Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Reglement van orde van de deelraad Nieuw-West

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingReglement van orde van de deelraad Nieuw-West
CiteertitelReglement van orde van de deelraad Nieuw-West
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 16

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-01-201224-05-2012Wijziging van de artikelen 27 lid 1, schrappen van artikel 17 lid 2 tot en met lid 7, wijzigen van artikel 28, schrappen artikel 28 lid 3 tot en met 8

 

Westerpost, 25 januari 2012

2011/Raadint/161
08-12-201101-12-201101-01-2012nieuwe regeling

08-12-2011

Westerpost, 7 december 2011

2011/Rint/151

Tekst van de regeling

Reglement van orde van de deelraad Nieuw-West

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • Deelraad

    De deelraad van Nieuw-West

  • Deelraadsleden

    De leden van de deelraad Nieuw-West

  • Open Huis

    Tijdens het Open Huis krijgen burgers en maatschappelijke instellingen de gelegenheid om zaken die hen interesseren en/of bezighouden onder de aandacht van de deelraadsleden te brengen.

  • Raadscommissievergadering

    Vergadering bedoeld ter voorbereiding van de raadsvergadering, en bespreking van onderwerpen die niet naar de raad gaan.

  • Voorzitter

    De voorzitter van de deelraadsvergadering of diens vervanger.

  • Vice-voorzitter

    De plaatsvervangend voorzitter.

  • Griffier

    De secretaris van de deelraad of diens vervanger.

  • Loco-griffier

    De plaatsvervangend griffier.

  • Commissievoorzitter

    Het deelraadslid dat een oriënterende  of meningvormende raadscommissie (vergadering) voorzit.

  • Commissiegriffier

    De secretaris van de raadscommissie(vergadering).

  • Buitengewoon commissielid

    Een door de deelraad als zodanig benoemd lid van een fractie van de deelraad, dat voorkomt op de kandidatenlijst, niet zijnde een raadslid.

  • Vierhoeksoverleg

    Het vierhoeksoverleg vindt plaats tussen de voorzitter van de deelraad, de griffier, de stadsdeelvoorzitter en de stadsdeelsecretaris.

  • Amendement

    Schriftelijk voorstel tot wijziging van een conceptbesluit, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen.

  • Subamendement

    Schriftelijk voorstel tot wijziging van een amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement waarop het betrekking heeft.

  • Motie

    Korte en gemotiveerde schriftelijke verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken, doorgaans zonder dat daaraan rechtsgevolgen zijn verbonden.

  • Voorstel van orde

    Voorstel betreffende de orde van de vergadering.

  • Interpellatiedebat

    Het recht van een deelraadslid om tijdens de besluitvormingsfase over een niet geagendeerd onderwerp een debat aan te gaan met het dagelijks bestuur.

  • Initiatiefvoorstel

    Een schriftelijk voorstel van één of meerdere deelraadsleden, dat zo spoedig mogelijk op de agenda van de vergadering van de deelraad wordt geplaatst.

  • Gewogen meerderheid

    Meerderheid die is gebaseerd op het aantal zetels dat de deelnemers aan de stemming met hun fractie vertegenwoordigen.

Artikel 2 De voorzitter van de deelraad
  • 1. De deelraad benoemt uit zijn midden de voorzitter.

  • 2. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van het reglement van orde;

    • d.

      het bewaken van het vergaderstelsel van de deelraad;

    • e.

      wat de gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.

  • 3. De voorzitter verleent het woord in het debat, let op de tijd, formuleert de conclusies, vat zo nodig het gesprokene samen, leidt de stemmingen en deelt de uitslag van de stemmingen mee.

  • 4. De voorzitter neemt deel aan het vierhoeksoverleg.

  • 5. Bij afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door de vice-voorzitter.

  • 6. Bij de aanvang van een nieuwe raadsperiode treedt het langstzittende lid als voorzitter van de vergadering op, of een ander lid dat de deelraad hiertoe benoemt, totdat de deelraad een nieuwe voorzitter heeft gekozen.

Artikel 3 De vice-voorzitter
  • 1. De deelraad heeft een vice-voorzitter, welke uit de deelraadsleden is gekozen.

  • 2. De vice-voorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid.

  • 3. De vice-voorzitter heeft hetzelfde takenpakket als de voorzitter met dien verstande dat de aansturing van de griffier altijd na raadpleging van de agendacommissie geschiedt.

Artikel 4 De griffier
  • 1. De griffier is in elke vergadering van de deelraad aanwezig.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door de locogriffier.

  • 3. De griffier kan, daartoe door de voorzitter uitgenodigd, aan de beraadslagingen zoals bedoeld in dit reglement deelnemen.

