Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - West

Subsidieregeling MFG voorzieningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - West
Officiële naam regelingSubsidieregeling MFG voorzieningen
CiteertitelSubsidieregeling MFG voorzieningen
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201231-01-2013Vervallen van rechtswege

 

Echo, 30 januari 2013

-

Tekst van de regeling

Subsidieregeling MFG voorzieningen 2012

Gelet op:

de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Subsidie Verordening stadsdeel West 2010 en de verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs stadsdeel West 2011;

Besluit:

vast te stellen:

de Subsidieregeling "MFG voorzieningen".

Subsidieregeling MFG voorzieningen 2012

Inleiding

In deze subsidieregeling MFG voorzieningen wordt door het Dagelijks Bestuur van stadsdeel West aangegeven welke voorzieningen onder de werking van de MFG verordening vallen. Per voorziening is een apart subartikel opgenomen, met daarin de voorwaarden en het subsidieplafond voor de betreffende voorziening.

Artikel 1. Begripsbepalingen.
  • In deze nadere regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      Het Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel West;

    • b.

      schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de wet op het primair onderwijs bekostigde in het stadsdeel gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een ander stadsdeel;

    • c.

      school: school voor basisonderwijs:

      - school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs al bedoeld in artikel 1 wet op het primair onderwijs;

    • d.

      nevenvestiging: deel van een school dat door de minsiter ingevolge artikel 85 wet op het primair onderwijs, artikel 76a of artikel 76b wet op de expertisecentra of artikel 75 wet op het voortgezt ondewijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

    • e.

      voorziening: een voorziening zoals opgenomen in deze subsidieregeling;

    • f.

      aanvullende voorziening: en door het Dagelijks Bestuur vstgestelde nieuwe voorziening waarmee deze subsidieregeling tijdelijk wordt aangevuld;

    • g.

      indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in deze subsidieregeling, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

    • h.

      toekennningscriteria: de omstandheden zoals opgenomen in deze sbusidieregling, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aavnullende voorziening;

    • i.

      tijdvak: periode zoals opgenomen in deze subsidieregeling , waarvoor een voorziening wordt toegekend;

    • j.

      subsidieplafond: het door de deelraad of het Dagelijks Bestuur vastgestelde bedrag, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak;

    • k.

      feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het Dagelijks Bestuur waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

    • l.

      subsidievaststelling: de beschikking van het Dagelijks Bestuur waarin het subsidiebedrag voor een voorziening of aanvullende voorziening definitief wordt vastgesteld en een recht op uitbetaling ontstaat.

Artikel 2. Reikwijdte
  • De regeling is van toepassing op door het Dagelijks Bestuur te verstreken subsidies aan een basisschoolbestuur met vestiging in stadsdeel West, ter ondersteuning en ontwikkeling van hun leerlingen.

Artikel 3. Subsidiale kosten
  • Aan de schoolbesturen van een basisschool, zoals genoemd in artikel 1, kan een bijdrage worden toegekend voor de volgende voorzieningen:

    • a.

      muziekeducatie

    • b.

      kunstkijkuren

    • c.

      schoolzwemmen;

    • d.

      verkeersexamen;

    • e.

      schooltuinwerk;

    • f.

      bewegingsonderwijs;

    • g.

      zorg;

    • h.

      talentontwikkeling

Artikel 4. Indieningsdatum en tijdvak
  • a. de subsidieaanvraag wordt schriftelijk ingediend bij het Dagelijks Bestuur vóór 1 april van het daarop volgende kalenderjaar;

  • b.het tijdvak voor de voorzieningen betreft een kalenderjaar; van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 5. Verleningsvoorwaarden
  • a. schoolsoort: de aanvraag voor de voorzieningen staat enkel open voor schoolbesturen uit het basisonderwijs

  • b. de voorzieningen staan open voor alle basisscholen gelegen in stadsdeel West;

  • c. de voorzieningen staan tevens open voor een nevenvestiging, die in stadsdeel West is gelegen, van een hoofdvestiging gelegen in een ander stadsdeel.

