Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 29ste december 2000 tot instelling van een fonds waarin de opbrengsten verkregen uit vervreemding van aandelen die het Land in naamloze vennootschappen bezit worden gestort

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 29ste december 2000 tot instelling van een fonds waarin de opbrengsten verkregen uit vervreemding van aandelen die het Land in naamloze vennootschappen bezit worden gestort
CiteertitelBeschikking privatiseringsfonds
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Landsverordening bijzondere bevoegdheden regering (P.B. 2000, no. 66), artikel 2, eerste lid, aanhef, en onderdeel g,
  2. Comptabiliteitslandsverordening, artikel 41

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2000Nieuwe regeling

29-12-2000

P.B. 2000, no. 164

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 29ste december 2000 tot instelling van een fonds waarin de opbrengsten verkregen uit vervreemding van aandelen die het Land in naamloze vennootschappen bezit worden gestort

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • a.

    het Land: de openbare rechtspersoon de Nederlandse Antillen;

  • b.

    het Fonds: het Privatiseringsfonds, genoemd in artikel 2.

Artikel 2

Ingesteld wordt het Privatiseringsfonds.

Artikel 3

In het Fonds worden gestort de opbrengsten verkregen uit vervreemding van aandelen die het Land in naamloze vennootschappen bezit.

Artikel 4

De in het Fonds gestorte opbrengsten, bedoeld in artikel 3, worden uitsluitend aangewend

voor de volgende doeleinden in een percentage als telkens tussen haakjes aangegeven:

  • a.

    voor het aflossen van bestaande schulden van het Land (voor ten minste 40%);

  • b.

    voor het doen van investeringen ter bevordering van een duurzame economische ontwikkeling van het Land (tot ten hoogste 40%);

  • c.

    voor het doen van investeringen in opleiding en scholing en voor investeringen in de

verbetering van de infrastructuur op het gebied van de volksgezondheid (tot ten hoogste 20%).

Artikel 5

  • 1. Het Fonds wordt beheerd door de Minister van Financiën.

  • 2. Onder toezicht van de Minister van Financiën is de dagelijkse leiding van het Fonds opgedragen aan de Directeur van het Departement van Financiën.

Artikel 6

Deze ministeriële beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin zij geplaatst is.

TOELICHTING

behorende bij MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 29ste december 2000 tot instelling van een fonds waarin de opbrengsten verkregen uit vervreemding van aandelen die het Land in naamloze vennootschappen bezit worden gestort (Beschikking Privatiseringsfonds)

In het bij het Regeerakkoord 1999-2002 behorende Urgentieprogramma, alsmede in het kader van het laatstelijk in september 2000 met het IMF bereikte akkoord, is aangedrongen op de instelling van een fonds waarin de privatiseringsopbrengsten op landsniveau dienen te worden gestort. Onderhavige beschikking strekt daartoe.

Normaliter zou instelling van een zodanige begrotingsfonds op grond van artikel 41 van de Comptabiliteitslandsverordening (P.B. 1953, no.1) dienen te geschieden bij landsverordening. Gelet op de geboden urgentie, zulks in verband met het IMF bereikte akkoord, is dan ook om reden van spoedeisendheid er voor gekozen het fonds vooralsnog in te stellen bij ministeriële beschikking met algemene werking, zulks op basis van artikel 2, eerste lid, aanhef, en onderdeel g, van de Landsverordening bijzondere bevoegdheden regering (P.B. 2000, no. 66).

Voor privatisering zijn in aanmerking gebracht de volgende naamloze vennootschappen waarin het Land middels aandelen belang heeft: Air ALM N.V., WEB Bonaire N.V., Bonaire Werf- en Jachthaven N.V., UTS N.V., Post N.V., Winair N.V., GEBE Sint Maarten N.V.

Met de instelling van het fonds wordt beoogd de financiële opbrengsten terzake van de afstoting van aandelen af te zonderen van de algemene middelen. De regering wenst de opbrengsten van de privatiseringen immers direct en gericht te bestemmen voor een drietal doeleinden, t.w.

  • a.

    aflossing van bestaande schulden van het Land (min. 40%). Dit zal immers de rentelasten die op de begroting drukken doen verminderen;

  • b.

    stimulering van de nationale economie door het doen van investeringen ter bevordering van een duurzame economische ontwikkeling van het Land (max. 40%);

  • c.

    het doen van investeringen in opleiding en scholing (“human capital”) en verbetering van de infrastructuur op het gebied van de volksgezondheid (max. 20%).

Het fonds wordt beheerd door de Minister van Financiën. De dagelijkse leiding is opgedragen aan de Directeur van het Departement van Financiën.

Financiële consequenties:

De budgettaire effecten van het instellen van het Fonds heeft directe en indirecte gevolgen voor de financiën van de centrale overheid.

Directe gevolgen:

De directe gevolgen zijn in te delen in twee categorieën, t.w. incidentele en structurele.

Wat betreft de directe gevolgen van incidentele aard kan het volgende worden opgemerkt. De privatisering van overheidsbedrijven leidt tot een eenmalige inkomst voor de centrale overheid. Daar deze middelen worden afgezonderd van de algemene middelen en deels worden aangewend voor het aflossen van (een deel van) de bestaande schulden, wordt op deze manier derhalve deels voorzien in de financieringsbehoefte. De financieringsbehoefte is de som van het operationele saldo van de overheid vermeerderd met de aflossingen in het lopende jaar.

Aangaande de directe gevolgen met een structureel karakter geldt het volgende. Doordat een gedeelte (40%) van de middelen van het Fonds wordt aangewend om (een deel van) de bestaande schulden af te lossen, nemen de rentelasten en derhalve het begrotingstekort af met een bedrag gelijk aan de rentelasten op de afgeloste schulden. Dit zal deels dienen ter compensatie van de derving aan opbrengsten uit dividenden door het privatiseren van deze bedrijven. Dit betreft uitsluitend UTS N.V. waar regulier een jaarlijks bedrag van ANG 1,0 mln. aan dividenden van wordt verwacht. Aan de andere kant zullen de subsidielasten van de overheid verminderen uit hoofde van de privatisering van Air ALM N.V. en Winair N.V. In De deze gevallen zal de allocatie van 40% van de privatiseringsopbrengsten aan de aflossing van bestaande schulden van de overheid dit budgettair voordeel vergroten.

Indirecte gevolgen:

De privatisering van overheidsbedrijven heeft als primair doel oneigenlijke taken af te stoten zodat de overheid zich kan concentreren op haar kerntaken. Daarnaast zal de privatisering van overheidsbedrijven op de middenlange termijn positieve gevolgen hebben voor de economische ontwikkeling:

? De privatisering van overheidsbedrijven verruimt de investeringsmogelijkheden in de Nederlandse Antillen hetgeen derhalve het investeringsklimaat bevordert;

? Daarnaast wordt het groeipotentieel van de sectoren waarin deze bedrijven actief zijn gestimuleerd daar middelen uit de particuliere sector naar deze sectoren worden gekanaliseerd waar in de publieke sector onvoldoende ruimte voor is;

? Doordat deze bedrijven marktconform moeten functioneren bevordert dit niet alleen de efficiëntie binnen deze bedrijven doch wordt daarmee de efficiëntie en derhalve het concurrentievermogen van de Nederlandse Antillen bevorderd.

Deze ontwikkeling leidt dan op termijn tot meer economische bedrijvigheid hetgeen meerinkomsten voor de overheid zal kunnen betekenen.