Artikel 5 De agendacommissie
  • 1. De deelraad heeft een agendacommissie

  • 2. De agendacommissie bestaat uit de voorzitter van de deelraad, de vice-voorzitter en de voorzitters van de raadscommissies aangevuld met (indien gewenst door die fractie) vertegenwoordigers van fracties die geen voorzitters leveren.

  • 3. De agendacommissie is belast met het opstellen van de agenda van de deelraads- en commissievergaderingen, en andere werkzaamheden die verband houden met de vergaderingen van de deelraad.

  • 4 Deze andere werkzaamheden omvatten in elk geval het doen van voorstellen over:

    • a.

      het vergaderschema van de deelraad;

    • b.

      sturing geven aan de termijnagenda ten behoeve van de bewaking van de agenda van de deelraad;

    • c.

      de wijze van behandeling van grote onderwerpen en thema's;

    • d.

      het aanwijzen van onderwerpen die voor debat in de deelraad in aanmerking komen;

    • e.

      het implementeren van vergaderafspraken;

    • f.

      het initiëren van werkbezoeken en themabijeenkomsten;

    • g.

      het organiseren van conferenties en scholingsbijeenkomsten van de deelraad.

  • 5. De griffier of diens plaatsvervanger is in elke vergadering van de agendacommissie aanwezig.

  • 6. De agendacommissie draagt de eindverantwoordelijkheid voor de aansturing en het functioneren van de griffier, met dien verstande dat de voorzitter van de deelraad door de agendacommissie gemachtigd wordt.

Artikel 6 Spreektijden

De deelraad van Nieuw-West vergadert in de raadscommissie- en deelraadsvergaderingen met een spreektijdregeling (zie bijlage).

Artikel 7 Geluids- en beeldopnamen

Van de vergaderingen worden geluids- en beeldopnamen gemaakt.

Hoofdstuk 2 Toelating van de deelraadsleden; benoeming leden van het dagelijks bestuur; fracties; ondersteuning

Artikel 8 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming leden van het dagelijks bestuur
  • 1. Het onderzoek van de geloofsbrieven, als bedoeld in artikel V4 van de Kieswet, en de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden geschiedt door een commissie, bestaande uit drie deelraadsleden, daartoe steeds op voordracht van de voorzitter door de deelraad te benoemen.

  • 2. De commissie brengt na gedaan onderzoek van de geloofsbrieven en de andere bij de Kieswet vereiste stukken en van de eventuele bezwaarschriften verslag uit aan de vergadering en doet daarbij een voorstel tot het nemen van een besluit. Ook van een minderheidsstandpunt wordt melding gemaakt.

  • 3. De voorzitter roept een toegelaten lid op om in de eerste vergadering waarin hij zijn betrekking volgens de Gemeentewet kan aanvaarden, de in artikel 14 van de Gemeentewet voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 4. Bij de benoeming van een lid van het dagelijks bestuur onderzoekt dezelfde commissie als bedoeld in het eerste lid of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. De werkwijze van de commissie is overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid.

Artikel 9 Fracties
  • 1. De leden van de deelraad die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de eerste vergadering als één fractie beschouwd.

  • 2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de deelraad deze aanduiding als naam, of een afkorting daarvan. Als er geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de deelraad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de deelraad wil voeren.

  • 3. De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger zullen optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4. Als één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden of twee of meer fracties als één fractie gaan opereren, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter, met vermelding van de naam van de nieuwe fractie(s).

  • 5. Met de onder lid 4 beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerst volgende vergadering van de deelraad na de mededeling daarvan.

  • 6. Als de fractie geen vertegenwoordigers meer in de deelraad heeft, houdt de fractie op te bestaan. Er kunnen dan namens deze fractie ook geen buitengewoon commissieleden meer zijn.

Artikel 10 Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning
  • 1. De deelraad en individuele deelraadsleden hebben recht op ambtelijke bijstand.

  • 2. Fracties in de deelraad hebben recht op ondersteuning.

  • 3. De verlening van ambtelijke bijstand en fractieondersteuning wordt geregeld in een afzonderlijke door de deelraad vast te stellen regeling voor ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.

Hoofdstuk 3 Tijd van vergaderen, voorbereidingen

Artikel 11 Tijd en plaats van vergaderen
  • 1. De deelraad en raadscommissies vergaderen in beginsel op woensdagen vanaf 19.30 uur in het stadsdeelkantoor. Het Open Huis vindt plaats voorafgaand aan de reguliere commissievergaderingen en vangt aan om 19.00 uur.

  • 2. De voorzitter kan in bijzondere gevallen, horende de agendacommissie, een extra vergadering inlassen en/of een ander aanvangsuur of een andere vergaderplaats aanwijzen.

Artikel 12 Oproep: agenda, vergaderstukken en openbare kennisgeving
  • 1. De leden van de deelraad en de buitengewoon commissieleden worden schriftelijk opgeroepen tot het bijwonen van raads-en commissievergaderingen. De oproep wordt, behalve in gevallen als bedoeld in artikel 20, tweede lid Gemeentewet, in de regel 12 dagen voor het houden van de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 2. De vergaderstukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de deelraadsleden en buitengewoon commissieleden verzonden.