Artikel 6. Toekenningscriteria
  • a. MUZIEKEDUCATIE

  • I Aanduiding van de voorziening

  • Alle leerlingen van groep 6 en groep 7 kunnen eenmaal in hun basisschoolloopbaan aan de muziekluisterlessen deelnemen. Het programma Muziekeducatie bestaat uit een basisdeel en een pluspakket. De nadruk van de voorziening ligt op de deskundigheidsbevordering van de groepsleerkrachten. De docenten van het Concertgebouw verzorgen een training aan deze groepsleerkrachten waarmee deze in staat worden gesteld op een goede manier invulling te geven aan het muziekonderwijs en een bijdrage kunnen leveren aan een doorlopende leerlijn muziekeducatie.

  • Het pluspakket is bestemd voor de leerlingen van groep 6 en groep 7. Dit bestaat uit een muziekuitvoering in het Concertgebouw en twee voorbereidende introductielessen die worden gegeven door de docenten van het Concertgebouw. Het vervoer van school naar het concertgebouw en vice versa maakt deel uit van de voorziening. Daarbij wordt uitgegaan van openbaar vervoer. Het toegangsbewijs voor het concertgebouw is tevens geldig vervoerbewijs.

  • II          Indieningsdatum

  • De deelname aan deze voorziening is mogelijk via inschrijving bij de organisatie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de voorziening.

  • III          Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

  • De voorziening wordt gedurende het schooljaar aangeboden.

  • IV         Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

  • De voorziening muziekluisterlessen staat open voor de leerlingen van groep 6 en groep 7, met dien verstande dat leerlingen eenmaal in hun schoolcarrière deelnemen aan de muziekluisterlessen.

  • V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

    Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening.

  • b. KUNSTKIJKUREN

  • I           Aanduiding van de voorziening

  • De kunstkijkuren beslaan een serie van 1 inleidende les van 60 minuten op school gevolgd door negen bezoeken aan de grote kunst- en cultuurmusea in Amsterdam: driemaal wordt het Stedelijk museum CS bezocht, tweemaal het Rijksmuseum, tweemaal het Amsterdams Historisch museum, eenmaal het Van Goghmuseum en eenmaal het Tropenmuseum. De lessen worden verzorgd door kunstenaars-docenten die een beeldende kunstopleiding hebben genoten. Daarnaast hebben zij een interne opleiding bij de kunstkijkuren moeten doorlopen. De groepen bestaan tijdens de bezoeken aan de musea uit maximaal 16 leerlingen. Het vervoer van school naar de musea en vice versa maakt deel uit van de voorziening. Doel van de voorziening is dat alle leerlingen in het Amsterdamse Primair Onderwijs eenmaal in hun basisschoolloopbaan de serie bezoeken aan de genoemde musea meemaken.

  • II          Indieningsdatum

  • Voor de inschrijving van de voorziening kunstkijkuren ontvangen de scholen een inschrijfformulier van DMO. Dit formulier moet binnen de daarin genoemde termijn ingevuld en ondertekend door de directeur retour worden gestuurd. Verondersteld wordt dat de directeur van de school hiertoe gemachtigd is door het schoolbestuur. Insturen van het formulier geldt als aanvraag van de voorziening.

  • III          Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

  • De voorziening wordt gedurende het schooljaar aangeboden in drie tijdvakken. De coördinator van de kunstkijkuren stelt de indeling van de scholen op. Scholen krijgen de gelegenheid hun voorkeur kenbaar te maken voor een tijdvak en voor een dagdeel.

  • IV         Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

  • - De voorziening Kunstkijkuren staat open voor de leerlingen van groep 7 en groep 8, met dien verstande dat leerlingen eenmaal in hun schoolcarrière deelnemen aan de kunstkijkuren.

  • - Na afloop van de lessenserie vullen de groepsleerkrachten het evaluatieformulier in.

  • - De groepsleerkracht is aanwezig in de groep tijdens de lessen en tijdens het bezoek aan het concert, de muziektheatervoorstelling en/of de musea.

