Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT van de 19de november 2007, no. 16, ter uitvoering van artikel 39a, tweede lid, tweede volzin, van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT van de 19de november 2007, no. 16, ter uitvoering van artikel 39a, tweede lid, tweede volzin, van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen
CiteertitelAlgemeen machtigingslandsbesluit zelfstandig budgetbeheer
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Staatsregeling van de Nederlandse Antillen alsmede op de Comptabiliteitslandsverordening (P.B. 1953, no. 1), artikel 39a, tweede lid, tweede volzin

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-2007Nieuwe regeling

19-11-2007

P.B. 2007, no. 99

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT van de 19de november 2007, no. 16, ter uitvoering van artikel 39a, tweede lid, tweede volzin, van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen

Artikel 1

  • 1.

    Elke minister wordt gemachtigd ten aanzien van het aan diens verantwoordelijkheid toevertrouwd ministerie als bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Landsverordening Organisatie Landsoverheid (P.B. 2001, no. 75), de openbare rechtspersoon de Nederlandse Antillen te vertegenwoordigen en zonodig daarmee samenhangende overeenkomsten te ondertekenen, ten laste van en in overeenstemming met de begroting van de Nederlandse Antillen ter zake van de volgende onderwerpen:

    • a.

      de huur en lease van kantoorapparatuur, gebouwen en vervoerswagens;

    • b.

      het aangaan van verplichtingen betreffende:

  • 1.

    reis- en verblijfskosten;

  • 2.

    elektra;

  • 3.

    water;

  • 4.

    telefoonvoorzieningen;

  • 5.

    vervoerskostenvergoeding;

  • 6.

    maaltijdvergoeding;

  • 7.

    brandstofkosten;

  • 8.

    porto en vrachtkosten;

  • 9.

    abonnementen lectuur;

  • 10.

    schrijf en kantoorbenodigdheden;

  • 11.

    plaatsing van advertenties en persberichten;

  • 12.

    druk- en bindwerk;

  • 13.

    kosten uit- en terugzending overheidspersoneel;

  • 14.

    specifieke kosten orde en rust;

  • 15.

    specifieke kosten gevangenis;

  • 16.

    verpleegkosten;

  • 17.

    de aanschaf van:

1°. dienstkleding;

2°. huishoudelijke artikelen;

3°. computer hard- en sofware;

4°. overige computerbenodigdheden;

5°. voedingsmiddelen;

6°. verband en geneesmiddelen;

7°. huishoudelijke artikelen;

8°. kantoormeubilair;

9°. kleine inventarisgoederen;

10°. telefoon en faxapparatuur;

11°. aircoapparatuur;

    • c.

      subsidies;

    • d.

      dienstverlening betreffende schoonmaak, bewaking en beveiliging van overheidsgebouwen;

    • e.

      inschakeling van uitzendkrachten en consultants;

    • f.

      verzekering van eigendommen van de openbare rechtspersoon de Nederlandse Antillen;

    • g.

      onderhoud betreffende gebouwen, dienstwagens, airco’s, liften, brandblusapparaten, computerapparatuur en –programmatuur en overige geautomatiseerde of mechanische apparatuur;

    • h.

      licentierechten software.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de Voorzitter van de Algemene Rekenkamer voor zover het betreft de artikelen van de Algemene Rekenkamer in de begroting van de Nederlandse Antillen.

  • 3.

    De minister, bedoeld in het eerste lid, en de Voorzitter van de Algemene Rekenkamer, bedoeld in het tweede lid, kunnen hun bij dit artikel toegekende vertegenwoordigingsbevoegdheid mandateren:

    • a.

      voor wat betreft een minister: aan de directeur van een directie als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Landsverordening Organisatie Landsoverheid en een coördinator en een hoofd van een uitvoerende dienst als bedoeld in artikel 16 van genoemde landsverordening of een andere ingevolge artikel 17 van het Comptabiliteitslandsbesluit (P.B. 1957, no. 58) gemachtigde, werkzaam bij het desbetreffende ministerie; en

    • b.

      voor wat betreft de Voorzitter van de Algemene Rekenkamer: aan een andere ingevolge artikel 17 van het Comptabiliteitslandsbesluit gemachtigde werkzaam bij de Algemene Rekenkamer.

Artikel 2

Dit landsbesluit wordt in het Publicatieblad geplaatst.

Artikel 3

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die van uitgifte van het Publicatieblad waarin het geplaatst is.

Artikel 4

Dit landsbesluit kan worden aangehaald als: Algemeen machtigingslandsbesluit zelfstandig budgetbeheer.