  • 3. De openbare kennisgeving vermeldt in elk geval:

    • a.

      datum, tijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar de agenda en de bijbehorende stukken kunnen worden ingezien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van spreekrecht voor burgers als bedoeld in artikel 19 van dit reglement.

  • 4. Stukken bij voorstellen waarop (geheel of gedeeltelijk) geheimhouding is opgelegd ingevolge artikel 25 lid 1 en lid 2 van de Gemeentewet, worden als zodanig gewaarmerkt en in een gesloten envelop tezamen met de overige stukken aan de leden gezonden.

  • 5. De voorzitter kan na het verzenden van de oproepingsbrief zo nodig een aanvullende agenda doen uitgaan. De daarop vermelde voorstellen worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
  • 1. De stukken, die dienen ter toelichting van de raadsvoorstellen, worden gelijktijdig met het verzenden van de voorstellen voor de leden ter inzage gelegd. Indien ná dit tijdstip stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk mag niet buiten het stadsdeelkantoor worden gebracht.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, blijven stukken ter inzage, waarop geheimhouding is opgelegd, zoals bedoeld in artikel 25, lid 1 en lid 2 van de Gemeentewet, bij de griffier, die de leden van de deelraad en de buitengewoon commissieleden inzage verleent.

Hoofdstuk 4 Raadscommissievergaderingen

Artikel 14 Raadscommissies
  • 1. De deelraad stelt raadscommissies in conform artikel 82 Gemeentewet. Van deze raadscommissies zijn alle deelraads- en buitengewoon commissieleden lid.

  • 2. In de commissies is er ruimte voor vragen en/of discussie over commissiegebonden actualiteiten. De voorzitter oordeelt over de actualiteit.

  • 3. De commissies vergaderen met een agenda waarop te zien is of een onderwerp op een later tijdstip ook in de raad zal worden geagendeerd. Als dat het geval is, wordt aangegeven welke commissiebehandeling aan de orde is: oriënterend of meningvormend.

  • 4. Als het bij 13.3 genoemde niet het geval is, wordt op de agenda aangegeven dat het onderwerp alleen in de commissie wordt behandeld. Hierbij wordt aangegeven wat het doel van de bespreking is.

  • 5. Het Open Huis vindt plaats in de raadzaal voorafgaand aan reguliere commissievergaderingen. Het Open Huis biedt gelegenheid voor bewoners en anderen om een presentatie of informatie te geven aan de raadsleden en op informele wijze met hen in contact te komen. Degenen die hier een presentatie of informatie willen geven dienen zich uiterlijk 1 week van tevoren te melden bij de griffier.

Artikel 15 Buitengewoon commissieleden
  • 1. Buitengewoon commissieleden zijn leden van een fractie die wel op de kandidatenlijst staan van de laatst gehouden deelraadsverkiezingen, maar geen raadslid zijn.

  • 2. Een fractie mag maximaal vijf buitengewoon commissieleden benoemen.

  • 3. De buitengewoon commissieleden leggen bij hun benoeming de eed of belofte en verklaring af.

  • 4. De buitengewoon commissieleden kunnen als vertegenwoordiger van hun fractie deelnemen aan de raadscommissievergaderingen.

  • 5. De buitengewoon commissieleden krijgen toegang tot alle beschikbare informatie over de geagendeerde onderwerpen.

  • 6. De gedragscode voor de leden van de deelraad is ook van toepassing op de buitengewoon commissieleden.

Artikel 16 Commissievoorzitter en commissiegriffier
  • 1. De deelraad benoemt uit zijn midden de voorzitters van de raadscommissies. De agendacommissie wijst per commissievergadering de voorzitter aan.

  • 2. De deelraad kan competentie-eisen voor de voorzitters vaststellen.

  • 3. De taken van de commissievoorzitter zijn dezelfde als genoemd in artikel 2, lid 2 en 3, echter met uitzondering van 2d.

  • 4. De voorzitter van een commissievergadering wordt terzijde gestaan door de commissiegriffier. Op uitnodiging van de voorzitter kan de commissiegriffier deelnemen aan de bespreking.

Artikel 17 Verslaglegging
  • 1. De griffier draagt zorg een presentielijst en een afsprakenlijst voor de commissievergadering

Artikel 18 Spreekrecht burgers
  • 1. Tijdens de commissievergaderingen kunnen burgers die zich hebben aangemeld over geagendeerde onderwerpen spreken. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 12 uur bij de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 2. Bij oriënterend geagendeerde onderwerpen en bij onderwerpen die verder niet in de raad worden besproken (zie 14.3 en 14.4) kunnen burgers aan de vergadertafel aan de bespreking deelnemen. Zij krijgen desgevraagd als eerste het woord en kunnen daarna door hun hand op te steken tijdens de bespreking wederom het woord vragen.