  • V          Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

    Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening.

  • c. SCHOOLZWEMMEN:

  • I           Aanduiding van de voorziening

  • Het schoolzwemmen bestaat uit 36 lessen van 45 minuten voor zover de kinderen nog niet in het bezit zijn van een A-diploma bij aanvang van het schoolzwemmen. Voor kinderen die bij aanvang van het schoolzwemmen al in het bezit zijn van een A-diploma bestaat de voorziening uit 18 lessen van 45 minuten zodat zij de gelegenheid krijgen het B- en C-diploma te halen. Kinderen die na een jaar schoolzwemmen nog niet in het bezit zijn van een A-diploma krijgen het volgende schooljaar de gelegenheid deel te nemen aan de nacursus om alsnog het A-diploma te halen. De nacursus eindigt op het moment dat de leerling het A-diploma heeft gehaald, doch uiterlijk na een jaar. Het vervoer van de school naar het zwembad en vice versa maakt deel uit van de voorziening voor scholen die op meer dan 1000 meter afstand hemelsbreed gelegen zijn van het zwembad. Doel van beschikbaarstelling van de voorziening is dat zo veel mogelijk kinderen een zwemdiploma halen.

  • II          Indieningsdatum

  • Voor de inschrijving voor de voorziening Schoolzwemmen ontvangen de scholen een inschrijfformulier van DMO. Dit formulier moet binnen de daarin genoemde termijn ingevuld en ondertekend door de directeur retour worden gestuurd. Verondersteld wordt dat de directeur van de school hiertoe gemachtigd is door het schoolbestuur. Insturen van het formulier geldt als aanmelding voor de voorziening. Scholen hebben de gelegenheid aan te geven welke dagdelen hun voorkeur hebben.

  • III          Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

  • De voorziening bedraagt één les van 45 minuten per week en wordt gedurende het gehele schooljaar aangeboden. De voorziening voor kinderen die al in het bezit zijn van een A-diploma wordt in twee tijdvakken aangeboden waarbij het eerste tijdvak samenvalt met de eerste 18 lessen voor de kinderen zonder diploma en het tweede tijdvak samenvalt met de laatste 18 lessen voor kinderen zonder diploma.

  • IV         Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

  • - De voorziening Schoolzwemmen staat open voor de leerlingen van groep 5. Kinderen die na een jaar schoolzwemmen er niet in geslaagd zijn een A-diploma te halen, krijgen in groep 6 de gelegenheid deel te nemen aan de nacursus. De nacursus eindigt op het moment dat de leerling het A-diploma heeft gehaald, doch uiterlijk na een jaar.

  • - De school beschikt over een ondertekend protocol schoolzwemmen en de groepsleerkracht(en) is (zijn) op de hoogte van de inhoud van het protocol.

  • - De school draagt er zorg voor dat de begeleidende groepsleerkracht(en) aanwezig is (zijn) bij de informatiebijeenkomst voorafgaand aan de start van het schoolzwemmen. Scholen ontvangen hiervoor een uitnodiging van de coördinator schoolzwemmen.

  • - De school draagt er zorg voor dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de voorziening. Bij meer dan twee lessen verzuim zullen de kosten van de verzuimde les door het stadsdeel bij het schoolbestuur in rekening worden gebracht.

  • - De school werkt mee aan de inventarisatie van het zwemdiplomabezit in de groepen 4, 6 en 8.

  • V          Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

    Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening.

  • d. VERKEERSEXAMEN:

  • I           Aanduiding van de voorziening

  • Het Theoretisch verkeersexamen bestaat uit een schriftelijk deel en een mondeling deel. Het schriftelijk deel wordt klassikaal afgenomen, het mondeling deel wordt bij twee leerlingen tegelijkertijd afgenomen. Doel van beschikbaarstelling van de voorziening is dat alle leerlingen in het Amsterdamse Primair Onderwijs het Theoretisch verkeersexamen afleggen. Het slagingspercentage dat wordt nagestreefd wordt vastgesteld op 95% stadsbreed. De school is zelf verantwoordelijk voor de voorbereiding op het examen.

