omstandigheden waarvan het dagelijks bestuur bij de toekenning van de voorziening redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de toekenning van de voorziening anderszins zou hebben plaatsgevonden;

b. indien het schoolbestuur niet voldoet aan de in de beschikking gestelde verplichtingen;

c. indien de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit wist of behoorde te weten.

2. De intrekking of wijziging van een beschikking tot subsidievaststelling werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 14 Terugvordering

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder b, heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken. Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.

Artikel 15 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het dagelijks bestuur tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 16 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het dagelijks bestuur nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 17 Beslissing van het dagelijks bestuur in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen waarin de MFG niet voorziet is de Algemene Subsidieverordening stadsdeel Oost (ASSO) van toepassing. In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening MFG en de vigerende  subsidieverordening van stadsdeel Oost niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 18 Citeertitel; inwerkingtreding

1. De verordening kan worden aangehaald als: verordening MFG stadsdeel Oost 2011.

2. De verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 2011.