  • 3. Bij meningvormend geagendeerde onderwerpen kunnen aangemelde burgers gezamenlijk gedurende maximaal 30 minuten de commissie toespreken. Elke spreker krijgt maximaal 5 minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

Artikel 19 Afwijkende agendering
  • 1. De agendacommissie kan onderwerpen met groot politiek belang aanwijzen. Deze onderwerpen worden niet behandeld in een parallelle vergadering.

  • 2. De agendacommissie kan beslissen onderwerpen binnen één vergadering zowel oriënterend als meningvormend te bespreken. Bij wijze van uitzondering kan het dagelijks bestuur een dergelijk verzoek doen. De agendacommissie zal hierover beslissen.

Artikel 20 De Samenstelling en werkwijze
  • 1. Alle deelraads- en buitengewoon commissieleden kunnen aan de commissievergaderingen deelnemen, evenals het dagelijks bestuur en deskundigen. Het verantwoordelijke lid van het dagelijks bestuur kan zich ambtelijk laten bijstaan.

  • 2. Een fractie neemt met maximaal twee fractieleden aan de besprekingen deel. Er kan per onderwerp gewisseld worden.

  • 3. De voorzitter kan deskundigen uitnodigen aan de bespreking deel te nemen.

  • 4. Bij een oriënterende agendering is de interactie tussen commissieleden, dagelijks bestuur en burgers hoofdzaak. De commissie bevraagt het dagelijks bestuur en debateert met het dagelijks bestuur. In beginsel is er geen ruimte voor debat tussen fracties onderling.

  • 5. Bij een meningvormende agendering is het debat tussen de commissieleden onderling hoofdzaak. Er is in beginsel geen ruimte voor het bevragen van het dagelijks bestuur.

  • 6. De meningvormende behandeling van majeure onderwerpen kan op voorstel van de agendacommissie direct in de raad geagendeerd worden.

  • 7. De voorzitter leidt de bevragingen en debatten en concludeert of een onderwerp afdoende is behandeld.

  • 8. Een onderwerp dat oriënterend is behandeld, wordt in een volgende commissie meningvormend geagendeerd. Een eerste keer kan dit worden tegengehouden door twee fracties, de tweede keer door een gewogen meerderheid.

  • 9. Tussen de oriënterende en de meningvormende agendering zit gewoonlijk tenminste één week.

  • 10. De behandeling van een onderwerp zowel oriënterend als meningvormend op één avond is mogelijk op voorstel van de agendacommissie, of bij unanimiteit van de commissie.

  • 11. Na een meningvormende agendering in de commissie volgt agendering in de raad. Dit kan alleen door een gewogen meerderheid worden tegengehouden.

Artikel 21 De orde van de vergadering en openbaarheid en beslotenheid

De bepalingen betreffende de orde van de vergadering en de openbaarheid en beslotenheid zijn in de commissievergadering dezelfde als die tijdens de raadsvergadering, behoudens hetgeen daarover in dit hoofdstuk anders is geregeld.

Hoofdstuk 5 Deelraadvergadering

§ 5.1 Orde der vergadering

Artikel 22 Presentielijst

leder lid dat aan de vergadering deelneemt tekent de presentielijst. Aan het einde van de vergadering wordt deze door voorzitter en griffier ondertekend.

Artikel 23 Opening vergadering, quorum
  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur en controleert of het vereiste aantal leden (tenminste de helft van het totaal aantal leden) volgens de presentielijst aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is kan de vergadering geen voortgang hebben. De voorzitter bepaalt, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering.

Artikel 24 Vaststellen van de agenda
  • 1. De deelraad kan besluiten de volgorde van behandeling van de voorstellen te wijzigen.

  • 2. Bij uitzondering kan de deelraad op voorstel van een lid van de deelraad of de voorzitter een punt aan de agenda toevoegen, dan wel schrappen.

Artikel 25 Insprekers
  • 1. Tijdens de raadvergadering kunnen burgers die zich hebben aangemeld over niet geagendeerde onderwerpen spreken.

  • 2. Degene die van het spreekrecht gebruik willen maken, meldt dit uiterlijk op de dag van de vergadering voor 12.00 uur bij de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres, telefoonnummer en het onderwerp waarover hij wil inspreken.

  • 3. Het woord kan niet gevoerd worden over;

    • een besluit van het stadsdeelbestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.

Artikel 26 Actualiteitenkwartier
  • 1. Er is ruimte voor het doen van mededelingen of het stellen van vragen. Hiervoor zijn maximaal 15 minuten beschikbaar.

  • 2. De mededelingen en vragen betreffen alleen onderwerpen die op dat moment actueel en politiek relevant zijn. De voorzitter beslist hierover.