  • II          Indieningsdatum

  • Aan het begin van het schooljaar ontvangen de scholen een uitnodiging en een inschrijfformulier voor de voorziening. In onderling overleg tussen de school en de coördinator wordt een examendatum bepaald. Het moment van afspreken voor de examendatum geldt als aanmelding.

  • III          Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

  • De voorziening wordt aangeboden in de maanden januari tot en met juni. De feitelijke duur van de afname van het Theoretisch verkeersexamen is één dagdeel.

  • IV         Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

  • - De voorziening Theoretisch verkeersexamen staat open voor de leerlingen van groep 7. Kinderen die niet slagen krijgen in groep 8 de gelegenheid opnieuw examen te doen.

  • - De school stelt een geschikte ruimte beschikbaar voor het afnemen van het schriftelijk en het mondeling examen.

  • - De groepsleerkracht tekent voor ontvangst van de diploma's en voor akkoord met de examenresultaten.

  • V          Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

    Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening.

  • e. SCHOOLTUINWERK:

  • I           Aanduiding van de voorziening

  • Het schooltuinwerk beslaat in totaal 25 lessen op de schooltuin. De serie bestaat uit 3 voorbereidende lessen, 13 tuinlessen voor de zomervakantie, 7 tuinlessen na de zomervakantie en 2 afsluitende lessen. Het vervoer van school naar de schooltuin en vice versa maakt deel uit van de voorziening. Doel van het schooltuinwerk is dat alle kinderen in het Amsterdamse Primair onderwijs hebben deelgenomen aan de lessenserie.

  • II          Indieningsdatum

  • Voor de inschrijving voor de voorziening Schooltuinwerk ontvangen de scholen een inschrijfformulier van het Amsterdams NME-centrum. Dit formulier moet binnen de daarin genoemde termijn ingevuld en ondertekend door de directeur retour worden gestuurd. Verondersteld wordt dat de directeur van de school hiertoe gemachtigd is door het schoolbestuur. Insturen van het formulier geldt als aanvraag van de voorziening.

  • III          Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

  • De voorziening wordt gedurende het boekjaar aangeboden. Scholen krijgen de gelegenheid hun voorkeur kenbaar te maken voor een dagdeel.

  • IV         Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

  • - De voorziening Schooltuinwerk staat open voor de leerlingen van groep 6 en groep 7, met dien verstande dat de lessen starten in januari als de kinderen in groep 6 zitten en dat het programma na de zomervakantie doorloopt, als de kinderen in groep 7 zitten.

  • - Na afloop van de lessenserie vullen de groepsleerkrachten en leerlingen het evaluatieformulier in.

  • - De groepsleerkracht is aanwezig in de groep tijdens de lessen op de schooltuin.

  • V          Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

  • Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening.

  • f. BEWEGINGSONDERWIJS:

  • I           Aanduiding van de voorziening

  • De extra inzet van vakleerkrachten voor bewegingsonderwijs in het primair onderwijs in stadsdeel West.

  • Doel van de voorziening is het stimuleren van bewegingsonderwijs in het primair onderwijs binnen het stadsdeel door gespecialiseerde vakdocenten.

  • II          Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

  • De voorziening wordt gedurende het kalenderjaar aangeboden.

  • III          Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

  • -           De voorziening vakleerkrachten voor bewegingsonderwijs staat open voor de leerlingen van groep 1 tot en met groep 8.

  • -           De vakleerkracht is aanwezig in de groep tijdens de lessen.

  • IV         Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

  • Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening. Voor de inzet van vakleerkrachten bewegingsonderwijs wordt het totaal beschikbare bedrag gedeeld door het totaal aantal leerlingen (zoals bepaald bij de leerlingtelling van 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de voorziening beschikbaar wordt gesteld) die het basisonderwijs bezoeken in stadsdeel West.