  • 3. Vragen en mededelingen worden voorgelegd aan de voorzitter. De voorzitter beoordeelt de relevantie en legt aan de deelraad voor of de vraag of mededeling een plaats krijgt bij agendapunt ‘actualiteit'.

  • 4. Zowel leden van het dagelijks bestuur als deelraadsleden kunnen van het agendapunt ‘actualiteit' gebruik maken.

Artikel 27 Ingekomen stukken
  • 1. De griffier doet een voorstel voor de afhandeling van de ingekomen stukken die aan de deelraad zijn gericht.

  • 2. Over de ingekomen stukken kan slechts het woord worden gevoerd ten aanzien van voorgestelde behandeling.

  • 3. Een lid van de deelraad kan een ingekomen stuk voordragen ter agendering in een raadscommissie. De agendacommissie bepaalt wanneer het betreffende stuk op de agenda komt.

  • 4. Een lid van de deelraad heeft het recht om, wanneer afhandeling is opgedragen aan het dagelijks bestuur, een kopie te vragen van de afhandeling.

Artikel 28 Verslaglegging
  • 1. De griffier draagt zorg voor de presentielijst en een besluitenlijst.

  • 2. De besluitenlijst wordt in principe binnen drie dagen digitaal aan de leden van de deelraad toegezonden en gepubliceerd in zowel de plaatselijke krant als op de website van stadsdeel Nieuw-West via het raadsinformatiesysteem.

Artikel 29 Spreekrecht
  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen alle aanwezige deelraadsleden het woord voeren.

  • 2. De leden van het dagelijks bestuur kunnen tijdens de vergaderingen van de deelraad aanwezig zijn. Zij nemen op uitnodiging van de voorzitter deel aan de beraadslaging.

  • 3. De deelraad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de deelraad, leden van het dagelijks bestuur en de griffier deelnemen aan de beraadslaging.

  • 4. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de deelraad genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 30 Spreekregels
  • 1. In de besluitvorming gaat het debat alleen over ingediende moties en amendementen, behoudens de gevallen waarin vanwege artikel 5 lid 4d een onderwerp is geagendeerd of een lid van de deelraad gebruik maakt van het recht op een interpellatiedebat.

  • 2. Iedereen spreekt vanaf zijn plaats en richt zich tot de voorzitter.

  • 3. Niemand voert het woord zonder dit van de voorzitter, al dan niet op verzoek, verkregen te hebben.

  • 4. De voorzitter leidt de bespreking. Slechts bij uitzondering spreekt de deelraad in termijnen. De voorzitter trekt uit de bespreking een voorlopige conclusie en bepaalt of tot stemming kan worden overgegaan.

  • 5. Een lid krijgt terstond het woord wanneer het gaat om een persoonlijk feit of het indienen van een voorstel van orde.

Artikel 31 Handhaving van de orde; schorsing
  • 1. Wanneer de voorzitter dat verzoekt, zijn de leden verplicht hun zitplaatsen in te nemen.

  • 2. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan de bepalingen van dit reglement te herinneren. Interrupties zijn toegestaan, tenzij de voorzitter beslist dat de spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter roept een lid van de deelraad tot de orde wanneer deze zich uitdrukt in beledigende of onbetamelijke termen, afwijkt van het onderwerp of een spreker herhaaldelijk interrumpeert. De voorzitter stelt het deelraadslid vervolgens in de gelegenheid de woorden of gedrag die tot deze vermaning aanleiding hebben gegeven terug te nemen.

  • 5. Als het lid van de deelraad zijn woorden of gedrag niet terugneemt, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 6. Als het lid van de deelraad doorgaat met het verstoren van de orde, ontneemt de voorzitter hem het woord. Hierbij is beroep op de deelraad niet toegelaten.

  • 7. De voorzitter kan de deelraad voorstellen een lid van de deelraad de toegang tot de vergadering te ontzeggen, wanneer hij door gedragingen of uitlatingen, zoals omschreven in lid 4 van dit artikel, de orde verstoort. Voor de eerste maal geldt dit voor de dag waarop het besluit genomen wordt en bij herhaling geldt dit voor een bepaalde tijd, maar maximaal voor vijf vergaderingen. Over een dergelijk voorstel wordt niet beraadslaagd. Bij aanneming van het voorstel moet het lid van de deelraad de vergadering onmiddellijk verlaten. Bij weigering laat de voorzitter hem verwijderen. Wanneer een lid van de deelraad de toegang tot de vergadering is ontzegd, wordt hij van de presentielijst afgevoerd.

  • 8. De voorzitter is bevoegd de gedeelten van het besprokene die geleid hebben tot het vermanen of het ontnemen van het woord van een spreker, buiten de notulen te houden. Alvorens hiertoe over te gaan, pleegt hij overleg met een door hem voor dit geval ingestelde commissie uit de deelraad, bestaande uit drie leden.

  • 9. Onder beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen wordt in ieder geval begrepen uitingen of uitlatingen met een racistisch, seksistisch of anderszins discriminatoir karakter.

  • 10. De voorzitter kan de vergadering schorsen wanneer een lid van de deelraad of van het dagelijks bestuur daartoe, gelet op de beraadslagingen, een verzoek doet. Bij een dergelijk verzoek wordt de tijdsduur van de schorsing, maximaal 30 minuten, aangegeven. Na het verstrijken van de voor de schorsing gestelde tijdsduur heropent de voorzitter de vergadering, waarna direct een hernieuwde schorsing kan worden aangevraagd. Deze mag ten hoogste 15 minuten bedragen. Degene die de schorsing heeft aangevraagd krijgt na heropening als eerste het woord.

  • 11. De beraadslagingen over een onderwerp kunnen drie maal door een aangevraagde schorsing worden onderbroken.

§ 5.2 Procedures bij stemmingen

Artikel 32 Stemming over zaken
  • 1. Na het sluiten van de beraadslagingen en voordat de deelraad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem te motiveren door middel van een stemverklaring.

  • 2. Na het sluiten van de beraadslaging of als niemand het woord verlangt, brengt de voorzitter het voorstel tot besluitvorming.

  • 3. De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Als er geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.

  • 4. De in de vergadering aanwezige leden kunnen zich van stemming onthouden door de vergaderzaal te verlaten.

  • 5. Als door één of meer leden van de deelraad stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling. Stemming geschiedt bij handopsteken, tenzij één der leden van de deelraad stemming bij hoofdelijke oproeping vraagt; in dat geval vindt hoofdelijke oproeping plaats.

  • 6. Een lid van de deelraad, dat bij de aanvang van een stemming de presentielijst niet heeft getekend, neemt aan de stemming niet deel.

  • 7. Als er op een voorstel amendementen zijn ingediend, besluit de deelraad eerst over deze amendementen en vervolgens over het voorstel als geheel. Voor amendementen geldt dat het meest verstrekkende het eerst in stemming wordt gebracht. Eventuele moties naar aanleiding van eht betreffende voorstel worden na het voorstel in stemming gebracht, tenzij de raad besluit om een motie voor het voorstel in stemming te brengen. Op verzoek van de indiener legt de voorzitter dit aan de deelraad voro middels een ordevoorstel.

  • 8. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens de mededeling van het genomen besluit.

  • 9. Bij staking van de stemmen is het bepaalde in artikel 32 van de Gemeentewet van toepassing.

Artikel 33 Hoofdelijke stemming
  • 1. Vóór iedere te houden hoofdelijke stemming wordt door loting bepaald, welk lid het eerste zijn stem uitbrengt. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.

  • 2. De in het voorgaande lid bedoelde loting heeft plaats op een door de voorzitter te bepalen wijze.

  • 3. De voorzitter of de griffier roept de leden van de deelraad bij naam op om hun stem uit te brengen, beginnende bij het lid dat daarvoor overeenkomstig het eerste lid van dit artikel van dit reglement is aangewezen.

  • 4. Bij hoofdelijke stemming is ieder bij de vergadering aanwezig lid van de deelraad, dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden volgens artikel 28, eerste lid van de Gemeentewet, verplicht zijn stem uit te brengen.

  • 5. De leden van de deelraad brengen hun stem uit door het woord ‘voor' of ‘tegen' uit te spreken zonder enige toevoeging. Heeft een lid van de deelraad zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid van de deelraad zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening in de notulen vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.

Artikel 34 Stemming over personen
  • 1. Wanneer voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling een stemming over personen moet plaatshebben, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau met één lid als voorzitter van het stembureau.

  • 2. leder ter vergadering aanwezig lid van de deelraad dat zich niet op grond van artikel 28 van de Gemeentewet van stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn, en tweemaal gevouwen worden ingeleverd.

  • 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De vergadering kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje. Stemmingen over benoeming van leden van het dagelijks bestuur zijn daarvan uitgezonderd.

  • 4. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden van de deelraad dat ingevolge het tweede lid van dit artikel verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 5. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden van de deelraad die geen behoorlijk ingevuld stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:

    • Een blanco stembriefje;

    • Een ondertekend stembriefje;

    • Een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.

  • 6. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist het stembureau op voorstel van de voorzitter van het stembureau.

  • 7. Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Artikel 35 Herstemming over personen
  • 1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd (herstemming). Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke personen de derde stemming plaats heeft.

  • 3. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.

Artikel 36 Nietigheid

Als de deelraad beslist dat bij enige stemming zich een onregelmatigheid heeft voorgedaan, die van invloed heeft kunnen zijn voor de bepaling van de uitslag, is de stemming nietig. In dat geval vindt terstond een nieuwe stemming plaats.