  • Het bedrag per leerling wordt vervolgens vermenigvuldigd met het totaal aantal leerlingen per basisschool. Voor de berekening van het bedrag per basisschool wordt gebruik gemaakt van de leerlingtelling van 1 oktober1 van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de voorziening beschikbaar wordt gesteld.

  • V Subsidieplafond

  • Voor de voorziening bewegingsonderwijs geldt een subsidieplafond van € 919.000.

  • g. ZORG:

  • I           Aanduiding van de voorziening

  • Het gaat hier om passend onderwijs voor elke leerling (gedifferentieerd onderwijs; goed klassenmanagement; adequate groepsplannen) en het nauwkeurig monitoren van de ontwikkeling van leerlingen zodat bij eventuele leerachterstanden of (tijdelijke) specifieke onderwijsbehoeftes van leerlingen de school/de leerkracht hier adequaat op in kan spelen.

  • Een beperkt aantal leerlingen heeft een meer specifieke onderwijs- en/of zorgbehoefte nodig. De school kan een deel van de nodige hulp leveren maar heeft daarbij wel de expertise van externe partners nodig, zoals Schoolmaatschappelijk werk, Ouder- en kindcentrum (OKC) of speciaal onderwijs/ambulante begeleiding, waarmee via het zorgbreedteoverleg afspraken worden gemaakt.

  • De voorziening Zorg bestaat uit:

  • Een door het schoolbestuur zelf in te vullen programma waar de nadruk ligt op het verbeteren van de aansluiting van de zorg en het versterken van de kwaliteit van de zorg om de school. Vanuit het OKC wordt het aanbod van trainingen op het gebied van sociale competenties, sociale vaardigheden en weerbaarheidstrainingen gecoördineerd, onder de noemer opgroeiondersteuning. De OKC's hebben stedelijk de afspraak alleen gebruik te maken van NJI-erkende programma's. Wij verwachten van het schoolbestuur dat bij inkoop van dergelijke trainingen altijd afstemming plaatsvindt met het OKC via de OKC-managers.

  • Schoolmaatschappelijk werk (SMW): de voorziening SMW bestaat uit de inzet van een schoolmaatschappelijk werker gedurende enkele uren per week. Voorwaarde voor inzet van SMW bekostigd door de stadsdelen is dat de schoolbesturen uit eigen middelen ook schoolmaatschappelijk werk inzetten. Doel en taken van het SMW zijn verwoord in de notitie Schoolmaatschappelijk werk in het Amsterdamse basisonderwijs die is geaccordeerd in het Decentraal portefeuillehouderoverleg van 8 december 2005.

  • II          Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

  • Het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend is een kalenderjaar.

  • III          Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

  • Volgens de stedelijke richtlijn(en).

  • IV         Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

  • Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening.

  • Voor de inzet van het door het schoolbestuur zelf in te vullen programma waar de nadruk ligt op het verbeteren van de aansluiting van de zorg en het versterken van de kwaliteit van de zorg om de school, wordt het totaal beschikbare bedrag gedeeld door het totaal aantal leerlingen (zoals bepaald bij de leerlingtelling van 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de voorziening beschikbaar wordt gesteld) die het basisonderwijs bezoeken in stadsdeel West.

  • Het bedrag per leerling wordt vervolgens vermenigvuldigd met het totaal aantal leerlingen per basisschool. Voor de berekening van het bedrag per basisschool wordt gebruik gemaakt van de leerlingtelling van 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de voorziening beschikbaar wordt gesteld.

  • Voor de inzet van SMW wordt het totaal beschikbare bedrag verdeeld volgens stedelijke richtlijnen.

  • V Subsidieplafond

  • Voor het eigen in te vullen programma waar de nadruk ligt op het verbeteren van de aansluiting van de zorg en het versterken van de kwaliteit van de zorg om de school, geldt een subsidieplafond van € 340.000.

  • Voor schoolmaatschappelijk werk geldt een subsidieplafond van € 200.000.