Hoofdstuk 6 Rechten van leden

Artikel 37 Amendementen
  • 1. leder lid van de deelraad dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd tijdens de beraadslaging wijzigingen op het voorliggende besluit in te dienen. Ook kan hij voorstellen het voorgestelde besluit in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden.

  • 2. Ieder lid van de deelraad dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid van de deelraad is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).

  • 3. Elk (sub-)amendement moet schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend voorzien van tenminste één handtekening, tenzij de voorzitter met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde oordeelt dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 4. Een (sub-)amendement dient zodanig te zijn geformuleerd dat de tekst ervan geschikt is om in het besluit te worden verwerkt.

  • 5. Intrekking, door de indiener(s), van het (sub-)amendement is te allen tijde mogelijk voordat de besluitvorming heeft plaatsgevonden.

Artikel 38 Moties
  • 1. Ieder lid van de deelraad kan ter vergadering een motie indienen.

  • 2. Een motie moet schriftelijk voorzien van tenminste één handtekening bij de voorzitter worden ingediend.

  • 3. De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp plaats.

  • 4. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld, tenzij de deelraad anders beslist.

  • 5. Indien het dagelijks bestuur geen uitvoering geeft aan een door de deelraad aangenomen motie wordt hiervan onder opgave van reden mededeling gedaan aan de deelraad.

  • 6. Twee keer per jaar komen openstaande moties aan de orde in de relevante commissie.

Artikel 39 Voorstellen van orde
  • 1. De voorzitter en ieder lid van de deelraad kan tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de deelraad terstond.

Artikel 40 Voorstellen van het dagelijks bestuur

Als de deelraad een voorstel van het dagelijks bestuur voor herformulering of wijziging terugzendt naar het dagelijks bestuur, dan wordt het gewijzigde voorstel opnieuw eerst in de commissie geagendeerd.

Artikel 41 Initiatiefvoorstellen
  • 1. leder lid van de deelraad heeft het recht voorstellen aan de deelraad te doen. Een initiatiefvoorstel heeft dezelfde status als een voorstel van het dagelijks bestuur.

  • 2. Een voorstel kan te allen tijde door het deelraadslid dat het heeft ondertekend gewijzigd of ingetrokken worden. Als een voorstel door meer dan één deelraadslid is ondertekend, kan het slechts door de ondertekenaars gezamenlijk worden ingetrokken.

  • 3. Een medeondertekenaar van een voorstel is te allen tijde bevoegd zijn handtekening onder het voorstel terug te nemen.

  • 4. Voor het opstellen en eventueel uitwerken van een initiatiefvoorstel kan het deelraadslid een beroep doen op ambtelijke ondersteuning zoals bepaald in artikel 10 van dit reglement.

  • 5. Een initiatiefvoorstel moet schriftelijk bij de agendacommissie worden ingediend.

  • 6. Een spoedeisend initiatiefvoorstel, inhoudende het ontslag van een lid van het dagelijks bestuur, kan na instemming van de deelraad terstond aan de agenda van de deelraadsvergadering worden toegevoegd.

  • 7. De spreektijdregeling geldt niet voor het deelraadslid of de deelraadsleden die een initatiefvoorstel verdedigen in de commissie en de raad. Tijdens de verdediging van het voorstel krijgt (krijgen) de indiener resp. indieners, de plek gelijk een portefeuillehouder.

Artikel 42 Schriftelijke vragen
  • 1. leder lid van de deelraad kan aan het dagelijks bestuur schriftelijk vragen stellen.

  • 2. De vragen worden bij de griffier van de deelraad ingediend. De griffier draagt er zorg voor dat de voorzitter zo spoedig mogelijk kennis neemt van de schriftelijke vragen en dat de schriftelijke vragen geregistreerd worden.

  • 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats en in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Als beantwoording niet binnen deze termijn heeft plaatsgevonden kan de vragensteller verzoeken om mondelinge beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering.

  • 4. De schriftelijke antwoorden worden door het dagelijks bestuur aan de leden van de deelraad verzonden, waarbij de griffier een kopie ontvangt.

Artikel 43 Mondelinge vragen
  • 1. Een lid van de deelraad is bevoegd om aan het dagelijks bestuur mondeling een korte en duidelijk geformuleerde vraag te stellen tijdens de raadsvergadering.

  • 2. Een mondelinge vraag wordt geagendeerd, mits tenminste de dag voorafgaand aan de vergadering vóór 12.00 uur ingediend bij de griffier en de voorzitter.

  • 3. Het agendapunt ‘mondelinge vragen' wordt op de agenda geplaatst na de ingekomen stukken.