  • h. TALENTONTWIKKELING:

  • I           Aanduiding van de voorziening

  • De nota Jong in West geeft aan wat de kern is van talentontwikkeling in West, namelijk om de vier stadia in de talentgroepen (talentniveaus kennismaken, ontwikkelen, bekwamen en excelleren) verder te optimaliseren. Leerkrachten leiden kinderen actief toe naar (naschoolse) activiteiten die bij ze passen zodat zij hun talenten kunnen ontdekken (niveau kennismaken) en ontwikkelen (de eerste twee talentniveaus). Welzijnsorganisaties/ aanbieders van activiteiten leiden kinderen vervolgens actief toe naar clubs en verenigingen om hun talenten verder te ontwikkelen, zich te bekwamen of zelfs te excelleren (de drie bovenste talentontwikkelingsniveaus).

  • De voorziening Talentontwikkeling uit deze regeling bestaat dus uit het inzetten van middelen ten bate van bovenstaande gerichte ontwikkeling van de leerlingen, waarvan ook uiting wordt gegeven middels de nota's Brede Talentontwikkeling en Cultuureducatie.

  • II          Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

  • Het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend is een kalenderjaar.

  • III          Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

  • - De subsidie is bedoeld om een bijdrage te leveren aan de talentontwikkeling- en herkenning van de leerling(en). Het schoolbestuur dient inzichtelijk te maken in de aanvraag op welke wijze de leerling profijt heeft van de activiteit.

  • - De aanvragen mogen niet in strijd zijn met bestaande beleidsnota's van de afdelingen jeugd, onderwijs en aanverwante beleidsterreinen van stadsdeel West.

  • - De activiteit dient onder schooltijd plaats te vinden en is enkel bestemd voor de leerlingen van de basisschool in kwestie.

  • - De subsidie voor de voorgenomen activiteit kan niet voor hetzelfde onderdeel worden aangevraagd bij een andere instelling/overheidsorgaan.

  • - Indien middelen uit het cluster Talentontwikkeling worden ingezet als extra besteding binnen de andere vermelde clusters uit deze regeling, dan gelden tevens de criteria die genoemd zijn bij de desbetreffende artikelen.

  • IV         Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

  • Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening. Voor de voorziening talentontwikkeling wordt het totaal beschikbare bedrag gedeeld door het totaal aantal leerlingen (zoals bepaald bij de leerlingtelling van 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de voorziening beschikbaar wordt gesteld) die het basisonderwijs bezoeken in stadsdeel West.

  • Het bedrag per leerling wordt vervolgens vermenigvuldigd met het totaal aantal leerlingen per basisschool. Voor de berekening van het bedrag per basisschool wordt gebruik gemaakt van de leerlingtelling van 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de voorziening beschikbaar wordt gesteld.

  • V Subsidieplafond

  • Voor de voorziening talentontwikkeling geldt een subsidieplafond van € 300.000

Artikel 7. Weigeringgronden.
  • Het dagelijks bestuur kan de aanvraag tot subsidieverlening (deels) weigeren indien:

    • a. vóór de indiening van de aanvraag, reeds een begin is gemaakt met de uitvoering van de desbetreffende activiteit waarvoor de bijdrage wordt gevraagd;

      b. blijkt dat er op grond van de regeling of door een ander overheidsorgaan voor dezelfde ondersteuningsbehoefte al een subsidie is verstrekt;

      c. een vergunning vereist is voor de uitvoering van de activiteiten en deze niet is of kan worden verleend;

      d. er sprake is van aanwijsbare veiligheidsrisico's;

      e. het subsidieplafond wordt overschreden van de deelprojecten.

Artikel 8. Subsidievaststelling
  • a. vaststelling geschiedt op gronden van de Algemene Subsidie Verordening 2010 van stadsdeel West.

Artikel 9. Inwerkingtreding.
  • a. De regeling treedt in werking op 1 januari 2012;

    b. De regeling vervalt zoveel eerder als het subsidieplafond van de voorziening is bereikt en er geen naar rato verdeling kan plaatsvinden.

Artikel 10. Citeertitel.
  • De regeling wordt aangehaald als "Subsidieregeling MFG voorzieningen".