  • 4. Aan het begin van de vergadering maakt de voorzitter melding van de aangemelde onderwerpen van de vragen. De vragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

  • 5. Bij de behandeling van een mondelinge vraag geldt als eerste termijn het stellen van de vraag en het antwoord daarop van het dagelijks bestuur. De voorzitter bepaalt de duur van de spreektijd in de tweede termijn. Het stellen van korte aanvullende vragen over hetzelfde onderwerp door ieder ander lid is daarna toegestaan.

  • 6. Aan de behandeling van het agendapunt ‘mondelinge vragen' wordt een tijdslimiet van vijf minuten per vraag gesteld, met een totale maximum tijdsduur van 30 minuten, tenzij de deelraad middels een ordevoorstel anders besluit.

  • 7. Onderwerpen die aan het einde van de vastgestelde tijdslimiet nog niet aan de orde zijn gekomen, komen te vervallen. De indiener kan het onderwerp voor het agendapunt ‘mondelinge vragen' bij de eerstvolgende deelraadsvergadering opnieuw bij de voorzitter aanmelden.

Artikel 44 Interpellatiedebat
  • 1. Een deelraadslid kan bij de griffier en de voorzitter een verzoek indienen om in de eerstvolgende deelraadsvergadering met een lid van het dagelijks bestuur of met een ander deelraadslid in debat te gaan over een niet geagendeerd onderwerp.

  • 2. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt - behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen - tenminste de dag voorafgaand aan de vergadering vóór 12.00 uur ingediend.

  • 3. Het verzoek omvat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover het deelraadslid wil debatteren en zo mogelijk welke vragen hij aan de orde wil stellen.

  • 4. Indien het verzoek tot debat voorafgaand aan de raadsvergadering wordt gedaan, dan brengt de griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de deelraad en het dagelijks bestuur.

  • 5. Het interpellatiedebat wordt, indien een derde van de raad het voorstel steunt, gevoerd tijdens de deelraadsvergadering en nadat alle geagendeerde voorstellen zijn afgehandeld.

  • 6. Tijdens een interpellatiedebat zijn interrupties van andere leden van de deelraad toegestaan.

  • 7. De voorzitter bepaalt de lengte van het debat.

Hoofdstuk 7 Openbaarheid en beslotenheid

Artikel 45 Openbaarheid
  • 1. De vergaderingen van de deelraad zijn openbaar.

  • 2. Over een stuk waarop door de deelraad of het dagelijks bestuur geheimhouding is opgelegd, vergadert de deelraad in beslotenheid.

  • 3. De vergadering kan ook besloten worden verklaard als de voorzitter dit nodig oordeelt of op verzoek van tenminste een vijfde deel van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend.

Artikel 46 Geheimhouding
  • 1. Voorafgaand aan de besloten behandeling beslist de raadscommissie of deelraad of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De deelraad kan beslissen de geheimhouding op te heffen.

  • 2. In de eerstvolgende openbare vergadering beslist de deelraad of de geheimhouding over de stukken, die door het dagelijks bestuur of de voorzitter daarvan aan de deelraad zijn overlegd, wordt bekrachtigd of opgeheven.

  • 3. Het doen van mededelingen, indien nodig voor intern beraad, aan andere deelraadsleden of buitengewoon commissieleden over onderwerpen behandeld in een besloten vergadering, is geen schending van de geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 25 van de Gemeentewet.

Artikel 47 Besloten behandeling
  • 1. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 2. Het verslag van een besloten behandeling wordt in een gesloten envelop verspreid.

  • 3. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de deelraad een besluit over het al dan niet openbaar maken vandit verslag.

  • 4. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 48 Opheffen geheimhouding

Als de deelraad voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering daarmee overleg gevoerd.

Hoofdstuk 8 Ordeaanwijzingen voor alle aanwezigen

Artikel 49 Toehoorders en pers
  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen de openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers moeten zich op een betamelijke wijze gedragen. Hieronder wordt in ieder geval begrepen dat zij zich onthouden van uitlatingen als bedoeld in artikel 32 lid 9 van dit reglement. Indien zij zich niet aan de in dit reglement omschreven regels en/of aanwijzigingen van de voorzitter houden, kan de voorzitter hen uit de vergaderruimte laten verwijderen.

Artikel 50 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de deelraadsvergadering geluid- en/of beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. De voor het raadsinformatiesysteem van de deelraad gemaakte opnames vallen niet onder deze regeling.

Artikel 51 Gebruik van apparaten

Zonder toestemming van de voorzitter is tijdens vergaderingen het gebruik van overdadig geluid- of lichtproducerende apparaten niet toegestaan.

Artikel 52 Maatregelen van orde

Als de voorzitter dit nodig oordeelt, kan hij de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen ter handhaving van de orde op de publieke tribune.

Hoofdstuk 9 Slotbepaling

Artikel 53 Uitleg reglement

In die gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de deelraad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 54 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt, na bekendmaking, in werking op 1 december 2012